Het nieuwe station van Mechelen rijst stilaan uit de grond. Aannemer CIT Blaton bouwt de nieuwe perrons 11 en 12 van de spoorbypass en werkt aan de overkapping ervan. De spoorbypass is een nieuwe spoorlijn van 3,2 km die twee extra sporen en 2 nieuwe perrons aan de achterkant van het station van Mechelen omvat. Deschacht hertekende het rioleringsplan en leverde de leidingen om het water af te voeren van het dak, de noodoverlaat van het dak en de spoorbakken onder de sporen.
In 2012 begonnen in Mechelen de werken aan het stationsproject. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de NMBS, Infrabel, De Lijn, de stad Mechelen en de Vlaamse overheid. Gespreid over meerdere jaren komt er onder meer een nieuw dubbelspoor aan de huidige spoorlijn Brussel-Antwerpen, een nieuwe ontsluitingsweg tussen de Brusselsesteenweg en het Douaneplein en een autotunnel tussen de Leuvensesteenweg en het station. Verder wordt het huidige trein- en busstation compleet herbouwd, waar prima accommodaties en verbindingen voor fietsers en voetgangers worden voorzien.
Om tegemoet te komen aan de vraag naar meer capaciteit en om in te spelen op de noden voor de hogesnelheidstrein, wordt het aantal sporen en perrons opgevoerd van 10 tot 12. De bouw van de overkapping van die nieuwe perrons is momenteel in volle ontwikkeling. Senior projectmanager Frank Denys van CIT Blaton licht toe: “De overkapping heeft een oppervlakte van 3000 m². Om het water van de noodoverlaat en de spoorbakken af te voeren, waren in het ontwerp onder andere horizontale hogedrukleidingen voorzien. We moesten die ter plekke luchtdicht aan elkaar lassen in moeilijk toegankelijke zones onder de spoorbak. Dat was onmogelijk. Daarom hebben we samen met Deschacht het ontwerp herbekeken en beslisten we om die afvoerleidingen met hoge vullingsgraad te vervangen door PP-buizen. Ook om het regenwater van de overkapping af te voeren, gebruikten we PP-buizen.”
Het gebruik van PP-buizen biedt twee grote voordelen. “Je koppelt de buizen aan elkaar met gewone mofverbindingen en je installeert ze ook op de ‘klassieke’ manier”, verduidelijkt Frank Denys. “Dat maakte de plaatsing voor ons heel wat makkelijker. Deschacht bestudeerde de afvoerleidingen en voerde een studie uit om de juiste materialen, debieten en beugelsterktes te bepalen. Zo kwamen we tot PP-leidingen met een diameter van 315, 400 en op sommige plaatsen zelfs 630 mm. Wanneer daar water door stroomt, is dat een enorm gewicht. Ook de beugels moeten dus sterk genoeg zijn en extra verankerd worden om de buizen rotsvast op hun plek te houden.”
De keuze voor Deschacht was voor CIT Blaton een logische keuze. “We kozen voor Deschacht omdat we een pragmatische oplossing zochten die haalbaar was om uit te voeren. Hun studiedienst bestudeerde welke materialen die afvoerleidingen het beste konden vervangen, berekende alles en werkte het hele idee uit tot een volledig uitvoeringsdossier. Het contact met de mensen van Deschacht loopt altijd vlot. En natuurlijk spelen ook hun concurrentiële prijzen een rol”, besluit Frank Denys.