Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
Beton als onderdeel van de oplossing
Bij CERO-bestrating wordt gebruik gemaakt van cementvrij geopolymeerbeton met een CO2-uitstoot die tot 70 % lager ligt dan die van standaardbetonproducten.

Beton als onderdeel van de oplossing

“Beton is geen onderdeel van het probleem, maar wel van de oplossing”, vertelt Sven Tilkin, project development manager bij Stradus, lid van FEBESTRAL, de deelvereniging binnen FEBE die de fabrikanten van prefabbetonproducten voor de bestratingsmarkt vertegenwoordigt.

FEBE is de erkende beroepsvereniging van fabrikanten van geprefabriceerde betonproducten en verdedigt de belangen van de sector. De Belgische betonindustrie produceert een brede waaier aan geprefabriceerde elementen voor de bouw, gaande van eenvoudige, ongewapende producten zoals metselblokken en straatstenen tot de grote structuurelementen als brugliggers. Binnen FEBE opereert FEBESTRAL als deelvereniging waarbinnen de fabrikanten van prefabbetonproducten voor de bestratingsmarkt, zoals betonstraatstenen, betontegels, lijnvormige elementen en toebehoren, zich verenigen. FEBESTRAL staat in voor de ondersteuning van de commercialisering van de producten van haar leden, zowel op technisch als promotioneel vlak.

Beton als bouwproduct staat al eeuwen sterk. Maar dat betekent niet dat het materiaal niet onderhevig is aan innovatie. Integendeel. Beton evolueert en zal een cruciale rol blijven spelen in de bouwsector. “Het is één van de oudste bouwmaterialen die we kennen en vooral een bijzonder degelijk materiaal”, aldus Sven Tilkin van Stradus, specialist in prefab betonproducten voor het creëren van een aangename, toegankelijke, veilige en duurzame openbare ruimte. “In het creëren van klimaatbestendige openbare ruimte, wat de bouwshift ambieert, is beton deel van de oplossing. Vergroening is zeker goed en nodig, maar ook daar heeft beton zeker zijn plaats. Bovendien zullen bepaalde functionaliteiten altijd nodig zijn en dan is beton onmisbaar.”

Door de toepassing van gesloten, halfopen en open varianten kan het ontwerp rekening houden met wat primeert op een bepaalde plaats.

Ontwerpvrijheid

Binnen de betonwereld bevindt de bestratingssector zich momenteel  in een sterk evoluerende markt. Betonstraatstenen zijn immers een flexibel materiaal met vele voordelen. Naast de eindeloze mogelijkheden in vormen, formaten en texturen hebben karakteristieken als kwaliteit, duurzaamheid en functionaliteit het succes bepaald. De markt zit dus allesbehalve stil. Sven Tilkin: “Vooral op het vlak van waterdoorlatende bestrating en groenbestrating zien we heel wat gebeuren. En België speelt daarin een voortrekkersrol. In eerste instantie moesten de producten gewoon water doorlaten, maar later werd ook vormgeving zeer belangrijk. Zo lanceerde Stradus in 2015 een nieuwe straatsteenfamilie met gesloten, halfopen en open varianten. Op die manier kan het ontwerp rekening houden met wat primeert op een bepaalde plaats.”

Esthetiek

Een juist evenwicht vinden, is volgens Sven Tilkin zeer belangrijk: “Want we kunnen er niet omheen, het klimaat drukt ons steeds vaker met de neus op de feiten. Ook wat de samenstelling van onze betonmengsels betreft, kijken we daarom naar duurzamere alternatieven. Zo bestaan er al best veel technieken om beton te creëren zonder cement. Zelf lanceerde Stradus recent CERO-bestrating, waarbij gebruikt gemaakt wordt van cementvrij geopolymeerbeton met een CO2-uitstoot die tot 70 % lager ligt dan die van standaardbetonproducten en zelfs 35 % lager dan die van producten op basis van duurzamere cementtypes. Dit zonder in te boeten aan kwaliteit én met de vertrouwde sierdeklagen. In die sierdeklaag gebruiken we wel nog cement. Bewust, want dat zorgt voor standvastigheid wat de kleur betreft. En esthetiek is nu eenmaal belangrijk in de open ruimte. Bovendien is het beter om veel populaire stenen met een cementvrije onderbeton te produceren dan een steen die wel volledig cementvrij is, maar totaal niet interessant voor de markt.”

Wat de openbare ruimte betreft, zetten steeds meer besturen en opdrachtgevers in op vergroening en dat komt ook de ontwerpvrijheid ten goede.

Vergroening

Wat de openbare ruimte betreft, zetten steeds meer besturen en opdrachtgevers in op vergroening. “Het beeld van vergroening geraakt steeds meer ingeburgerd”, aldus Sven Tilkin. “Er komen vaak vragen over het onderhoud van bijvoorbeeld een parking met waterdoorlatende stenen. Maar dat valt best mee. Een beetje onkruid op een volle parking uit betonnen straatstenen is namelijk veel storender dan ongewenste begroeiing op een groenparking. Dus ook de perceptie op het vlak van onderhoud verandert. De coronapandemie heeft dit proces nog versneld. Mensen hebben het voorbije jaar het belang van een mooie openbare ruimte beter leren appreciëren.”

Het is dus duidelijk dat de bal rolt. “Niet alleen wat beton betreft, maar de hele bouwsector maakt een shift. Nederland staat op het vlak van circulaire economie verder dan België. In Nederland heb je de milieukostenindicator (MKI) die de fictieve milieuprijs weergeeft. Hoe duurzamer, hoe lager de MKI-waarde. Het zou goed zijn als België, waar de prijs bij aanbestedingen nog altijd zeer doorslaggevend, zoiets zou invoeren. Als fabrikant doen we uiteraard ons best om een steentje bij te dragen, maar uiteindelijk zijn we maar één schakel in het geheel. Daarom zijn organisaties zoals FEBE en FEBESTRAL enorm belangrijk omdat de stem van een federatie veel luider kan klinken”, besluit Sven Tilkin.     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details