Geotechnische deskstudie: kwalitatief grondonderzoek, lagere kosten

Een goede geotechnische deskstudie is essentieel bij de start van een grondonderzoek. Het verhoogt de efficiëntie van de voorbereiding en garandeert een meer betrouwbare kostenanalyse. Specialist in grondonderzoek Geosonda breekt een lans voor een betere integratie van dat voorafgaand studiewerk.

Vaak merken bouwpartners in de loop van een project dat het grondonderzoek niet efficiënt werd uitgevoerd. Dat leidt nadien vaak tot hogere studie- en ontwerpkosten. Daarom is een gedegen geotechnische deskstudie belangrijk. Zo’n studie kadert binnen de Eurocode 7 en maakt het onderzoek nadien veel efficiënter. “Een desktopstudie vertrekt vanuit een inventarisatie van het vrij beschikbaar kaartmateriaal op internet, zoals historische kaarten, luchtfoto’s en geotechnische kaarten,” zegt Michiel Vanhecke, project manager bij Geosonda. “Zo kan je de landschappelijke evolutie van een gebied in kaart brengen. Je kan ook informatie inzamelen over de verschillende landschapselementen die de staat van het landschap doorheen de tijd bepalen.”

Opdrachtgevers zijn zich onvoldoende bewust van de voordelen van zo’n deskstudie. Ze zouden dat automatisch moeten aanvragen wanneer ze een grondonderzoek bestellen. Zo komen ze makkelijk te weten wat er waarschijnlijk in de bodem zit en vermijden ze verrassingen nadien. Dat is toch de mening van Stijn Huyghe, extern geotechnisch adviseur bij Geosonda. “Je vertrekt daarbij altijd van de historische toestand. Zo kan je op oude kaarten of luchtfoto’s zien dat er op een bepaalde grond vroeger een oud fort of huis stond waardoor er vermoedelijk nog gedempte grachten en/of funderingen in de grond aanwezig zijn. Wanneer je een grondonderzoeksprogramma opstelt, kan je vervolgens gericht te werk gaan om die ondergrondse obstakels in kaart te brengen.”

Zo’n deskstudie helpt de onderzoekers in te schatten hoe ze een sondering/boring het best aanpakken. In veel grondlagen zijn bijvoorbeeld lokaal grindbanken en/of zandstenen aanwezig. “Als je weet dat je je daar aan kan verwachten, kan je ook vermijden dat al je grondonderzoek vastloopt op pakweg 10 meter onder het maaiveld, terwijl je palen nadien 15 m lang moeten zijn,” zegt Stijn Huyghe. “Je kan dus veel gerichter je grondonderzoek uitvoeren. Dat verhoogt de kwaliteit.”

Nog een voorbeeld: bij de uitvoering van diepe bouwkuipen voor ondergrondse parkings of tunnels is het belangrijk om te weten of er waterremmende kleiige lagen aanwezig zijn. Wanneer dat zo is, en ze bevinden zich op een redelijke diepte, kan je de beschoeiing aanzetten in die lagen en kan de uitgraving ‘in den droge’ gebeuren.Om in te schatten of dat zo is, kijk je eerst naar de beschikbare geologische en geotechnische info op het internet. De boringen worden vervolgens tot enkele meters in deze waterremmende laag voorzien, zodat je kan verifiëren of er werkelijk zo’n laag aanwezig is. Kiezen de bouwpartners niet voor een deskstudie, dan kan het dat ze nadien pas vaststellen dat het uitgevoerde grondonderzoek juist niet diep genoeg was om de aanwezigheid van de waterremmende laag te bevestigen. Stijn Huyghe: “Soms kan een aannemer door maar twee meter dieper te graven zo’n laag tegenkomen, wat de werken nadien enorm vergemakkelijkt. Het is jammer als we zulke kansen niet benutten.”

Vanhecke geeft nog een recent voorbeeld: “Op een site in Brussel moesten we drie sonderingspogingen staken, zonder resultaat. Uiteindelijk zagen we door een geofysisch onderzoek dat die grond vol opgevulde kelders zat, maar vonden we ook de zones waar we wel konden sonderen, tussen de brokstukken door. Hadden we dat proces omgedraaid en gestart met een deskstudie, dan hadden wij maar één bezoek moeten brengen aan de werf. Als opdrachtgevers het belang van zo’n studie naar waarde schatten, levert hen dat resultaat op in de rest van het proces.”