Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
Tweede fase kaaimuur-verdieping vraagt om langere staafankers

Tweede fase kaaimuur-verdieping vraagt om langere staafankers

Om de tankopslagplaatsen van Noord Natie Terminals in de Antwerpse haven toegankelijk te maken voor grotere schepen, is in 2017 de kaaimuur aan de noordzijde van het Vierde Havendok verdiept en uitgebreid. Dat gebeurde met 154 staafankers met een nominale diameter van liefst 75 mm, geproduceerd door DYWIDAG-Systems International. Die eerste fase kreeg sinds eind 2019 een vervolg, met meer dan 300 geplande ankers verspreid over drie jaar.

Noord Natie Terminals legt zich toe op de opslag en verwerking van vloeistoffen. De bestaande kaaimuur aan de haventerminal van het bedrijf – aan de noordzijde van het Vierde Havendok – moest verdiept worden om er schepen met een diepgang van 14 meter te kunnen laten aanmeren. Dit vereiste zowel baggerwerken voor de verdieping van de bestaande kaaimuurfunderingen als de bouw van een nieuwe kaaimuur.

“1.155 ton per anker”

154 staafankers met een nominale diameter van 75 mm (75 TR) en lengtes tussen 29,5 en 33 meter zorgen in die eerste fase voor de stabiliteit. Al bij al gaat het om goed 225 ton ankermateriaal, op maat geproduceerd en geleverd door specialist DYWIDAG-Systems International (Dywidag). “Het was de eerste keer dat we voor een Belgisch project geprefabriceerde ankers met een dergelijke diameter moesten maken”, vertelt Piet Vandaele, Business Manager van Dywidag. “Een bijkomende moeilijkheid was de totale lengte van de ankers en het bijhorende gewicht. Staafankers met een diameter van 75 TR wegen 35 kilo per meter, wat voor de grootste exemplaren neerkomt op een gewicht van 1,155 ton per anker.

img_1127-kopieren

Voor de tweede fase van de werken levert Dywidag meer dan 300 nieuwe ankers van 38 meter.

 

Perfecte uitlijning door koppelmof

Eind 2019 volgende een nieuwe bestelling bij Dywidag. Voor de tweede fase van de werken levert het bedrijf meer dan 300 nieuwe ankers van 38 meter, nog langer dan die in fase 1. Die worden, net zoals in die eerste fase, aan elkaar gekoppeld op de werf met behulp van een geharde koppelmof. Via een systeem met schragen kon Smet-F&C de ankerdelen perfect uitgelijnd met elkaar verbinden. “Allereerst hebben we er via een specifiek schroefmechanisme voor gezorgd dat de koppelmof zich exact in het midden bevindt”, legt Piet Vandaele uit. “Vervolgens is er een op maat gesneden kunststofbuis met een wandikte van 8mm over geplaatst en is de ruimte tussen de koppelmof en de kunststofbuis opgevuld met vet, dat geïnjecteerd werd via twee kleine gaatjes. Tot slot is het geheel afgedicht met een krimpkous. Al bij al is er nauwelijks sprake van een verdikking – de speling tussen de bescherming van de koppelmof en de buitendiameter van de buis bedraagt slechts enkele millimeters, het absolute minimum. De puzzel viel dus mooi in elkaar.”

Uitschuifbare vrachtwagens

Die puzzel legde Dywidag ook op logistiek vlak. Het bedrijf deelde elk anker in twee en vervoerde die vanuit de Duitse vestiging van het bedrijf in Königsbrunn in uitschuifbare vrachtwagens. In de Antwerpse haven werden ze aan elkaar gezet en in één stuk in de ankernissen geplaatst. “We moesten de staven – op lengtes van 19 meter – ook laten walsen binnen een termijn van drie weken voor de aanvang van de werken,” somt Vandaele enkele uitdagingen op.

img_1120-kopieren

De staven zijn bij de plaatsing in het boorgat opnieuw omhuld met cement.

 

Ribbelbuis met grout

De staven zijn ook uitgerust met een dubbel corrosiebeschermingssysteem. “Ze zijn in de fabriek omhuld met een ribbelbuis, die op haar beurt gevuld is met grout”, licht Piet Vandaele toe. “Een afstandshouder zorgde ervoor dat de staven mooi gecentreerd bleven in de ribbelbuis en dat het cement zich gelijkmatig kon verdelen. Nadien zijn de staven bij de plaatsing in het boorgat opnieuw omhuld met cement. Al bij al was dit een zeer mooi project, temeer omdat we zoals steeds het volledige pakket hebben geleverd: niet alleen het anker zelf, maar ook alle toebehoren (moffen, vet, ankerplaten, moeren …) en assemblagetekeningen. Dat maakte het voor alle partijen overzichtelijk en controleerbaar. Een groot voordeel was wel dat we in deze tweede fase met dezelfde partijen – Smet-F&C, het Havenbestuur Antwerpen en controlebureau Seco – konden samenwerken.”      

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details