ALEGrO-project versterkt Belgisch en Europees netwerk

Het ALEGrO-project zorgt voor de eerste interconnectie tussen België en Duitsland. De connectie zal 14 Belgische gemeenten passeren en strekt zich uit over een afstand van 90 km, waarvan 49 in België en 41 in Duitsland. “Na een testfase is het de bedoeling om de interconnectie in 2020 in werking te stellen”, vertelt Julien Madani, Project Communication Manager bij de Belgische transmissienetbeheerder Elia.

Tegen 2020 willen alle Europese landen 15 % van hun binnenlandse productie importeren en exporteren. In België bestaan al interconnecties met Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland of ze zijn althans gepland. “ALEGrO is de ontbrekende schakel omdat we nog geen interconnectie met Duitsland hebben. De koppeling ondersteunt een transmissiecapaciteit van 1000 MW, wat overeenstemt met 1/10 van het gemiddelde Belgische elektriciteitsverbruik”, aldus Julien Madani van Elia, de transmissienetbeheerder van het Belgische hoogspanningsnet die samen met de Duitse transmissienetbeheerder Amprion het project leidt.

De connectie zal 14 Belgische gemeenten passeren en strekt zich uit over een afstand van 90 kilometer, waarvan 49 in België en 41 in Duitsland.

3 hoofddoelen
Vandaag staat Elia voor nieuwe uitdagingen, zoals het beheer van de periodieke aard van deze energiebronnen. Julien Madani: “Daarom is het belangrijk om de nationale markt Europees uit te breiden. ALEGrO zal deze volatiliteit op het netwerk beter beheren. Als we een daling van de productie in België hebben, kunnen we elektriciteit uit Duitsland injecteren en omgekeerd. Door de elektriciteitsmarkt open te stellen voor meer concurrentie maakt ALEGrO tevens een convergentie van marktprijzen mogelijk, wat positief is voor zowel de bedrijven als de gemeenschap.”

Daarnaast zal ook de beveiliging van de elektriciteitsvoorziening verbeteren. “ALEGrO is een van die grote projecten die erop gericht zijn de veiligheid van de voeding van ons land op middellange en lange termijn te ondersteunen”, verduidelijkt Julien Madani. “Interconnecties met buurlanden moeten worden versterkt, want Europa biedt de mogelijkheid om uit buurlanden minstens 15 procent van de nationale productie te importeren of uit te voeren. Door beschikbare energiebronnen te diversifiëren helpt ALEGrO het netwerk te beschermen tegen tekorten tijdens veeleisende periodes.”

Samenwerking
Elia leidt dit interconnectieproject tussen Duitsland en België in samenwerking met zijn Duitse tegenhanger Amprion. ALEGrO is kort samengevat een ondergrondse verbinding van 90 km die het toekomstige conversiestation in Lixhe (Visé) verbindt met dat van Oberzier in Duitsland. In België zal de verbinding 49 km lang zijn en het nieuwe conversiestation Lixhe verbinden met het aansluitpunt in Raeren, aan de Duitse grens bij Eynatten. In Duitsland zal het tracé dan nog een afstand van 41 km afleggen tot in Oberzier. Amprion verkreeg de benodigde vergunningen voor het Duitse deel van de interconnectie en heeft op 30 oktober 2018 de bouwplaatsen ingehuldigd.

Het Belgische station is in aanbouw in Lixhe en zal ongeveer 100 meter lang, 70 meter breed en 20 meter hoog zijn.

Samenwerking met de lokale autoriteiten en een proactieve communicatie met de lokale bewoners zijn cruciaal in een dergelijk project. Tijdens het vergunningsaanvraagproces vonden dan ook verschillende vergaderingen plaats. Julien Madani: “En sinds de start van verschillende werven worden de lokale bewoners via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de mogelijke impact. Indien nodig organiseren we ook informatiesessies met de burgers om ze zo veel mogelijk informatie te geven. En de info op de website van Elia wordt geregeld geüpdatet. Dankzij een kaart kan je de vooruitgang op de werven in realtime volgen en er is ook een gratis telefoonnummer en een e-mailadres waar mensen terechtkunnen met vragen. Uiteraard overleggen we ook nog regelmatig met de gemeentelijke autoriteiten.”

3 kabeltechnieken
Om de impact op bewoners en hun omgeving tot een minimum te beperken zal Elia drie kabeltechnieken toepassen: loopgraven, gericht boren en de microtunnel. “Over het grootste deel van de route wordt een geul van 1,80 m diep en 1 m breed uitgegraven per stuk van 1 km. Het werk voor elke sectie duurt gemiddeld 6 weken”, verduidelijk Julien Madani. “De gerichte boortechniek zal worden gebruikt om de doorgang onder belangrijke infrastructuren zoals kruispunten, knooppunten of de TGV te vergemakkelijken. De microtunnel die onder de Maas en het Albertkanaal wordt gegraven, is bedoeld voor de doorgang van twee HV-kabels onder water. Dit zal geen enkele impact hebben op de mobiliteit. De horizontale uitgraving van de microtunnel werd begin april met behulp van een tunnelboormachine opgestart. De microtunnel wordt tot 30 meter diep onder het waterniveau uitgegraven, heeft een uiteindelijke lengte van ongeveer 600 meter en een diameter van 2 meter.”    

ALEGrO verbindt het toekomstige conversiestation in Lixhe (Visé) met dat van Oberzier in Duitsland.

Best beschikbare technologie
ALEGrO maakt gebruik van DC-technologie, de tot nu toe best beschikbare technologie voor een dergelijke verbinding tussen conversatiestations. Deze technologie bevordert onmiddellijke en vloeiende stroomuitwisselingen in twee richtingen over een lange afstand. Julien Madani: “De bestaande netwerken zijn in wisselstroom. Aan beide uiteinden van de ondergrondse verbinding vormen de stations in Lixhe en Oberzier de verbinding tussen het nationale netwerk en ALEGrO. Deze stations zetten de wisselstroom om in gelijkstroom en omgekeerd. Beide landen kunnen zo naar behoefte importeren of exporteren.”

Het Belgische station is in aanbouw in Lixhe en zal ongeveer 100 meter lang, 70 meter breed en 20 meter hoog zijn. Het werd ontworpen door architectenbureau CANEVAS en wordt gebouwd door Siemens. De integratie van het landschap wordt bevorderd door het aanplanten van bomen en vegetatie. Momenteel zijn de civiele werkzaamheden aan de gang: de fundamenten zijn gelegd en de betonzeilen met een hoogte van 20 meter zijn opgetrokken. De volgende stap is de komst van elektrische apparatuur.

Het station in Lixhe werd ontworpen door architectenbureau CANEVAS en wordt gebouwd door Siemens.. (Beeld: CANEVAS)

2020
De vergunningen en machtigingen die nodig waren voor de bouw van het tracé op Belgisch grondgebied werden eind 2017 door de bevoegde autoriteiten aan Elia verleend. In januari 2018 startte vervolgens gelijktijdig het werk van de drie soorten infrastructuur: de verbinding, het conversiestation en de microtunnel. “Die werken zullen zo’n twee jaar in beslag nemen. Elia voert deze werken uit met respect voor bewoners en het milieu, in samenwerking met de lokale autoriteiten. Na een testfase is het de bedoeling om de interconnectie aan het einde van 2020 in werking te stellen”, besluit Julien Madani.