Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
Op bezoek in de proeftuin voor wegmarkeringsproducten
De proeftuin voor wegmarkeringen op de N63 in de buurt van Baillonville.

Op bezoek in de proeftuin voor wegmarkeringsproducten

Op 31 mei 2022 werd op een kort stuk van de N63 tussen Marche-en-Famenne en Luik (in de buurt van Baillonville) een bijzondere tijdelijke werf opgestart. Sinds 2007 worden daar wegmarkeringssystemen getest met het oog op hun goedkeuring in de drie gewesten van ons land. In samenwerking met het SPW nam COPRO er gedurende twee opeenvolgende dagen 22 systemen van vijf verschillende fabrikanten onder de loep. Een precisiewerk dat in wezen fungeerde als een toelatingsexamen voor de BENOR-certificering van deze producten.

Het was een ietwat surrealistisch tafereel: over enkele honderden meters was de rijweg ‘versierd’ met negen evenwijdige witte lijnen van 15 cm breed en 2,5 meter lang, die in meer of mindere mate afgesleten waren. Ook de structuur van de markeringen verschilde soms een beetje, net als de kleur – er was immers ook sprake van gele strepen. Daarnaast stond een overkapping waar COPRO-medewerkers druk in de weer waren met weegschaal en computer, evenalseen aantal bestelwagens en vreemde bouwmachines met bestuurders en begeleiders.

De gastheer van dit evenement was Gauthier Michaux, ingenieur bij SPW Mobilité & Infrastructure en coördinator van het project in Baillonville. Hij was ter plaatse met acht collega’s van SPW om COPRO bij te staan bij de organisatie van deze tweedaagse. Hij werd op zijn beurt geassisteerd door Erik De Bisschop, adviseur weguitrusting bij het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid. Want zoals Gauthier Michaux opmerkt: “De drie gewesten van ons land zijn overeengekomen dat de in Baillonville uitgevoerde tests moeten leiden tot een homologatie op nationaal niveau.” 

Staalname ter plaatse van een wegmarkeringsverf.

Strikte testprocedure

Deze nationale eenheid is echter (nog) niet aan de orde op Europees niveau. Een markeringssysteem dat in België is goedgekeurd, is dat bijvoorbeeld niet automatisch in Frankrijk (en vice versa), omdat de testmethodologie van land tot land verschilt. Daarom worden in Baillonville producten aangetroffen van fabrikanten van verschillende nationaliteiten, waaronder slechts één van Belgische origine. Elk van hen hoopt dat hun producten worden goedgekeurd voor gebruik op de openbare weg in België.

In de norm wordt gespecificeerd dat de proeven moeten worden uitgevoerd op asfalt. De vier gemeten prestatiecriteria zijn zichtbaarheid overdag (of op verlichte wegen), zichtbaarheid ’s nachts (door weerkaatsing van het licht van de koplampen), stroefheid (antislipeigenschappen) en kleur (het wit moet binnen het Europees genormeerde spectrum liggen). Na een eerste meting door COPRO – circa tien dagen na het aanbrengen van de wegmarkering – worden er extra metingen uitgevoerd na ongeveer 1 miljoen en vervolgens 2 miljoen passages van voertuigwielen. In de wegbedekking aan het begin van de werfzone is een telsysteem geïntegreerd. Op dit deel van de N63 passeren er ongeveer 1 miljoen wielen per jaar. 

De gele markeringen worden al na 100.000 passages onderzocht, aangezien zij bedoeld zijn voor wegenwerken, die van nature van tijdelijke aard zijn.

In totaal werden er 22 systemen van vijf verschillende fabrikanten onder de loep genomen.

Lange weg naar certificatie

De praktijktests in Baillonville zijn slechts de eerste stap van het uitgebreide certificeringsproces, dat in goede banen wordt geleid door COPRO. Koen Van Daele, Certification Manager bij COPRO: “De eisen waaraan de markeringen moeten voldoen zijn opgenomen in de bestekken van de drie gewesten. Bovendien beschrijven de technische voorschriften (PTV’s) de verwachte prestaties voor de verschillende soorten markeringen: wegenverven, thermoplasten, koudplasten en geprefabriceerde markeringen. Door de periodieke metingen in Baillonville kan COPRO nagaan of een markeringssysteem voldoet aan de eisen van het bestek en de PTV’s. Indien het systeem van de fabrikant niet slaagt voor deze tests, eindigt de procedure daar. Als het product daarentegen wordt goedgekeurd, kan de fabrikant besluiten al dan niet door te gaan met de certificeringsprocedure. Indien het antwoord positief is, laten COPRO de stalen uit Baillonville analyseren door een erkend laboratorium. COPRO zal de resultaten vervolgens vergelijken met de eisen uit de PTV. Als het markeringssysteem hieraan voldoet, kan het worden gecertificeerd en wordt er een document van technische goedkeuring opgesteld. Tot slot vult de fabrikant een technische fiche in op het COPRO Extranet, met inbegrip van de aanbevolen dosering, die door COPRO wordt gevalideerd. Pas dan – na een periode van ongeveer twee jaar – is de certificeringsprocedure volledig afgerond.” 

De COPRO-inspecteurs in actie, ondersteund door SPW-medewerkers.

Vanaf dat moment kan het product worden geproduceerd, geleverd en toegepast op de openbare weg. Het is de verantwoordelijkheid van de gewesten om te controleren of de aannemer in kwestie zich houdt aan de verschillende parameters die in de technische fiche worden vermeld. Het goede nieuws is dat de certificering geldig blijft totdat de fabrikant het product van de markt haalt of vervangt door een nieuwe versie. COPRO voert jaarlijks ook twee inspecties uit in de productie-eenheid waar het product wordt vervaardigd. Het is immers de bedoeling dat het geproduceerde product identiek is aan het gecertificeerde product.

Joris Spruyt, technisch directeur bij ACB, de enige Belgische fabrikant die dit jaar in Baillonville aanwezig was: “Het is onmogelijk om voor alle geteste producten een goedkeuring te verkrijgen, vermits ze nog in de experimentele fase zitten en van jaar tot jaar verbeterd moeten worden. Bovendien moeten we geduld hebben, want de producten die we vandaag laten testen, zullen pas over twee jaar op de markt komen. We hebben echter vertrouwen in de goede afloop.”

Erik De Bisschop: “Voor het Agentschap Wegen en Verkeer is deze goedkeuringsprocedure erg waardevol, vermits onze collega’s die de bestekken opstellen gemakkelijk kunnen controleren of een bepaalde markering al dan niet voldoet aan de vereiste prestaties. Zo kan er veel tijd gewonnen worden tijdens de gunningsprocedure.”

Ook de gele markeringen voor wegwerkzaamheden worden aan een grondige controle onderworpen.

Toekomstige (r)evoluties

Hoewel de overschakeling op ledtechnologie voor weg- en voertuigverlichting geen gevolgen heeft voor de eisen die aan wegmarkeringen worden gesteld, doen zich toch enkele bijzondere ontwikkelingen voor. In Wallonië wil de politiek er bijvoorbeeld voor zorgen dat de gebruikte wegenverven vanaf 2023 geen oplosmiddelen meer bevatten (lees: enkel wegenverven op waterbasis zullen nog toegelaten zijn). Erik De Bisschop: “In Vlaanderen zitten er nog geen soortgelijke maatregelen in de pijplijn. Anderzijds is het belangrijk om te benadrukken dat wegmarkering in de toekomst niet aan belang zal inboeten, integendeel! Het is een voortdurende bron van informatie over de weg. Dit is onder meer cruciaal voor de besturing van autonome voertuigen.”     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details