En zal fungeren als dé fietsverbinding tussen de dorpen van gemeente Oosterzele enerzijds en de link naar Melle en Zottegem anderzijds. Voor een tracé, in twee fasen, van ongeveer 2 kilometer tussen Moortsele en Scheldewindeke werd Grondwerken De Mol uit Lochristi ingeschakeld voor de uitvoering. “Onze ervaring en flexibiliteit kwamen in deze complexe opdrachten goed van pas”, vertelt Frederik Bauwens, operationeel directeur bij Grondwerken De Mol.
Het deel van fietssnelweg tussen de Van Thorenburglaan en de Schellaertweg (ongeveer 500 m) in Moortsele werd in 2019 reeds gerealiseerd en in 2020 voegde de provincie Oost-Vlaanderen daar nog eens 1,4 km aan toe met de realisatie tussen de Van Thorenburglaan en de Roosbroekstraat in Scheldewindeke. Zo zijn Moortsele en Scheldewindeke met elkaar verbonden en is het zuiden van Balegem met Balegem-dorp verbonden.
Alle stukken fietssnelweg zijn in asfalt, met een breedte van 3 m en met voldoende brede en deels verharde kantstroken waar verlichting wordt geplaatst. Aan de kruispunten zijn middeneilanden voorzien waardoor oneigenlijk gebruik van de fietsweg wordt voorkomen en de veiligheid van de fietser wordt gegarandeerd. Waar nodig wordt boscompensatie voorzien. Er wordt ook openbare verlichting langs het traject geplaatst om de sociale veiligheid te versterken. Zo kan het fietspad tijdens de donkere wintermaanden langer gebruikt worden.
Beide stukken fietssnelweg worden uitgevoerd door Grondwerken De Mol. Frederik Bauwens: “De werken worden grotendeels volgens het gekende principe uitgevoerd: stabiliseren, funderen en vervolgens keerwanden of schanskorven plaatsen. Maar toch had elke tracé zijn bijzonderheden. Op het kortste stuk, tussen de Van Thorenburglaan en de Schellaertweg, moesten we door een vijver. Na het dempen van de vijver hadden we geen vaste voet om keerwanden te kunnen plaatsen. Daarom kozen we voor een houten damwand. Op die houten damwanden vonden we dan voldoende steun om schanskorven op te plaatsen.”
Voor het langste stuk, tussen de Van Thorenburglaan en de Roosbroekstraat, waren er meer mogelijkheden om op te hogen op de bestaande gronden. Er werd deels zelfs gekozen voor een bijzondere esthetische oplossing. Frederik Bauwens: “Hier werd voor een aanzienlijk traject van ongeveer 500 m gekozen om schanskorven tegen de betonnen keerwanden te plaatsen om het zo visueel aantrekkelijker te maken voor de aangelanden. Voor ons was dit een nieuwigheid, maar wel een zeer geslaagde test. Het resultaat mag er zijn. Voor de aangelanden is zo’n schanskorf visueel veel aangenamer en aan de binnenkant wordt dankzij de keerwanden het strakke uiterlijk gegarandeerd.”
De gemeente Oosterzele trekt al jaren mee aan de kar van de realisatie van de fietssnelweg en stond in voor een aantal grondverwervingen. Omdat de veiligheid naar de spoorlijn en de spoorwegovergangen voldoende te garanderen, werd er nauw met Infrabel samengewerkt. Voor Infrabel is veiligheid de eerste prioriteit. Aangezien deze fietssnelweg grotendeels langs de spoorlijn (Melle – Geraardsbergen) loopt, bekijkt Infrabel met de gemeente de mogelijke alternatieven voor de overwegen.
Frederik Bauwens: “Samenwerken was inderdaad een sleutel tot succes voor deze projecten. Zo moesten we ons voor het langere tracé ook een weg banen door niet onderhouden bebossing die op bepaalde plaatsen tot aan het spoor kwam. Uiteraard moesten we nauwgezet alle veiligheidsregels volgen. Een goede fasering en planning vooraf waren dan ook absoluut noodzakelijk. Dat Grondwerken De Mol zowel het materieel als de kennis heeft om dergelijke opdrachten tot een goed einde te brengen, is zeker een grote troef.”
Zo verloopt bijvoorbeeld alles digitaal. “Door ter plaatse alles digitaal op te meten, krijgen we vrij snel zicht op het aantal aan te vullen of weg te halen kuub. En van op afstand kunnen we de werken en eventuele problemen zoals verzakkingen perfect monitoren en bijsturen. Dit geeft ons de mogelijkheid om met een beperkt aantal mensen toch een groot grondverzet te realiseren. Een grote meerwaarde op het vlak van efficiënte en nauwkeurigheid. Bovendien zijn we ook zeer vertrouwd met de eisen, de materiaalkeuzes en de manier van werken van de provincie”, besluit Frederik Bauwens.