‘Boomen’ vindt hij een sterk woord, maar dat het goed gaat met de Belgische infrasector beaamt Erwin Malcorps volmondig. En daar mogen we volgens de managing director van Sweco Belgium gerust wat steviger mee uitpakken in de sterk veranderde infrasector. “De sector is veel complexer, maar daardoor ook beter geworden. En België kan teren op een uitstekende expertise”, klinkt het.
Sinds 2011 staat Erwin Malcorps, burgerlijk ingenieur van opleiding, aan het hoofd van Sweco Belgium en sinds kort is de 45-jarige CEO ook trots lid van het Executive Team van Sweco.
Is toetreden tot het Executive Team een belangrijke stap voor Sweco Belgium?
Erwin Malcorps: “Het is vooral een erkenning voor wat we met Sweco Belgium bereikt hebben. Je voelt intern dat de medewerkers fier zijn en dat geeft een zekere boost. In de aangepaste structuur zijn Sweco Belgium en Sweco UK nu nieuwe Business Areas. Tot vorig jaar waren wij onderdeel van de Business Area Western Europe, met daaronder bijvoorbeeld ook Groot-Brittannië en enkele kleinere landen. Dankzij de sterke groei – van 800 naar ruim 1.000 medewerkers in drie jaar tijd – en de mooie resultaten wordt België nu als autonome regio bekeken en gerapporteerd.”
Verandert er veel in de praktijk?
“Nee, we gaan vooral verder op de ingeslagen weg. Dat wij als autonome regio worden behandeld, past helemaal binnen het businessmodel van Sweco. ‘Decentralized responsibility’ zit ingebakken in het bedrijf. Wat wel verandert is dat ik nu een rechtstreekse stem heb in het Executive Team en dat ik strategische beslissingen mee in een bepaalde richting kan helpen duwen. De uitstekende expertise die België te bieden heeft, kan nu binnen de groep nog extra in de verf gezet worden.”
Hoe doet België het vandaag in de sector?
“Zeer goed, maar ‘boomen’ vind ik een sterk woord. België heeft een zware crisis meegemaakt, de zwaarste van de laatste decennia. Maar de voorbije jaren stegen de prijzen en kwam er weer meer werk op de markt. En vandaag heb ik het gevoel dat we terug op een normaal niveau acteren. We beschikken vooral over een uitstekende expertise en veel knowhow. En daar mogen we gerust trotser op zijn. Op het vlak van civieltechnische kennis en waterbouw kunnen we onze voet bijvoorbeeld zeker naast die van Nederland zetten. Wat onderwijs, opleidingen en ervaring betreft, scoort België Europees heel sterk.”
We zijn dus gewapend voor de sterk veranderde infrasector?
“Zeker weten. En de infrastructuursector is enorm veranderd. Vooral de manier waarop studies worden uitgevoerd en dossiers worden aangepakt. Vroeger volstonden een ingenieur en twee tekenaars om een dossier van a tot z te ontwerpen en uit te voeren. Omwille van alle automatismen is het aantal tekenaars vandaag sterk gereduceerd. En met bodemspecialisten, hydraulicaspecialisten, civieltechnische ingenieurs, landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, natuurspecialisten,… worden steevast specifieke experts ingeschakeld. De sector is dus veel complexer geworden, zeker op studieniveau.”
Complexer, maar ook beter?
“Daar ben ik van overtuigd. Dossiers worden inhoudelijk beter bekeken dan 30 jaar geleden. Wij hadden de reputatie van betonboeren, maar als je vandaag kijkt naar projecten, dan merk je een veel grotere landschappelijke integratie. En dat zorgt dan weer voor een groter maatschappelijk draagvlak.”
Voor welke grote uitdagingen staat de Belgische infrasector in het algemeen en Sweco Belgium in het bijzonder?
“De grootste uitdaging – en dat geldt zowel voor Sweco Belgium als de hele sector – is het vinden van de juiste mensen en die dan ook houden. Wij zetten daarom ook sterk in op het welzijn van de medewerkers. En op het aantrekken en de vorming van jonge mensen. Interne opleiding is prominent aanwezig in de Sweco-structuur. Bij het aanwerven hebben attitude en persoonlijkheid dan ook een grotere invloed dan de effectieve competenties. Sweco wil globaal niet per se de grootste zijn, maar wel de beste dienstverlener en de meest toegewijde partner. En de Belgische strategie past daar perfect in.”