De bodemsaneringswerken op de voormalige terreinen van Ford in Genk zijn in volle gang. THV Ford 2020 – gevormd door DEME, Aertssen, Mourik, en Aclagro – leidt de werken, waarbij vijf gecapteerde kernen worden gezuiverd. “De sanering vordert volgens schema, met dank aan een goeie voorbereiding en de vlotte samenwerking binnen de THV en met opdrachtgever De Vlaamse Waterweg”, vertelt Sven Van Elsen, projectleider van THV FORD 2020.
Eind 2015 werd Vlaanderen eigenaar van de terreinen van het voormalige Ford Genk. Een half jaar later ging meteen ook het Masterplan Ford Genk van start, een samenwerking van Vlaanderen met Stad Genk en De Vlaamse Waterweg om de voormalige industriële terreinen om te vormen tot een nieuwe bloeiende economische site voor logistieke bedrijven met toegevoegde waarde en ondernemingen in de maakindustrie.
In de zomer van 2017 werd met de sloopwerken een volgende fase van de herontwikkeling van de site ingezet en in februari 2019 werden de bodemsaneringswerken aangevat door THV Ford 2020, een consortium tussen DEME, Aertssen, Mourik en Aclagro. “Toen de Vlaamse overheid eigenaar werd van de Ford-terreinen, werd een deel verkocht aan een ontwikkelaar. Die terreinen moeten vandaag nog gesloopt worden, inclusief een kleinere sanering. Het andere deel werd in 2017 gesloopt in opdracht van De Vlaamse Waterweg”, verduidelijkt Sven Van Elsen.
Op het reeds gesloopte deel voert de THV Ford 2020 momenteel bodemsaneringswerken uit. Sven Van Elsen: “Om de sanering te kunnen starten hebben we eerst nog enkele bovengrondse sloopwerken uitgevoerd, inclusief het verwijderen van de ondergrondse funderingen. In februari werd gestart met het leeghalen van die gebouwen en het verwijderen van asbest. Het slopen zelf gebeurde selectief, om zoveel mogelijk materialen te recupereren. Binnen de THV werd vanaf dag één geïntegreerd samengewerkt. Een aanpak die loont, maar ook nodig is gezien de strikte deadline van de opdrachtgever. Ook over de samenwerking en communicatie met De Vlaamse Waterweg kunnen we alleen maar tevreden zijn.”
Na de sloopwerken begon de THV het voorbije voorjaar met de effectieve sanering van de terreinen. Voor een vlotte gang van zaken was een duidelijk en gedetailleerd vooronderzoek cruciaal. Dat onderzoek werd gevoerd door Tractebel en ABO Group, die ook een THV vormen in dit project. “Tractebel en ABO Group leverden uitstekend werk en capteerden de vijf kernen die ontgraven moeten worden”, aldus Sven Van Elsen. “Die kernen waren al gekend uit voorgaande onderzoeken, maar werden begin dit jaar nog gedetailleerder in kaart gebracht om de kans op onvoorziene obstakels tot een minimum te beperken.”
Eind april plaatste THV FORD 2020 de eerste damwanden. Sven Van Elsen: “Drie van de vijf kernen worden ontgraven binnen damwanden. Om de vervuilde kern volledig te verwijderen, is het zeer belangrijk dat die wanden juist geplaatst worden. Omdat de site ook veel vervuild grondwater heeft, werd eind april tevens een waterzuiveringsinstallatie geplaatst. De voorbereidingswerken duurden ongeveer tot en met mei en in juni werd gestart met graven op diepte. De eerste twee kernen – samengenomen binnen de damwanden – werden nog voor het bouwverlof afgegraven. Vervolgens werden de damwanden teruggetrokken voor plaatsing in de volgende kern. De afgegraven grond wordt afgevoerd naar het grondreinigingscentrum GRC Zolder.”
Het einde van de saneringswerken staat gepland in 2020 en gezien de huidige gang van zaken is die termijn zeker haalbaar. “Mede dankzij het gedetailleerde vooronderzoek. Gezien de gewezen bovenbouw is het niet evident om het volledige terrein op voorhand nauwgezet te onderzoeken, maar op onverwachte problemen zijn we vooralsnog niet gebotst. Alle partijen binnen deze THV zijn vertrouwd met grote, complexe projecten, maar plantechnisch blijft het steeds een uitdaging om alles zo vlot en efficiënt mogelijk uit te voeren. Hoewel we met vier verschillende partijen werkzaam zijn op de site, wordt het door iedereen toch opgevat als één gezamenlijk project. We kunnen beroep doen op elkaar en we vullen elkaar aan. Dit is zeker een voorbeeld van een transparante en fijne samenwerking”, besluit Van Elsen.