Graafschade is allesbehalve uitzonderlijk op Belgische bouwwerven: dagelijks doet er zich ergens wel een situatie voor waarbij ondergrondse kabels of leidingen tijdens het graven geraakt worden. Vaak zijn ze nochtans eenvoudig te detecteren aan de hand van een kabelzoeker of grondradarsysteem. Een stap die sommige aannemers nog steeds overbodig achten, maar die wel grote gevolgen kan hebben voor de veiligheid van werknemers en de financiële situatie van ondernemingen.
Al meer dan 30 jaar kloppen landmeters, aannemers, architecten en studiebureaus aan bij Lasertopo voor het huren en kopen van professionele meetapparatuur. Kabeldetectie vormt daar een belangrijk onderdeel van: aannemers die zeker willen zijn dat ze ondergronds geen schade aanrichten, maken tijdens het voortraject gebruik van technieken om kabels en leidingen in verschillende materialen te detecteren. Maar niet iedereen zet deze stap. Zo beperken sommigen zich tot de verplichte KLIP-aanvraag bij kabel- en leidingbeheerders, in de veronderstelling dat een digitaal plan van de ondergrondse infrastructuur wel zal volstaan.
“Om nauwkeurig te werk te gaan bij de voorbereiding van de werf, zijn er drie stappen noodzakelijk”, vertelt Kevin Delaplace, utility specialist Benelux bij Leica Geosystems, een van de kwaliteitsmerken die Lasertopo verdeelt. “Een KLIP-aanvraag is daarbij slechts de eerste stap: zo’n plan schetst een beeld van de infrastructuur, maar dat is zelden 100 % correct. Hoewel de gegevens van nieuwere infrastructuur doorgaans juist zijn ingemeten, is dat voor oudere infrastructuur niet altijd het geval. Het is dan ook belangrijk om deze gegevens te valideren: eerst aan de hand van traditionele kabelzoekers (stap twee), daarna met behulp van een grondradarsysteem (stap drie). Met die laatste stap bereik je het hoogste kwaliteitsniveau en kan je zorgeloos beginnen graven.”
Volgens Delaplace kan je met kabelzoekers ongeveer 70 % van de ondergrondse kabels en leidingen terugvinden: “Met kabelzoekers kan je alle infrastructuur in geleidend materiaal opsporen en in kaart brengen, met een nauwkeurigheid tot op 5% van de diepte. Handig aan de kabelzoekers van Leica is dat ze zich automatisch aanpassen aan het beschikbare signaal: bij een sterk signaal zal de gevoeligheid automatisch verminderd worden en omgekeerd. Daardoor kan de gebruiker kabels en leidingen makkelijker terugvinden, wat het vertrouwen in de kabelzoeker vergroot.”
Vooral glasvezelkabels worden vaak het slachtoffer van graafschade: “Deze kabels liggen meestal boven op andere infrastructuur, maar omdat het om een niet-geleidend materiaal gaat, kan je die niet met een traditionele kabelzoeker detecteren.” Met een grondradar vermijd je dat je ook deze kabels en leidingen zal raken: “Ook hier hebben we verschillende oplossingen voor, met de Leica DSX als blikvanger. Dit is ons meest toegankelijke grondradarsysteem, waarbij je de gegevens meteen op het terrein kan interpreteren. We hebben de weergave van de data zodanig vereenvoudigd dat ingewikkeld analysewerk op kantoor achteraf niet langer nodig is. En dat bespaart aannemers uiteraard veel tijd op de werf.”
Ook de veiligheid van werknemers neemt toe dankzij het gebruik van kabeldetectiesystemen, die het risico op lichamelijke kwetsuren door het beschadigen van kabels beperken. Bovendien overtreft de gevolgschade van één overgetrokken leiding ruimschoots de investeringskost van een detectietoestel. Een kwalitatief en gebruiksvriendelijk kabeldetectie- of grondradarsysteem laat aannemers toe om dergelijke problemen te vermijden. Aan de hand van opleidingen en demo’s op maat maken de experten van Lasertopo en Leica Geosystems het klanten extra makkelijk om aan de slag te gaan met deze toestellen. “We zijn al jarenlang verdeler van Leica Geosystems en kennen hun producten door en door,” zegt Fiona De Smet, business representative bij Lasertopo, “dus we kunnen klanten als geen ander adviseren bij deze belangrijke stap in het voortraject.”