Nieuwe sporen Harmoniepark in sneltempo gerealiseerd

Begin mei startte De Lijn met het vernieuwen van de tramsporen aan het Harmoniepark in Antwerpen. En nauwelijks twee weken later konden de trams opnieuw rijden. Een opmerkelijk project, dat door de ervaren spooraannemer Frateur – De Pourcq in goeie banen werd geleid. “Dit huzarenstukje konden we enkele realiseren dankzij geweldige inspanningen van alle betrokkenen”, vertelt Jan Gillis, technisch directeur bij Frateur – De Pourcq.

De tramsporen en het wegdek aan het kruispunt van de Mechelsesteenweg met de Belgiëlei werden vernieuwd met het doel de veiligheid van de weggebruikers en de reizigers te verbeteren. Jan Gillis: “Het betreft het vernieuwen van vijf wissels, twee kruisingen en ongeveer 300 m spoor. Er passeren daar een viertal tramlijnen die zowel Hoboken als Mortsel verbinden met linkeroever. Het is dan ook een bijzonder drukke plek, niet alleen voor trams, maar ook voor auto’s. Dat in combinatie met de grote omvang van de werken maakt het een bijzonder project. Er moest een volledig nieuwe configuratie van wissels en kruisingen voorzien worden op een nieuwe plaats.”

Twee weken na aanvang van de werken kon de tram alweer rijden.

Normaal gezien zouden de werken tijdens de paasvakantie uitgevoerd worden. “We zouden de dag na de passage van de Ronde van Vlaanderen beginnen en op paasmaandag afronden”, aldus Jan Gillis. “We waren gestart met de voorbereidingswerken, maar COVID-19 gooide roet in het eten. Onze toeleveranciers konden niet meer leveren en half maart zetten ook wij onze werkzaamheden on hold. Met dank aan de intensieve inspanningen van onze preventiedienst konden we 22 april weer aan de slag en gezien de complexiteit van dit project contacteerden we meteen De Lijn. Het verminderde tram- en autoverkeer – omwille van COVID-19 – indachtig, leek het ons een geschikt moment om dit project aan te pakken. Wij namen zelf het initiatief en contacteerden ook de stad Antwerpen.”

Dankzij de inspanningen van alle betrokkenen kon het huzarenstukje tot een goed einde gebracht worden.

Extra tijdsdruk

De puzzel was bijna gelegd, maar dan kwam het bericht dat de scholen op 15 mei weer mochten opstarten. Jan Gillis: “Dat zorgde voor extra tijdsdruk. We waren intussen eind april en de werken moesten uiterlijk 15 mei zijn afgerond. Door zeer snel te schakelen zijn we begin mei kunnen starten. Met dank ook aan de inspanningen van De Lijn. Een buitendienststelling van een tram en het organiseren van een vervangende bus neemt normaal gezien ongeveer zes maanden in beslag, maar werd in dit project in recordtempo gerealiseerd. Intussen hadden wij ook zo’n 50 leveranciers en onderaannemers gecontacteerd en gevraagd om zich binnen anderhalve week te organiseren.”

Toen het licht op groen sprong, ging Frateur – De Pourcq meteen aan de slag. Jan Gillis: “Met een volledig werfteam zijn we op het project gestort. Onze mensen waren bereid om ook tijdens de weekends en feestdagen in shiften 24 op 24 te blijven werken. Iets wat niet evident was aangezien er ook rekening gehouden moest worden met de veiligheidsmaatregelen wat betreft corona. Dankzij de geweldige inspanningen van alle betrokkenen hebben we dit huzarenstukje tot een goed einde kunnen brengen. Buiten enkele kleine probleempjes is alles heel vlot verlopen en kon de tram op 15 mei weer rijden. Daarna hebben we nog tot begin juni doorgewerkt om de wegbekleding af te werken.”

Een opmerkelijk project, dat door de ervaren spooraannemer Frateur – De Pourcq in goeie banen werd geleid.

Ervaring en expertise

Frateur – De Pourcq heeft veel ervaring in werken voor De Lijn, in het bijzonder in de regio’s Antwerpen, Brussel, Gent en de kust. En die ervaring was in dit bijzondere project cruciaal. “We hebben een goed zicht op mogelijke problemen die zich kunnen voordoen. Niet alleen wat de sporen betreft, maar ook op het vlak van bovenleidingen, wisselsturing en andere factoren zoals ondergrondse leidingen voor bijvoorbeeld verkeerslichtensturing. Dankzij onze ervaring en expertise slagen wij erin om dergelijke complexe projecten in een zeer korte tijdspanne toch op een kwalitatieve manier uit te voeren”, besluit Jan Gillis.