COPRO ontstond 38 jaar geleden uit een behoefte vanuit de sector. Er was nood aan een derde, onpartijdige instelling om bouwproducten te controleren en COPRO nam die taak op zich. Een taak die vandaag nog steeds de basis vormt van het DNA van COPRO. Speciaal voor het 10-jarig bestaan van Grond/Weg/Waterbouw haalde Dirk Van Loo, die in 2016 Erik Barbé opvolgde als CEO van COPRO, het COPRO-jaarverslag van 2011 van onder het stof. “Enerzijds zien we veel veranderingen ten opzichte van 10 jaar geleden, maar anderzijds bleken we toen al zeer vooruitstrevend”, klinkt het.
Wie het jaarverslag van COPRO uit 2011 – gratis raadpleegbaar op www.copro.eu – doorbladert, zal al snel zien dat er organisatorisch heel wat gewijzigd is. Voorzitter Fernand Desmyter werd opgevolgd door Filip Boelaert en Dirk Van Loo nam de CEO-fakkel over van Erik Barbé. “Bestuurlijk zijn er dus wat pionnen verschoven, maar als we naar de algemene visie kijken, dan zien we dat die nog steeds dezelfde is”, aldus Dirk Van Loo. “COPRO is nog steeds een onpartijdig orgaan, deels publiek en deels privaat. Ook het voorwoord van de voorzitter in 2011 is vandaag nog relevant. De doelstellingen, activiteiten en missie zijn niet veranderd.”
Op het vlak van gecertificeerde producten is er wel een duidelijk verschil tussen 2011 en vandaag. Dirk Van Loo: “Wat opvalt is dat er ondertussen voor heel wat producten een certificatie is ontwikkeld. Tien jaar geleden dachten we dat zowat alle producten in de wegenbouw en infrastructuursector onder certificaat konden worden geproduceerd. Maar uiteraard zijn er de voorbije jaren heel wat producten bijgekomen. Ik denk aan wegenbeton en lijnvormige elementen in stortklaar beton zoals greppels en New Jerseys. Andere voorbeelden zijn composiet riooldeksels, sorteerinrichtingen en secundaire granulaten die vrijkomen als bijproduct uit de industrie en een tweede leven kunnen krijgen in bijvoorbeeld asfalt- en betontoepassingen. We merken dat er vooral in het kader van circulaire economie nood is aan vertrouwen, waardoor certificatie werd en wordt ontwikkeld.”
Uit het jaarverslag van 2011 blijkt ook dat in die periode het COPRO Extranet het levenslicht zag, een interactief platform waar alle technische fiches van door COPRO gecertificeerde producten kunnen teruggevonden worden. Dirk Van Loo: “Vandaag wordt Extranet nog steeds gebruikt. Ondertussen is het enorm geëvolueerd en we werken nog steeds aan uitbreidingen. Het toont aan dat COPRO in 2011 reeds de weg naar digitalisering had ingezet. En belangrijk: samen met andere instellingen werken we momenteel ook aan een gemeenschappelijk platform. Nu circuleren documenten zoals technische fiches en certificaten digitaal tussen fabrikant, aannemer en bouwheer, maar digitalisering is veel meer dan dat. Die documenten bevatten data die meteen in het BIM-verhaal kunnen worden geïntegreerd. En heel belangrijk hierbij is dat die data gevalideerd wordt door een derde partij. Data krijgt pas ‘waarde’ als er vertrouwen aan gekoppeld is. Niet alleen de digitale, maar ook de technologische vooruitgang ten opzichte van tien jaar geleden is opmerkelijk. De eisen op producten zijn sterk gewijzigd, vooral op het vlak van duurzaamheid, milieu en circulaire economie. En daar staan we nog maar aan het begin van de reis.”
De meest opvallende pagina uit het jaarverslag van 2011 is misschien wel de laatste, waar er gesproken wordt over de afvoer en berging van hemelwater. Uit het jaarverslag 2011: “Momenteel wordt door de werkgroep nagedacht hoe de kwaliteitscontrole op waterdoorlatende bestratingen kan georganiseerd worden. Hierbij wordt er rekening gehouden met zowel de gebruikte materialen als de uitvoeringswijze.” En vandaag is er niets actueler dan dat. Dirk Van Loo: “Buffer- en infiltratiesystemen zijn al langer gecertificeerd maar in 2022 verwachten we de eerste certificatie van de uitvoerders. Het is opmerkelijk dat in 2011 al gesproken werd over het belang van de uitvoering. De producten op zich kunnen misschien wel de juiste eigenschappen hebben, maar de invloed van factoren zoals de ondergrond, de plaatsing, het onderhoud … hebben een enorme invloed op het eindresultaat.”
Uitvoeringscertificatie blijft ook de komende jaren een aandachtspunt voor COPRO. “De sector is zich bewust van het belang van de uitvoering. En er is vandaag een groep uitvoeringscertificaten klaar, namelijk voor de herstelling en plaatsing van afschermende constructies, vangrails. Deze groep fungeert als één van de testcases voor uitvoeringscertificatie omdat het een typisch voorbeeld is waarbij de kwaliteit van het product op zich maar deels de kwaliteit van het eindresultaat bepaalt. Ook de uitvoering is van cruciaal belang. Maar we staan hierin zeker voor een aantal uitdagingen. Zo moeten voor uitvoeringscertificatie zowel producenten, uitvoerders, experten, publieke overheden als studiebureaus een consensus bereiken over de ‘juiste’ manier van uitvoering. Een aantal testcases zullen de werkpunten hierrond blootleggen. Een ander aandachtspunt waar we zeer beducht voor zijn is de administratieve druk die zo’n certificaat de uitvoerder bezorgt. Het is de taak van COPRO om dit zo eenvoudig en toegankelijk mogelijk te maken”, besluit Dirk Van Loo.