Ongeveer een derde van alle vrachtverkeer dat op de Antwerpse Ring en door de Antwerpse straten rijdt, vervoert bouwmateriaal. En meer vaak dan uitzonderlijk zijn die vrachtwagens slechts deels gevuld of zelfs helemaal leeg. “Sterker inzetten op recyclage en circulair behandelen van bouwmaterialen kunnen een hoofd bieden aan dit probleem”, zegt Maarten Van Acker, professor Stedenbouw aan de Universiteit Antwerpen.
Professor Van Acker voert onderzoek vanuit de Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling, een onderzoeksgroep van de Universiteit Antwerpen die bijdraagt tot kennisontwikkeling over stadsontwikkeling, gericht op een duurzame transformatie van de stad. Het onderzoek naar de mobiliteitsproblematiek in Antwerpen is hier een onderdeel van. “Dit project is in opdracht van een unieke coalitie tussen de Vlaamse Bouwmeester (Team Vlaams Bouwmeester), het Departement Omgeving Vlaanderen, de Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), de Stad Antwerpen en de Haven van Antwerpen”, verduidelijkt Professor Van Acker. “Met als werktitel Metabolisme Antwerpen, stad van stromen wordt naar de stad gekeken als een soort van menselijk lichaam met in- en uitgaande stromen. Het doel van het onderzoek was om nieuwe inzichten te genereren op het snijvlak van stedenbouw, circulaire economie en ruimtelijke taken in de Antwerpse context. Hierbij focussen we op vier uitdagingen die voor Antwerpen het meest kritiek zijn: een regionaal warmtenetwerk, betere luchtkwaliteit in street canyons, een duurzaam drinkwatervoorzieningsnetwerk en een circulaire stroom van bouwmaterialen.”
Het mobiliteitsprobleem op en rond de ring van Antwerpen is al jaren acuut. Maarten Van Acker: “Een derde van het verkeer op de ring is vrachtverkeer, met een aanzienlijk deel bouwverkeer. Bovendien staat Antwerpen voor een aantal grote bouwopgaven. Een groot deel van het patrimonium dat gebouwd werd na de Tweede Wereldoorlog zal binnen dit en tien jaar of aangepakt of gesloopt moeten worden. Met veel bouwafval tot gevolg. Anderzijds dan zijn er nog grote nieuwbouwprojecten zoals de overkapping van de ring en de versterking van de Scheldekaaien. Gigantische projecten die heel veel bouwmateriaal zullen vragen. Zowel nieuwe materialen als afval zullen dus over grote afstanden van en naar vervoerd worden, met een toenemende filevorming als gevolg. Daarom rees de vraag: is er geen andere manier om met bouwafval om te gaan?”
In nauwe samenwerking met OVAM, dat hard inzet op het circulair behandelen van bouwafval, werden twee strategieën voorgesteld. Eén op schaal van de stad en één op kleiner, lokaal niveau. “Op schaal van de stad gaan we op zoek naar duurzamere transportmodi zoals bijvoorbeeld mobiliteitshubs op goed bereikbare plaatsen of het gebruiken van de overkapping van de Ring om vrachtwagens bouwmateriaal te laten verzamelen nog voor ze op de ring komen. Daarnaast moeten we ook bekijken hoe we in steden als Brussel en Antwerpen het tram- en metrostelsel kunnen inschakelen voor het vervoeren van goederen. En uiteraard moeten we nog meer gebruik maken van de waterwegen. Bouwmaterialen lenen zich uitstekend tot watertransport, iets wat de Vlaamse Waterweg hard stimuleert. Zo wordt voor de aanleg van de Scheldekaaien bijvoorbeeld al de BONTON, een drijvende betoncentrale, ingezet waarmee naar verluidt meer dan 8.000 vrachtwagenritten worden vermeden.”
Ook op kleine schaal ziet Professor Van Acker mogelijkheden: “Waarom geen bouwtegenhanger van de farmers market, de steeds populairder wordende kleine voedselmarkten. Ik denk dan aan kleinere plekken op wijkniveau waar individuen hun bouwafval naartoe kunnen brengen. Bijvoorbeeld een onnodige, maar nog steeds bruikbare deur. Dit sluit ook aan bij een rijke traditie die we ontdekten. Bij de overkapping van de ruien en het ondergrondse rioolsysteem van Antwerpen konden mensen zelf hun afval aandragen. En van de Brialmontomwalling konden Antwerpenaren stukken opkopen als bouwmateriaal.”
De uitdaging zal erin bestaan om te ontdekken hoe een circulair bouwsysteem voor Antwerpen er zou kunnen uitzien, met een specifieke verkenning van de bouwlogistieke mogelijkheden. “Er zijn vooruitstrevende bedrijven en ook verschillende instanties begrijpen de boodschap steeds beter. Zo koos de Brusselse Bouwmmeester voor een project rond het kanaal om de productiebedrijven binnen de stad te houden om het fileprobleem tegen te gaan. We gaan dus ook richting een andere soort ruimtelijke ordening, waarbij we productie en bouwnijverheid ook een plaats geven nabij en zelfs in de steden. De bal rolt wel, maar er is nog steeds veel ruimte voor verbetering. En daarom moeten we op diezelfde nagel blijven kloppen.”