Geleidelijk aan zal het cement, waar dwarsliggers traditioneel van gemaakt zijn, deels vervangen worden door zwavel. Er zijn drie voordelen: de productiecyclus stoot tot 40 % minder CO2 uit, het nieuwe materiaal is volledig recycleerbaar en ten slotte wordt zwavel hergebruikt. De eerste nieuwe dwarsliggers, die tussen Puurs en Antwerpen werden gelegd, hebben symbolisch een groene kleur.
Deze nieuwe ‘groene’ dwarsliggers, de eerste die in Europa worden geïnstalleerd, zijn gemaakt van een revolutionair materiaal: zwavelbeton. Concreet betekent dit dat de dwarsligger niet langer van cement is gemaakt maar zwavel gebruikt als bindmiddel. Er zijn heel wat voordelen. Om cement te maken, heb je een temperatuur van 1.400 graden Celsius nodig. Zeer energie-intensief dus. Met zwavelbeton is 114 graden voldoende om de dwarsligger vorm te geven. Maar om cement te maken, komt er ook nog eens veel CO2 vrij. In totaal is er bij dit nieuwe productieproces 40 % minder CO2-uitstoot. Concreet wil dat zeggen dat we gaan van 75 kg CO2 per dwarsligger naar 45 kg CO2/stuk. Met deze innovatie kan dus elk jaar het equivalent van de jaarlijkse CO2-productie van 100 huishoudens worden gecompenseerd.
Zwavelbeton is ook volledig recycleerbaar. En dit in tegenstelling tot de ‘historische’ houten dwarsliggers, die omwille van de aanwezigheid van een chemische stof zorgvuldig verbrand moeten worden. Ook de betonnen dwarsliggers die op het einde van hun levensduur zitten, worden niet optimaal opnieuw gebruikt. De dwarsliggers uit zwavelbeton daarentegen kunnen omgesmolten worden tot nieuwe dwarsliggers. Een laatste voordeel, ten slotte, is dat dit materiaal het mogelijk maakt zwavel te recycleren, een afvalproduct van de olie-industrie.
Georges Gilkinet, Vice-Eerste Minister en Federaal Minister van Mobiliteit: “De trein is het meest milieuvriendelijke vervoermiddel. Maar het kan nog beter, zoals met deze groene dwarsliggers, gemaakt van zwavelbeton. Dit is een primeur in België en Europa waar we trots op mogen zijn: een kleine ecologische revolutie voor onze spoorwegen. Mijn ambitie voor de spoorwegen is ook om onderzoek te steunen en te werken aan concrete duurzame, toekomstgerichte en innovatieve oplossingen. Infrabel rust niet op zijn lauweren en daar ben ik blij om.”
Deze zwavelbeton dwarsliggers zullen door de firma De Bonte vanaf augustus 2021 in massaproductie gaan. Dit familiebedrijf heeft een ruime ervaring in de productie van betonproducten. Vorig jaar haalde De Bonte een volledig nieuwe overheidsopdracht binnen bij Infrabel. Het bijzondere aan deze opdracht? De invoering van verschillende milieucriteria bij de keuze van leverancier. In de overheidssector is de prijs de enige bepalende factor bij het toekennen van een opdracht. Maar omdat Infrabel zijn ecologische voetafdruk wil verkleinen, wou de infrastructuurbeheerder dat er naast de prijs ook een voordeel werd toegekend aan de leverancier en aan het product dat de grootste voordelen biedt voor de planeet.
In dit geval waren een beperking van de CO2-productie (in het fabricageproces of in transport van het materiaal) en een betere circulariteit van het product goed voor 40 % van de toekenning. De kosten wogen voor 60 %. Deze criteria, in combinatie met een zeer concurrentiële prijs, gaven De Bonte het voordeel. De groene dwarsliggers zullen gedurende 8 jaar, tegen een tempo van 25.000 stuks per jaar worden geproduceerd. En dit in een vestiging in de regio Bergen waar ze tot nu toe gespecialiseerd waren in de productie van dwarsliggers voor wissels.
Pascal Blommaert, CEO De Bonte: “Zoals het spoor vroeger een revolutie voor de maatschappij teweegbracht, zo zorgt De Bonte nu voor een revolutie van het spoor. Met deze 100 % circulaire dwarsligger zijn we pioniers in de wereldmarkt. We besparen met dit project alleen al maar liefst 6000 ton CO2. Een grote stap richting een duurzamere toekomst.”
Heel wat Europese spoorinfrastructuurbeheerders hebben al belangstelling getoond voor deze innovatieve technologie. Maar Infrabel is de eerste om deze op grote schaal te gebruiken. Om tot dit punt te komen, werden er natuurlijk bepaalde garanties ingebouwd. Verschillende testen wezen uit dat zwavelbeton even goed bestand is tegen de hoge dynamische belasting van de treinen als traditioneel beton. Het is ook minder poreus dan klassiek beton. Dat betekent dat zwavelbeton dus minder gevoelig is voor infiltratie (van bijvoorbeeld water). Daarom is het ook beter bestand tegen chemische aantasting en slijtage.
“Dit project ligt me nauw aan het hart omdat deze dwarsliggers een product van de toekomst zijn. Door eens te meer een pioniersrol te spelen, bewijst Infrabel hoe innovatie tot meer efficiëntie leidt. Tegelijk wordt de impact van industriële activiteiten op het milieu tot een minimum beperkt. Duurzaam bouwen is een zaak van iedereen. Het is dus ook een verantwoordelijkheid voor de spoorweginfrastructuurbeheerder die wij zijn”, besluit Benoît Gilson, CEO van Infrabel.