Bij spoorwerken denken velen meteen aan het Belgische spoornet of aan de tramsporen in onze steden. Toch beperken de activiteiten van spoorbouwers zich lang niet alleen tot openbare projecten. Frateur-De Pourcq legt zich al sinds jaar en dag toe op kraanbanen en industriesporen. Zo dragen ettelijke kilometers spoor in de haven van Antwerpen de stempel van de Boomse spooraannemer.
Frateur-De Pourcq is vandaag vooral gekend van grote tramspoorprojecten. Nochtans is de spooraannemer mede groot geworden dankzij de aanleg van kraanbanen en industriesporen, voornamelijk in de havens die ons land rijk is, met Antwerpen op kop. “Grote kranen die de zeeschepen in de havens laden en lossen, rijden op kraanbanen”, legt Stefaan Rotthier, mede-zaakvoerder van Frateur-De Pourcq, uit. “In het Deurganckdok bijvoorbeeld hebben wij alle kraanbanen gelegd voor de havenbedrijven zoals PSA en DP World. In de haven van Zeebrugge mogen we onder andere MBZ tot onze klanten rekenen.”
Dergelijke kraansporen worden geplaatst op doorlopende stalen platen. De platen en de rails worden gekozen afhankelijk van de kraan die erop zal rijden. Ze moeten namelijk de grote druk aankunnen van de gewichten die de kranen heffen. Bijgevolg zijn de rails veel groter en zwaarder dan bij standaard treinsporen, wat gepaard gaat met zwaardere bevestigingstechnieken. “Standaardtreinen van Infrabel rijden op 50-60 kg rails/meter. Kranen in de haven rijden tot 125 kg rails/meter”, aldus Stefaan Rotthier.
Naast kraanbanen is Frateur-De Pourcq ook gespecialiseerd in industriesporen. Tot de klanten van de spooraannemer uit Boom behoren onder meer BASF, Total Fina en Covestro. Stefaan Rotthier: “Deze bedrijven zijn zowel voor de aanvoer van materialen als voor het vervoer van hun afgewerkte producten afhankelijk van het spoor. Hun intern spoornetwerk hangt vast aan het netwerk van Infrabel, wat impliceert dat ze net zo veilig en goed onderhouden moeten zijn. We passen voor deze bedrijven de courante railtechnieken toe, maar toch vergen bepaalde projecten de nodige creativiteit en vakmanschap. Sommige van deze bedrijven gaan ver terug in de tijd, wat betekent dat ook hun sporen al vele jaren op de teller hebben. Wat de wisselstukken, kruisingen en dergelijke betreft, is het moeilijk om aan die oude materialen te geraken. Gelukkig beschikken wij over een eigen constructie-atelier waar we alles volledig conform kunnen aanmaken. Een grote troef, want ons atelier is een van de enige twee ateliers in zijn soort in België. Bijgevolg komen ook onze concullega’s bij ons aankloppen om stukken op maat te laten produceren.”
Frateur-De Pourcq staat niet alleen in voor de nieuwbouw van kraanbanen en industriesporen, waarbij ze een project op maat uitwerken vanaf de studie samen met de klant tot de eigenlijke aanleg. De spooraannemer ontfermt zich ook over het onderhoud van al die sporen. “Onze taak is om zo snel mogelijk in te grijpen bij storingen of herstellingen. Het kost bedrijven enorm veel geld om schepen te laten wachten in de haven. Ons team is dan ook heel flexibel georganiseerd”, aldus Stefaan Rotthier.
Een mooi voorbeeld van het maatwerk van Frateur-De Pourcq zijn de sporen die de spooraannemer aanlegt en onderhoudt voor Bombardier Brugge, het bedrijf waar zowat alle trein- en tramwagens geproduceerd worden. Daar staat Frateur-De Pourcq in voor de volledige aanleg en het onderhoud van de sporen. Gewone treinen rijden op normaalsporen van 1,435 m breed, zoals ook de tramstellen van de MIVB in Brussel. De sporen voor de tramstellen in Vlaanderen van De Lijn hebben een spoorbreedte van 1 m breed. Dat betekent dat het spoor bestaat uit drie rails in plaats van twee: één gemeenschappelijke rail, een rail op 1 meter en een rail op 1,435 m. Dat maakt het best een uitdaging om alles uit te tekenen”, aldus Stefaan Rotthier.
Frateur-De Pourcq mag zich dan al sinds jaar en dag toeleggen op industriesporen, zaak is om permanent te blijven inzetten op onderzoek of innovatie. “Het spoor is een oude vorm van transport die moet beantwoorden aan alle moderne eisen. Het komt er als spoorbouwer dan ook op aan om continu mee te blijven evolueren”, benadrukt Stefaan Rotthier. “Veiligheid is zo’n aspect dat door de jaren heen steeds meer aan belang heeft gewonnen, zeker in chemische bedrijven. Wij passen onze werftechnieken permanent aan om conform te zijn en te blijven met alle nieuwe veiligheidsmaatregelen.”