Franki Foundations levert al enkele jaren flinke inspanningen om zijn impact op het milieu drastisch te reduceren. Voor de funderingsspecialist impliceert dit een vermindering van de CO2-uitstoot en een bewuste keuze voor het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Beton en cement, die zeer energie-intensief en veeleisend zijn wat betreft grondstoffen, vormen uiteraard een belangrijk speerpunt in dit streven.
Daarom gebruikt het bedrijf in het kader van zijn projecten nieuwe ‘groene’ betonsoorten, met name betonvarianten die gerecycleerde granulaten bevatten. “De huidige normen maken het mogelijk om beton te gebruiken dat tot 30% gerecycleerde granulaten bevat. Deze betonsoorten zijn dus een efficiënte oplossing in het kader van onze doelstelling om het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te minimaliseren”, vertelt projectmanager Adrien Dumont.
Voor het Twin Towers-project in de Brusselse Noordwijk gebruikte CCB, een partner van Franki Foundations, verschillende soorten beton op basis van gerecycleerd grind. Een succesverhaal dat beide groepen ertoe aangezet heeft om samen te werken en de best practices te hernemen in een ander grootschalig project, met het oog op een nog specifiekere toepassing: “In het kader van het prestigieuze Crowne Plaza-project in Brussel hebben Franki Foundations en CCB samengewerkt om een betonrecept te ontwikkelen met gerecycleerd grind, specifiek voor de realisatie van funderingspalen met een grote diameter. Het gaat om palen met een diameter van 2 meter en een diepte van 50 meter, een primeur in België. Dit heeft ons in staat gesteld om onze behoefte aan natuurlijke hulpbronnen te verkleinen, meer bepaald door de ontginning van circa 1.000 ton grind uit steengroeven te vermijden”, legt Adrien Dumont uit.
De ontwikkeling van een dergelijke betonsoort voor funderingspalen vormde een pittige technische uitdaging, geeft hij aan: “Beton voor funderingspalen moet twee tegengestelde eigenschappen hebben, namelijk een grote vloeibaarheid én een grote stabiliteit. Deze kwaliteiten zijn iets moeilijker te bereiken voor beton met gerecycleerd grind, waarvan de kwaliteit soms varieert, wat de taak van de producent bemoeilijkt.”
Om het verbruik van natuurlijke hulpbronnen nog verder terug te dringen, werken de teams van Franki Foundations ook aan andere testprojecten, zoals het hergebruik van putwater om het gebruik van leidingwater te verminderen.
“Tijdens de fases die voorafgaan aan een project proberen we systematisch de bestekken in vraag te stellen”, benadrukt Adrien Dumont. Projectbestekken leggen soms concrete eisen op die te hoog zijn voor het beoogde gebruik. Tijdens de voorbereidingsfase bespreekt Franki Foundations daarom bepaalde punten met de verschillende partijen en stelt het oplossingen voor, zoals het wijzigen van de milieuklasse van het beton: “Als je bedenkt dat dit de hoeveelheid cement in het beton met 5 tot 15% kan verminderen en dat 1 ton cement ongeveer overeenstemt met 1 ton CO2-uitstoot, is de milieu-impact van het wijzigen van de milieuklasse van het beton op projectschaal niet te verwaarlozen.” Helaas betreurt de werfleider dat er niet altijd rekening wordt gehouden met dit voorstel. “Vandaag staan sommige spelers open voor discussie, maar andere minder, wat jammer is gezien de uitdagingen waar onze sector voor staat”, legt hij uit.
Wat de milieuklassen betreft, pleit hij ook voor systematische tests van de bodem en het grondwater. Het zijn namelijk concentraties van bepaalde chemische stoffen die de verschillende milieuklassen bepalen. “Maar deze tests worden niet vaak uitgevoerd en er wordt doorgaans uitgegaan van het worstcasescenario. Het gevolg is dat de keuze meteen op de hoogste klasse valt, wat schadelijk is voor het milieu. Om een idee te geven van de meerwaarde van deze tests: we hebben onlangs een project afgerond waarbij we op basis van de testresultaten de milieuklasse konden verlagen van C 35/45- naar C 25/30-beton. Dit komt neer op een vermindering van bijna 15% in de gebruikte hoeveelheid cement, wat een rechtstreekse impact heeft op de CO2-uitstoot van het project.”
Een uitvoerige, efficiënte en grondige voorbereiding maakt dat de beste technische en milieugerelateerde oplossingen voor een bepaald project kunnen worden gekozen. “Deze voorbereidingsfase en alle tests die vooraf kunnen worden uitgevoerd, zijn een essentiële stap in de vermindering van de milieu-impact en, meer in het algemeen, in de ecologische transitie van de bouwsector. Ze bieden de zekerheid van het juiste product op de juiste plaats. Maar om deze praktijken te ontwikkelen en onze doelstelling te bereiken – lees: onze totale milieu-impact verminderen – hebben we een echte samenwerking nodig tussen alle actoren die bij een project betrokken zijn”, besluit Adrien Dumont.