Investeringen in mobiliteit en openbare werken vormen vanuit een economisch perspectief katalysatoren voor verdere economische groei in Vlaanderen. Uit alle onderzoeken en cijfers blijkt immers dat slim investeren in infrastructuur en mobiliteit een enorme motor is van meer welvaart. “Het was voor mij dan ook een evidentie om het hoge investeringsritme van mijn voorbije legislatuur verder aan te houden”, neemt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, het woord in dit opiniestuk.
“Voor 2024 staat er een ontwerp investeringsprogramma klaar van 2,2 miljard euro, goed voor maar liefst 697 projecten verspreid over heel Vlaanderen. Net zoals voorgaande jaren, vallen alle geplande investeringen telkens onder één of meerdere vooropgestelde pijlers binnen mijn beleid: fiets, verkeersveiligheid en duurzaamheid. Tijdens de begrotingsonderhandelingen van afgelopen september maakte ik ook bijkomende middelen vrij, namelijk 170 miljoen euro, voor het onderhoud van onze infrastructuur en om in te zetten op waterbescherming en -beheersing.
Wie graag wil bouwen mag niet vergeten te onderhouden. Het zorgvuldig en efficiënt onderhouden van infrastructuur is cruciaal om de veiligheid en leefbaarheid van onze verplaatsingen te kunnen garanderen. Het zijn investeringen die niet meteen opvallen en minder ‘sexy’ zijn maar wel broodnodig. Met die overtuiging is er onder mijn impuls deze legislatuur ingezet op het wegwerken van een erfenis uit het verleden: sterk verouderde infrastructuur waarvan een groot deel dateert uit de jaren ‘60 en ’70. Vlaanderen telt 6.905 km aan gewest- en autosnelwegen en meer dan 2.700 kunstwerken (bruggen, tunnels,…). De onderhoudsachterstand moet daarom op een systematische manier weggewerkt worden en dat volgens een plan van aanpak 2020-2030 onder de noemer ‘OverBruggen’. We maken deze legislatuur een bedrag van 1,6 miljard euro vrij om te voorzien in renovatie, onderhoud en modernisering. Een werk van lange adem, en dus nog maar een begin.
We rekenen hierbij ook op de expertise, efficiëntie en innovatie van de markt. Zo wordt er één consortium gezocht voor 49 geselecteerde bruggen, waarbij het ontwerpen, vervangen of vernieuwen in vervat zitten. Daarnaast willen we tegen 2030 via PPS ook een 30-tal beweegbare bruggen over heel Vlaanderen vervangen. Dat een PPS-aanpak meerwaarde brengt, bewijzen de 62 bruggen over het Albertkanaal. Dit jaar zal de laatste brug verhoogd worden en zullen vier lagen containers in 2024 kunnen varen over het Albertkanaal.
Maar uiteraard werken we ook hard verder aan de realisatie van de Oosterweelverbinding in Antwerpen en aan Werken aan de Ring in de Vlaamse Rand. De dagelijkse realiteit op de Antwerpse Ring, waar files eerder regel dan uitzondering zijn, toont de absolute noodzaak van het Oosterweelproject aan. Heel wat infrastructuurprojecten zijn al gerealiseerd of zijn in uitvoering. Denk onder andere aan de werken aan het viaduct van Merksem of aan de bouw van de Scheldetunnel in Zeebrugge die de Ring rond Antwerpen zal vervolledigen.
Momenteel wordt er ook gewerkt aan de slagader van ons Vlaams wegennet: de renovatie van het viaduct van Vilvoorde. We willen het kunstwerk garanderen voor de komende generaties en daarom moeten we nu ingrijpen. Maar we moeten realistisch zijn: dit zal zonder twijfel hinder met zich meebrengen. Om die voor te zijn hebben we afgelopen jaren sterk ingezet op het verwezenlijken van de modal shift, door volop te investeren in fietssnelwegen en comfortabele busverbindingen langs de Ring rond Brussel.
Naast deze grote infrastructuurwerken blijf ik ook investeren in meer verkeersveiligheid op en langs onze gewestwegen. Zo maak ik deze legislatuur maar liefst 1,4 miljard euro vrij voor veilige en comfortabele fietspaden – een ongezien hoog bedrag. Op het terrein worden de resultaten van onze inspanningen steeds zichtbaarder: steeds meer mensen maken de switch naar een duurzame verplaatsing. Het is nu cruciaal om dat hoge investeringstempo te verankeren naar de toekomst toe en ons ambitieuze fietsbeleid onverminderd voort te zetten.
Ik ben ervan overtuigd dat we in de komende jaren getuige zullen zijn van talloze projecten en inspanningen om onze infrastructuur in Vlaanderen te moderniseren en uit te breiden. Laten we samen streven naar een toekomst waarin goed ontworpen, efficiënte en duurzame infrastructuren ons allen ten goede komen.” ■