Grootste windmolenpark aan land komt in Zeebrugge

De haven van Zeebrugge krijgt het grootste windmolenpark on shore op één site in Vlaanderen. De elf windturbines worden gebouwd in opdracht van ICO Windpark, een partnership bestaande uit International Car Operations (ICO), het havenbestuur en ENGIE. Willemen Infra nam het bouwen van de sokkels van de windturbines voor zijn rekening en realiseerde ook nog enkele werkplatformen voor de kranen. “Het was voor het eerst dat we meewerkten aan een windmolenproject van die grootorde”, vertelt projectleider Wim Decorte.

Het park zal een vermogen hebben van 44 MW. Die groene energie zal vanaf de tweede helft van 2020 worden benut door ICO zelf, maar ook door aangemeerde schepen en gebouwen en gezinnen in de buurt. De stroom zal ook gebruikt worden om de 100.000 elektrische wagens die elk jaar per schip in de haven toekomen, op te laden. ENGIE voorziet in het park daarvoor het grootste elektrische laadeiland voor voertuigen van het land, met 308 laadpunten. “Wij kregen de opdracht de sokkels voor de windturbines te realiseren”, begint Wim Decorte, projectleider namens Willemen Infra, te vertellen. “Daarnaast bouwden we ook de werkplatforms voor het opstellen van de kranen waarmee de windmolens zullen worden opgebouwd.”

500 m³ beton per sokkel

“Het realiseren van de sokkels omvatte het plaatsen van de paalfunderingen, het bemalen en uitgraven van de bouwput en het plaatsen van de wachtbuizen en de werkvloer in beton”, legt hij uit. “De palen werden afgekapt tot aanzetpeil. Vervolgens werd de ankerkooi en wapening geplaatst, samen met de aarding. Die werd vervolgens verlengd tot buiten de bekisting. Voor het onderste gedeelte gaat het om een bekisting met een diameter van 17,5 m, het hogere gedeelte heeft een doorsnede van 6 m. Na het plaatsen van de bekisting kon het betonstorten worden gestart: 500 m³ beton per sokkel, gestort in één dag. Met een betonpomp werd het beton dan verpompt in de bekisting. Na het ontkisten plaatsten we de aarding verder in volle grond, vulden we de bouwput aan en werkten we af met verharding bestaande uit gestabiliseerde steenslag en asfalt.”

Go for Zero

De elfde en laatste sokkel werd gebetonneerd op 4 juni. De werkplatformen ter voorbereiding van de eigenlijke opbouw van de windturbines werden in mei uitgevoerd. Volgens Decorte had de coronacrisis slechts in beperkte mate negatieve gevolgen voor het vooropgestelde schema. Net zoals de bijzonder natte winter, die hij ook als een onvoorziene uitdaging noemt. “Daar zijn we uiteraard fier op. Het is ook de eerste keer dat we meewerkten aan een windmolenproject van die grootorde. De funderingen realiseren van elf windmolens op een rij, op de grootste autoparking wereldwijd, geeft veel voldoening als je daar met een gans team in slaagt. We hebben overigens ook veel tijd gestoken in het veiligheidsverhaal. Onder de noemer Go for Zero streven we naar nul ongevallen op de werf en uiteraard is het onze bedoeling dat tot het einde van de werkzaamheden zo te houden (dit interview werd afgenomen voor 4 juni, red.). Gezien de grootte van de werf zou ook dat speciaal zijn.”

Nadat de funderingspalen tot aanzetpeil werden afgekapt, werd de ankerkooi en wapening geplaatst.

Vruchtvolle samenwerking

Over de samenwerking met de verschillende partijen is Decorte meer dan te spreken. “Die verliep bijzonder vlot. Met ICO en Port of Zeebrugge werken we al geruime tijd samen, maar ook over de samenwerking met ENGIE en ook RESOL, dat advies verleende op het vlak van veiligheid, milieu, energie en kwaliteit, kunnen we alleen maar tevreden zijn. Omdat wij vooral veel ervaring hebben met het bouwen van bruggen en tunnels en niet meteen met het bouwen van windmolens, werden kennis en ervaring volop in beide richtingen gedeeld. Ook toen COVID-19 de kop opstak, bleef dat het geval. De ervaring heeft ons zin gegeven om in de toekomst vaker mee te bouwen aan windmolenparken.”