Als je het vergelijkt met helemaal niet bouwen, dan is het neerzetten van huizen, kantoren, flats, fabrieken en andere constructies altijd slecht voor het milieu. Ongeacht of je beton, steen of hout gebruikt.
Bouwen met beton is milieuvriendelijker dan je wellicht zou denken. In Nederland draagt beton voor slechts 1,6 procent bij aan de CO2-emmissie en dan is de productie van cement en wapeningsstaal in het buitenland al meegerekend. Cement is bij het maken van beton het materiaal dat zorgt voor de meeste CO2-uitstoot. Ongeveer 80 procent van de totale emissie van kooldioxide komt namelijk voor rekening van cement. De rest van de CO2-uitstoot is energie voor transport en productie.
Het aandeel van 1,6 procent is laag, zeker als je bedenkt dat driekwart van de massa van bouwmaterialen in de woning- en utiliteitsbouw in ons land uit beton bestaat. De bijdrage aan de kooldioxide-uitstoot in ons land is verhoudingsgewijs niet hoog, maar moet terug wel naar nul. De Europese cementindustrie heeft afgesproken in 2050 emissieloos te zijn.
Wereldwijd draagt beton voor zeven procent bij aan de totale CO2-uitstoot. Dat komt door de enorme vraag. En daar is een goede reden voor: beton is sterk, veilig, gaat heel lang mee en je kunt er zo goed als alles mee maken. Torenhoge wolkenkrabbers, woningen, riolering, bruggen, bedrijfsvloeren, noem maar op.
Op het eerste gezicht lijkt bouwen met hout misschien minder CO2-uitstoot op te leveren, maar dat blijkt bij nadere bestudering niet zo te zijn. Overigens gaat het bij hout in de bouw vaak om CLT, oftewel cross-laminated timber.
Dat is verlijmd gelamineerd hout, afkomstig uit productiebossen. Om dat te maken zijn lijmen en harsen nodig, met stoffen als polyuretheaan en melamine-formaldehyde. Ook worden bij de toepassing beschermende coatings gebruikt. Om het beter brandwerend te maken is een bekleding nodig of wordt dikker hout gebruikt. CLT is dus iets anders dan een vers gezaagde, heerlijk geurende balk, zo uit het bos.
Om een eerlijke vergelijking te maken kun je het beste kijken naar gebouwenniveau. De waarden per kilo of ton zijn minder interessant. Die zijn in de praktijk slecht te vergelijken omdat je voor een gebouw een groter volume aan CLT nodig hebt dan aan beton. Aan de andere kant is een kubieke meter beton veel zwaarder dan verlijmd hout.
Uit onderzoeken blijkt dat beton op gebouwenniveau wat betreft CO2-belasting beter of vergelijkbaar scoort ten opzichte van CLT. Maar daarmee ben je er nog niet. Voor het verwarmen en koelen van een houten gebouw is namelijk meer energie nodig dan bij de betonnen variant. Bij een woning van hout zorgen alleen al de extra verwarming en koeling in vijftien jaar tijd voor net zoveel CO2-uitstoot als de productie van het beton voor een vergelijkbare woning.
Het gaat om onafhankelijke onderzoeken die zijn gedaan in België, Zweden en Noorwegen. Uit de studie bij onze zuiderburen blijkt dat er geen milieuverschil is tussen een huis van beton en een van regulier constructiehout. Bij een appartement van acht verdiepingen is het verschil ten gunste van beton tien procent.
De Noorse studie toont aan dat beton qua CO2-emissie bij een 16 verdiepingen hoog appartementengebouw beter scoort dan CLT, bij acht verdiepingen is het ongeveer gelijk en bij vier verdiepingen komt CLT er iets gunstiger uit. Kleine kanttekening: de Noren gingen bij het beton uit van een klinkergehalte van 70 procent, dat is ongunstiger dan de Nederlandse situatie. Hier is het klinkergehalte 50 procent.
De LCA of levenscyclusanalyse geeft veel inzicht in de milieubelasting en bijbehorende CO2-uitstoot, maar er zijn kanttekeningen. In de LCA worden 11 belangrijke aspecten meegenomen om te komen tot één getal: de milieukostenindicator (MKI). Dat drukt in euro’s uit wat het kost om de ongunstige milieueffecten te compenseren. In Nederland worden alle MKI’s van gebruikte materialen in een gebouw verzameld om tot een zogenaamde MPG te komen. Dat staat voor Milieu Prestatie Gebouwen.
Bij de levenscyclusanalyse wordt niet alles gemeten. Zo is er bijvoorbeeld geen oog voor het organisch materiaal dat achterblijft, bijvoorbeeld bij bomenkap. Verder worden opname en afgifte van CO2 weliswaar terecht tegen elkaar weggestreept, maar als de boom niet was gekapt, zou deze veel meer CO2 hebben opgenomen.
Het toenemen van de biodiversiteit in riviergebieden als gevolg van het winnen van zand en grind, speelt geen rol in de LCA. De gebruiksduur voor beton wordt voor de analyse bovendien zeer behoudend ingeschat: voor kantoren 50 jaar en voor woningen 75, terwijl ze makkelijk meer dan een eeuw meekunnen.