Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
Grensoverschrijdend en gigantische polderproject succesvol afgerond dankzij gebundelde krachten
In totaal bedraagt het natuurgebied nu maar liefst 4.500 ha.

Grensoverschrijdend en gigantische polderproject succesvol afgerond dankzij gebundelde krachten

Op de grens van Vlaanderen en Nederland ligt een van Europa’s grootste getijdengebieden. Het toekomstige internationale Grenspark Groot Saeftinghe herbergt het Verdronken Land van Saeftinghe en kreeg er dankzij het Hedwige-Prosperproject nog eens 500 ha extra natuur bij. In totaal bedraagt het natuurgebied nu maar liefst 4.500 ha. Aan Vlaamse kant maakte dit project deel uit van het Sigmaplan (met als uitvoerders De Vlaamse Waterweg nv en het Agentschap voor Natuur en Bos), aan Nederlandse kant valt de uitbreiding van de getijdennatuur onder het Natuurpakket Westerschelde. Het volledige traject, zowel op Vlaamse als Nederlands grondgebied, werd succesvol afgelegd door een tijdelijke maatschap (TM) bestaande uit Jan De Nul Group, DEME Group en Aertssen Group.

Het toekomstige internationale Grenspark Groot Saeftinghe herbergt het Verdronken Land van Saeftinghe en kreeg er dankzij het Hedwige-Prosperproject nog eens 500 ha extra natuur bij.

Dankzij het Hedwige-Prosperproject krijgen bijna vergeten diersoorten als de bruine kiekendief, de kluut, lepelaar, visdief, tureluur, argusvlinder, de patrijs en vele andere nieuwe kansen. Met het teruggeven van het grensgebied aan de Schelde wordt de natuur hersteld én wordt de regio tegen wateroverlast beschermd. Beide polders zijn gelegen in de grensregio Vlaanderen-Nederland op grondgebied van de gemeenten Beveren en Hulst. Bij besluit van 2 juli 2005 gaf de Vlaamse Regering aan De Vlaamse Waterweg de uitdrukkelijke opdracht tot realisatie en voorbereiding van projecten ter uitvoering van het geactualiseerd Sigmaplan, waaronder het project betreffende de ontwikkeling van estuariene natuur in de Hertogin Hedwigepolder en het Noordelijk gedeelte van de Hertog Prosperpolder. Aan Nederlandse zijde kadert het project in het Natuurpakket Westerschelde.

Natuur herstellen

Dit project werd op poten gezet om de natuur te herstellen die in de laatste decennia verloren ging door inpolderingen. De mens heeft altijd maar meer land op het water gewonnen en daardoor kwam de Schelde in een te strak keurslijf te zitten. “De natuur die we herstellen is niet alleen goed voor het ecosysteem, maar kadert ook in een betere beveiliging tegen overstromingen”, verduidelijkt Hans Quaeyhaegens, projectingenieur bij De Vlaamse Waterweg. “Ontpolderingen zorgen ervoor dat de dijk eigenlijk landinwaarts wordt verplaatst. Er werden terug een aantal slikken en schorren gecreëerd om het dempen van de getijdenenergie te bevorderen. Bij storm ontstaat er een heel grote oppervlakte waar het water ondiep is en waar ook vegetatie aanwezig is die de golven op dat moment temperen, met als gevolg dat de achterliggende dijken beter beschermd zijn en minder worden aangevallen door de golfslag. Het project sluit ook mooi aan bij het Verdronken Land van Saeftinghe, dat al het grootste brakwaterschor van Europa is en nu nog eens 500 hectare groter is geworden.”  

Aan Vlaamse kant maakte dit project deel uit van het Sigmaplan (met als uitvoerders De Vlaamse Waterweg nv en het Agentschap voor Natuur en Bos), aan Nederlandse kant valt de uitbreiding van de getijdennatuur onder het Natuurpakket Westerschelde.

De werken aan Vlaamse zijde zijn gestart in 2008. Er werd gefaseerd een nieuwe ringdijk aangelegd en een pompstation gebouwd. Het talud van de ringdijk werd verstevigd met open steenasfalt en aan de teen van de dijk werd een pakket breuksteen aangebracht. Het ‘Vlaamse project’ werd succesvol uitgevoerd door de TM Jan De Nul Group – DEME Group – Aertssen Group. Op de start aan Nederlandse zijde was het wachten tot 2019. Hans Quaeyhaegens: “Waarom het zo lang duurde tot de werken in Nederland zijn gestart? Omdat de besluitvorming in Nederland zeer moeizaam is verlopen omwille van een grote politieke en maatschappelijke weerstand tegen het project. Nederland is een land van waterbouwers en ze staan eerder afkerig tegenover het teruggeven van land aan het water. Eigenlijk doen ze liever het omgekeerde: land winnen op het water. In Nederland werd daarom enorm veel tijd besteed aan het zoeken naar alternatieven. Is het wel echt nodig om die Hedwigepolder terug te geven aan de Schelde? Kunnen we dat niet op een andere plaats doen of op een andere manier? Die vragen werden uitvoerig bestudeerd, maar uiteindelijk is men toch tot de vaststelling gekomen dat ontpoldering de beste keuze was. Dit heeft ook tot heel veel discussie geleid in de Tweede Kamer in Nederland. Het draagvlak was dus eerder klein.”

Dankzij het Hedwige-Prosperproject krijgen bijna vergeten diersoorten nieuwe kansen.

Twee aanbestedingen, dezelfde TM

De Hoge Raad in Nederland zette in 2018 het licht op groen en meteen daarna ging Vlaanderen aan de slag met de aanbesteding van de werken en vervolgens ook de uitvoering van de werken, die dan in oktober 2019 werden aangevat. Net als de werken op Vlaamse bodem was het de TM Jan De Nul Group – DEME Group – Aertssen Group die het werk op Nederlands grondgebied binnenhaalde. Ter verduidelijking: in het verdrag werd overeengekomen dat Vlaanderen het hele project zou coördineren en financieren, dus ook op Nederlands grondgebied. En dat is best bijzonder aangezien Vlaamse overheidsagentschappen zich normaliter enkel richten op opdrachten in Vlaanderen. Het grensoverschrijdende karakter is dan ook best uniek te noemen. “Het waren twee afzonderlijke aanbestedingen die binnengehaald werden door dezelfde TM”, vertelt Jorgen Hubrechts, deputy area manager bij DEME Group. “Niet veel aannemers of aannemerscombinaties zijn in staat om een project met deze schaalgrootte binnen de gestelde uitvoeringstermijn te kunnen uitvoeren. Hier sloegen drie partijen die zowel de kennis, mankracht als het materieel hebben de handen enthousiast in elkaar.  

Het volledige traject, zowel op Vlaamse als Nederlands grondgebied, werd succesvol afgelegd door een tijdelijke maatschap (TM) bestaande uit Jan De Nul, DEME en Aertssen Group.

Wat ik bijzonder uniek vond, is de geïntegreerde vorm van samenwerken. Iedere partner stelde mensen en materieel ter beschikking en die werden ingezet waar nodig. In deze combinatie verliep dat bijzonder vlot. Het wederzijds vertrouwen tussen de aannemers enerzijds en tussen de TM en de opdrachtgever anderzijds was zeer groot.”

Grondwerk +

Tijdens de uitvoering van de werken werd de TM geconfronteerd met een heel aantal belangrijke aandachtspunten: het grensoverschrijdend karakter van de werken, het te allen tijde verzekeren van de waterkering, het vrijwaren van de leidingen in de Leidingendam, het in acht nemen van het ecologisch werkprotocol, het maximaal hergebruik van ter plaatse gestockeerde en uitgegraven grond, het vrijwaren van stremming op de Beneden-Zeeschelde, het verplichte hergebruik van grondoverschotten die eigendom blijven van de aanbestedende overheid, de afvoer van verontreinigde specie over de waterweg en de archeologische begeleiding tijdens het uitvoeren van graafwerken/baggerwerken … 

En ook de werken op zich waren heel divers. Naast de voorbereidende werken zoals het rooien van bomen, het verwijderen van begroeiing en het slopen van woningen en gebouwen, betroffen de werken ook het graven van geulen en kreken, de aanleg van een nieuwe primaire waterkering, de aanleg van een verharde berm langsheen de Leidingendam, het gefaseerd omvormen van tijdelijke natuurcompensatie tot broedvogeleilanden in Prosperpolder-Noord, het herprofileren van het binnengebied van Prosperpolder-Noord, het afgraven van de Scheldedijk en Sieperdadijk, het verlagen van Scheldeschor aan Nederlandse kant voor de in- en uitstroom van water, de aanleg van de berm in klei om leidingen en kabels te beschermen, het afgraven van dijken om polders onder water te zetten, de ophoging voor de Panoramaheuvel …

Met het teruggeven van het grensgebied aan de Schelde wordt de natuur hersteld én wordt de regio tegen wateroverlast beschermd.

“Ik plaats het hele project daarom onder de noemer ‘grondwerk +’, want het betreft duidelijk meer dan enkel grondwerken”, vertelt Geert Vanwesenbeeck, projectleider bij Jan De Nul Group. “Het belangrijkste is dat we 500 hectare hoogwaardig natuurgebied hebben gecreëerd. En dit door maar liefst ongeveer 3 miljoen kuub grond te verzetten. De piekinzet van grondverzetmaterieel in 2022 bedroeg ongeveer 40 tuigen: 20 dumpers, 13 graafmachines, 6 bulldozers, 1 wiellader en enkele ondersteunende tuigen zoals een vork­-lift, sproeiwagen en tankwagen.    

In totaal werd ook 35.000 ton nieuwe breuksteen geplaatst en werd er 30.000 m² nieuwe wegenis aangelegd. Maar de grootte was zeker niet de enige uitdaging. Belangrijkste randvoorwaarde binnen het grondverzet was het strikt naleven van de spelregels in Vlaanderen en Nederland. Bovendien gebeurde ook een groot deel van het grondverzet met archeologische begeleiding. En we moesten bij de uitvoering rekening houden met de ecologische kalender. Belangrijkste aandachtsoorten waren verschillende vogelsoorten, vleermuizen, de veldspitsmuis en de rugstreeppad. Bij de uitvoering van de bermuitbreiding langs de leidingendam werden we dan weer geconfronteerd met de aanwezigheid van verschillende distributieleidingen van gas en water onder hoge druk. Er kwam dus wel wat op ons af.”

In het verdrag werd overeengekomen dat Vlaanderen het hele project zou coördineren en financieren, dus ook op Nederlands grondgebied. Het grensoverschrijdende karakter is best uniek te noemen.

Duurzaamheid

Tijdens de uitvoering van de werken lag er ook een sterke focus op hergebruik van materialen. Van het totale grondverzet van 3 miljoen kuub werd uiteindelijk maar een kleine hoeveelheid vervuild materiaal effectief afgevoerd. De rest werd gereïntegreerd op de site, onder andere bij de aanleg van een blijvende panoramaheuvel. In het binnengebied van de Prosperpolder zijn ook verschillende grondstocks aanwezig. Deze grondstocks werden samen met de vrijgekomen grond uit de uitgravingen maximaal hergebruikt voor de bouw van een nieuwe primaire waterkering, het verstevigen van de leidingendam en het herprofileren van het binnengebied van Prosperpolder-Noord. Op Nederlands grondgebied moest ongeveer 10,5 ha Scheldeschor worden afgegraven. De specie die hierbij vrijkwam werd, betreft gedeeltelijk vervuild slib dat per schip werd afgevoerd naar rijksdepot Hollands Diep in Nederland. Voor het hergebruik van materialen werd uiteraard uitdrukkelijk rekening gehouden met de kwaliteitseisen en de regelgeving in zowel Nederland als Vlaanderen. Een mooi voorbeeld hieromtrent is ook het hergebruik van betonpuin als onderfundering voor de nieuwe wegenis.

“Ik denk dat belangrijk is om te benadrukken dat de samenwerking van de drie partners de ideale combinatie bleek om dergelijke grote werken uit te voeren”

Succesvol uitgevoerd

Amper vier jaar na de start van de werkzaamheden aan Nederlandse kant, werd het project netjes afgerond. “Ik denk dat belangrijk is om te benadrukken dat de samenwerking van de drie partners de ideale combinatie bleek om dergelijke grote werken uit te voeren”, vertelt Walter Van den Block, projectleider Aertssen Group. “En ook de samenwerking met de opdrachtgever verliep zeer vlot. Het is een gigantisch project en er lagen een aantal ecologische, archeologische en wetgevende obstakels op onze weg. Zo was er ook bijvoorbeeld het in Nederland verplichte explosievenonderzoek dat we moesten voeren en in zowel Nederland als Vlaanderen werden we geconfronteerd met de actuele PFAS-problematiek. Maar door onze krachten, mensen en materieel te bundelen zijn we er toch in geslaagd om het project succesvol uit te voeren. De hele puzzel werd op de juiste manier gelegd waardoor het project als een trein kon verder denderen. Ook het grensoverschrijdende karakter was iets dat de drie partijen op lijf was geschreven.”

De Vlaamse Waterweg kijkt als opdrachtgever bijzonder tevreden terug op het afgelegde traject. “We zijn ook absoluut niet over één nacht ijs gegaan bij het opstellen van het bestek. We hebben dat ook bewust helemaal zelf gedaan en enkel voor het tekenen van de plannen een beroep gedaan op een studiebureau. Voor het realiseren van de technische plannen namen we ruim onze tijd en dat heeft zeker gerendeerd in de praktijk aangezien we zo echt een bestek op maat van het project konden voorleggen. Omwille van het grensoverschrijdend karakter konden we niet zomaar wat standaardbepalingen van het schap halen want dat zou ongetwijfeld tot discussies geleid hebben. Dankzij die minutieuze voorbereiding hebben we het project uiteindelijk tijdig, en zelfs heel wat vroeger dan gepland, afgerond. We zijn dus als een mes door de boter gesneden en die pluim mag ook zeker de TM op zijn hoed steken”, besluit Hans Quaeyhaegens.     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details