In mei startte Infrabel – samen met zijn dochteronderneming TUC RAIL – stap voor stap hun werven opnieuw op. In nauw overleg met zijn klanten legde de infrastructuurbeheerder in moeilijke tijden een complexe werfpuzzel om cruciale spoorprojecten te redden. GWW sprak met Benoît Gilson, kersvers CEO van Infrabel: “Als je maatschappij geraakt wordt door zoiets enorm als de coronacrisis, dan is het in ieders belang om zo snel mogelijk en heel transparant in dialoog te gaan met je klanten en partners.”
Benoît Gilson: “Wanneer zo’n ongeziene crisis op je afkomt, is het een kwestie van snel te schakelen. De eerste prioriteit is uiteraard de veiligheid van al onze mensen garanderen. Dat deden we onder meer door thuiswerk toe te laten voor alle collega’s voor wie dat mogelijk is. Wie toch naar de werkvloer moet komen, krijgt mondmaskers en een ontsmettende handgel. Er werden maatregelen genomen om de sociale afstand te respecteren en onze gebouwen worden ook regelmatig gereinigd. Daarnaast organiseerden we met onze collega’s van NMBS een treindienst van Nationaal Belang en werden al onze niet essentiële werven stilgelegd. In die eerste fase van de crisis was het dag en nacht werken zodat we veilige werkomstandigheden konden aanbieden aan iedereen. Nadien deed ik regelmatig terreinbezoeken om te kijken of de genomen maatregelen goed werkten en of er eventueel moest bijgestuurd worden. Het is voor mij erg belangrijk om onze mensen op het terrein te zien en te horen en hun feedback te krijgen.”
“Kunnen onze mensen in veilige omstandigheden werken of niet? Dat is de graadmeter van alles. Maar daarnaast zijn er ook heel wat praktische zaken waar je naar moet kijken: heb je nog genoeg mensen om het werk uit te voeren? Op een bepaald moment zag je dat verschillende mensen ziek vielen en thuis moesten blijven. Op dat moment werd beslist om alle niet essentiële werven gecontroleerd stil te leggen. De werven werden een voor een in een soort van bouwverlof-modus gebracht, zeg maar.”
“Het is onze verantwoordelijkheid om in te spelen op de noden en de behoeften van onze klanten. Als je maatschappij geraakt wordt door zoiets enorm als de coronacrisis, dan is het in ieders belang om zo snel mogelijk en heel transparant in dialoog te gaan met je klanten en partners. Iedereen begrijpt dat dit een zeer ongewone situatie is. Maar als bedrijf moeten we aan onze klanten ook een realistisch perspectief en alternatief kunnen aanbieden. Dat doe je door samen constructief rond de tafel te zitten en oplossingsgericht te denken. En ik moet zeggen dat dat aardig gelukt is.”
“Als de coronacrisis ons al iets heeft geleerd, dan wel dat transport en logistiek essentiële onderdelen zijn van onze economie. Mensen moeten nog steeds op hun werk geraken en grondstoffen en goederen moeten getransporteerd worden. Hierin is Infrabel een cruciale speler. Iedereen binnen Infrabel heeft zijn taak en draagt tot een veilig en stipt treinverkeer. Natuurlijk heeft de coronacrisis een grote invloed uitgeoefend op onze kerntaak.
Maar gedurende die hele crisis zijn de treinen in ons land wel blijven rijden en daar ben ik heel trots op. Er was een heel goede samenwerking tussen NMBS, de goederenoperatoren en Infrabel.”
“In mei zijn we begonnen met de geleidelijke heropstart van onze werven. Maar een werf heropstarten doe je niet zomaar. Wanneer wij met Infrabel aan het spoor werken, heeft dat altijd een impact op de omgeving. Er kunnen dan in veel gevallen geen treinen rijden, er kan ook hinder zijn voor het wegverkeer, voor buurtbewoners … Heel wat mensen moeten tijdig ingelicht worden en er moeten alternatieven voorzien worden zoals vervangbussen en omleidingen voor het treinverkeer. Dat is op zich al een hele complexe puzzel. En dan spreek ik dus over normale omstandigheden.”
“België is een klein land met heel wat spoorinfrastructuur. Om het volledige plaatje te laten kloppen moeten de puzzelstukken dus allemaal op hun plaats vallen. En timing is hierbij heel belangrijk. Drie van die puzzelstukken zijn de werken aan de spoorlijn Mechelen – Dendermonde (L53), de geplande spoorwerken in Schaarbeek en de spoorbypass aan het station van Mechelen. Bij het herplannen van onze werven hebben we heel concreet de werf in Schaarbeek kunnen verschuiven op de kalender om eerst te kunnen werken aan de L53. Want de spoorlijn Mechelen-Dendermonde dient als omleidingsweg voor het treinverkeer wanneer we in Schaarbeek gaan werken. Maar de werken aan de L53, in het station van Mechelen, hebben ook een invloed op de ingebruikname van de Bypass wat op zijn beurt dan weer een rol speelt in het volledige stationsproject van Mechelen. Dit zijn nu drie concrete voorbeelden maar in feite hangen heel wat van onze werven op een gelijkaardige manier aan mekaar.”
“Noem het liever een logistieke uitdaging. Onze mensen hebben een fenomenale inspanning geleverd om al onze werven opnieuw op te starten of te herplannen. Maar niet alleen onze mensen van Infrabel, ook de collega’s van NMBS, de goederenoperatoren die actief zijn in België en onze aannemers waar we mee samenwerken. Iedereen begreep de urgentie en zette zijn schouders onder deze herlancering. Om een deel van de opgelopen achterstand in te halen, wordt er zelfs tijdens het bouwverlof doorgewerkt. Dat is ook nodig want als we de tweede jaarhelft van 2020 niet deels kunnen recupereren voor onze werken, riskeren we een stortvloed aan werven de volgende jaren. Dat willen we vermijden.”