Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
West-Vlaams Stevin-project brengt hoogspanningskabels ondergronds

West-Vlaams Stevin-project brengt hoogspanningskabels ondergronds

Offshore windmolenparken aan de Belgische kust, stijgende productie van duurzame energie én de continue groei van de haven van Zeebrugge. Dat waren enkele redenen voor netbeheerder Elia om in 2015 te starten met de bouw van het Stevin-project. De omvangrijke infrastructuurwerken moeten de elektriciteitsbevoorrading in West-Vlaanderen en de rest van België garanderen. In navolging van de nieuwe verbinding van 380 kiloVolt – de kern van het project – voert Elia ook enkele andere infrastructuurwerken uit. Zo brengt de netbeheerder samen met studiebureau Antea Group een 150 kV-verbinding tussen Brugge en Eeklo ondergronds. 

De 47 km lange 380 kV Stevin-verbinding tussen Zeebrugge en Zomergem is van groot belang voor de energievoorziening in West-Vlaanderen, en bij uitbreiding het hele land. Stevin zal de energie van de nieuwe windparken op zee aan land brengen en laat toe om groene energieprojecten in de regio te realiseren. Het ondersteunt daarnaast de groei van het Zeebrugse havengebied en maakt de uitwisseling van energie met het Verenigd Koninkrijk – via de onderzeese Nemo-kabel – mee mogelijk. 

Die nieuwe verbinding zal een energiecapaciteit tot 3.000 megawatt kunnen vervoeren: het equivalent van 3 grote kerncentrales. “Tot voor kort hadden we geen ‘autosnelweg van elektriciteit’ – lees: een verbinding van 380 kV –  in het noorden van West-Vlaanderen”, zegt Arianne Mertens, program manager bij Elia en verantwoordelijk voor het volledige Stevin-project. “Die hebben we nu wel, wat ons net verder klaarstoomt voor de toekomst.”

De nieuwe ondergrondse 150 kV-verbinding bestaat uit twee draadstellen van elk drie kabels in een sleuf van ongeveer 1.7 m breed en 1.5 m diep.

Masten weg, verbinding onder de grond

Elia koppelde verschillende deelprojecten aan Stevin. Zo brengt de netbeheerder een bestaande 150 kV-lijn ondergronds en breekt het nog een andere bestaande 150 kV-lijn af. Mertens: “De nieuwe 380 kV Stevin-verbinding zorgde voor meer hoogspanningsmasten in West-Vlaanderen en het Meetjesland. Samen met enkele stedelijke en gemeentelijke besturen besloten we daarom om twee bestaande bovengrondse lijnen van 150 kV af te breken om het landschap te vrijwaren. Eentje ervan wordt wel opnieuw ondergronds aangelegd om de elektriciteitsbevoorrading van de lokale regio te verzekeren. Hierdoor zullen er na de realisatie van het project in totaal minder hoogspanningslijnen zijn dan vóór het project: 37 km nieuwe bovengrondse lijn tegenover 55 km bestaande lijnen die worden afgebroken.”

De nieuwe ondergrondse verbinding loopt van het station Brugge Waggelwater tot aan Eeklo-Noord, over het grondgebied van Brugge, Damme, Maldegem, Sint-Laureins en Eeklo. De bovengrondse lijn die ten noorden van Maldegem loopt, verdwijnt zo op termijn.

30 segmenten

De nieuwe ondergrondse 150 kV-verbinding bestaat uit twee draadstellen van elk drie kabels in een sleuf van ongeveer 1.7 m breed en 1.5 m diep. Tegelijk legt Elia per draadstel ook een optische glasvezelkabel in de sleuf die de communicatie regelt tussen de twee stations aan de uiteindes van de nieuwe verbinding. Over het grootste deel van het tracé werkt Elia met een standaard open sleuf, maar in bepaalde gevallen moet het anders, bijvoorbeeld met wachtbuizen of gestuurde boringen bij drukke kruispunten of waterwegen.

De aannemers plaatsen de kabels in 30 segmenten van ongeveer 1 km en lassen ze telkens in de koppelingsput aan elkaar. Om de drie koppelingsputten langs het tracé staan bovengrondse verbindingskasten om de elektrische verliezen van de kabelverbinding te beperken of te elimineren. “Het makkelijkst zou zijn om de deellengtes mooi na elkaar af te werken, maar dat ging bij dit project niet, sommige delen konden we niet uitvoeren in bepaalde periodes, bijvoorbeeld tijdens het broedseizoen, waardoor we moesten verspringen naar een andere locatie”, zegt Mohamad Amri, projectleider bij Elia.        

“Deze maand ronden we de aanleg van de laatste kabelsegmenten af, en zorgen we voor de koppelingen. In december volgt dan de hoogspanningstest. Als die goed verloopt, rekenen we op indienstname in januari 2020. Daarna werken we nog door aan de herstelling van het originele landschap, denk maar aan wegenis, bermen en akkers.”

“Het voordeel bij werken op privaat domein – in de akkers dus – is de beperkte invloed op verkeer en omwonenden. De weersomstandigheden spelen daar wel een grotere rol.”

Van stad naar akker

Het hele project werd bij aanvang opgedeeld in drie loten. Lot 1 is het traject van circa 5 km in de stad Brugge, lot 2 is een mengeling van kleinere wegen en akkers over 15 km tussen Brugge en Maldegem. Lot 3 houdt de laatste 10 km in naast de N49, ook grotendeels in akkers. Bij elk lot passen de bouwpartners andere aanlegmethoden toe. Mohamad Amri: “Het voordeel bij werken op privaat domein – in de akkers dus – is de beperkte invloed op verkeer en omwonenden. De weersomstandigheden spelen daar wel een grotere rol. Wanneer het hard begint te regenen, zijn delen van de werfwegen soms moeilijk berijdbaar. Lot 1 ligt volledig in verstedelijkt gebied: de werfzone is daar gewoon de openbare weg, maar de invloed op de omgeving is veel groter. Omwonenden en handelaars moeten te allen tijde toegang hebben tot hun woning of zaak.”

Natuurlijk zorgden enkele plekken onderweg voor de nodige technische uitdagingen. Katty Pouilliart, senior projectingenieur bij Antea Group, het studiebureau dat het project opvolgt: “Een aantal gestuurde boringen gingen tot ongeveer 30 m diep. De eerste boring die we uitvoerden – aan Brugge Waggelwater – ging onder het kanaal Gent-Oostende door en kwam uit in een smalle straat. In die smalle straat moesten de kabels onmiddellijk 180 graden draaien om parallel met het kanaal verder te gaan. De lus die daarvoor nodig was, maak je normaal met een straal van 5 m. Maar de beperkte breedte van de straat maakte het wel moeilijk om dat vlot uit te voeren.”

Ook het archeologische proces zorgde voor een uitdaging om de werken binnen de voorziene termijn uit te voeren. Arianne Mertens: “Er gelden nieuwe regels waarbij we de impact voor de archeologie in kaart moesten brengen. Omdat we voor een groot deel in de velden werkten en dus veel uitgravingen uitvoerden, was die impact groot. We hebben onze werkmethodes aangepast om de impact op het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te beperken.” Mohamad Amri vult aan: “Normaal kunnen we vlot 800-900 m aan een stuk doorwerken. Nu zorgde de werfbegeleiding van archeologen voor wat vertraging.”

De aannemers plaatsen de kabels in 30 segmenten van ongeveer 1 km en lassen ze telkens in de koppelingsput aan elkaar.

 

Vergunningen, uitvoering en werfopvolging

Antea Group was als studiebureau erg nauw betrokken bij dit project. Mohamad Amri: “Normaal besteedt Elia enkel het vergunningsdossier, uitvoeringsdossier en as-builtdossier uit. Hier kozen we er echter voor om ook de werfopvolging aan Antea Group toe te vertrouwen.”

“We werken hier inderdaad mee van A tot Z”, vult Katty Pouilliart aan. “We startten met een basistracé dat door Elia reeds was afgetoetst met een aantal administraties. Daarna verzamelden we de basisgegevens voor het project: de bestaande nutsleidingen, de kadastrale gegevens en de juiste opmetingen van de bestaande toestand. We werkten het tracé uit op technisch vlak – wijze van kruisingen met bestaande elementen zoals waterlopen, wegenis en leidingen, en bepalen een werkstrook met zo weinig mogelijk impact op de omgeving – en toetsten dan samen met Elia dat voorlopige tracé af bij de lokale besturen om zo definitieve tracé te bepalen, zodat we de plannen konden finaliseren en de nodige vergunningen aanvragen. Dat was hier een uitdaging, omdat we de omgevings-vergunningsaanvraag – met nieuwe richtlijnen voor opmaak plannen – voor het eerst moesten toepassen.”

“Verder maakten we een technisch bestek op om prijs te vragen aan potentiële aannemers en ondersteunden we Elia bij de selectie. Naast de opmaak van vergunningsplannen en bestek zorgden we eveneens voor de vereiste milieudocumenten en een technisch verslag grondverzet. Voor zo’n omvangrijk project zijn dus heel veel verschillende competenties nodig. Het voordeel bij Antea Group is dat we voor al die disciplines gespecialiseerde werknemers hebben. Dat maakt dat we de opdrachtgever doorheen de verschillende aspecten van deze studie kunnen gidsen.”

Mohamad Amri: “We werken al sinds 2006 samen met Antea Group voor verschillende projecten en hebben dus een stevige band opgebouwd. Het totaalplaatje is voor ons belangrijk: Antea Group kan alle onderdelen van zo’n project aan, levert kwaliteit en geeft ons één aanspreekpunt – hier dus Katty – die het hele project voor ons begeleidt. Dat geeft ons de zekerheid van een kwalitatief eindresultaat.”   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details