Vrachtschepen, stroming en een wegvarend aponton
Een brugrenovatie over de Schelde in Dendermonde: het leek voor Renotec een standaardproject. Maar een aantal omgevingsfactoren maakten het werk toch spannend voor de renovatie- en restauratiespecialist uit Geel. Niet in het minst de grote vrachtschepen die rakelings voorbij de werfzone voeren.
De Scheldebrug in Dendermonde bevond zich niet meer in de beste staat. Een totaalrenovatie drong zich dus op. Een project dat AVW Oost-Vlaanderen gunde aan Renotec, in een tijdelijke maatschappij met Colas dat voor de asfaltwerken en de renovatie van het aanpalende kruispunt instaat. De opdracht voor Renotec: de brug vanop de draagstructuur opnieuw opbouwen en die structuur ook verder verstevigen.
De bovenbouw was niet zo’n grote uitdaging voor het team, al moest Renotec wel 40 ton aan mortel plaatsen om zowel een mooi dwars- als langsprofiel in de draagstructuur van de brug te creëren. Dat is voor zo’n brugproject een grote hoeveelheid. Thomas Mertens, projectleider bij Renotec: “Maar doen we dat niet en creëren we het volledig nieuwe dwars- en langsprofiel enkel met asfalt, dan zie je in geen tijd terug rijsporen en andere schade opduiken.”
De onderbouw van de brug was een heel ander verhaal. Mertens: “De Schelde is, onder andere in Dendermonde, een cruciale ader in onze binnenvaart. Er passeerden dus veel vrachtschepen tijdens de werken. En net voor de brug zat een heel scherpe bocht. Het gevolg: Die grote boten – tot wel 100 meter lang en 12 meter breed – driften door die bocht richting de oever en komen op die manier in onze werfzone terecht. We hadden vooraf veel gesprekken met De Vlaamse Waterweg om de veiligheid, zowel voor ons als voor de schepen en hun bemanning, te garanderen. Met veel maatregelen tot gevolg, zoals boeien op exact aangegeven plaatsen, vooraankondigingen aan de oever en in de sluizen, scheepvaartsberichten, voldoende scheepvaartsignalisatie die ’s nachts verlicht diende te worden op basis van zonnepanelen, en ga zo maar door.”
Een probleem dat daar bovenop kwam: bij laagtij kwam een extra fundering tevoorschijn, waardoor de 60 meter die voorzien was tussen de brugpijlers plots maar 40 m bedroeg. Dat deed de beschikbare ruimte per brugdeel slinken met 10 m. “Je wil ook niet net naast die fundering of de passage van die grote boten liggen,” zegt Mertens, “wat de zone voor onze werkzaamheden beperkte tot maar 15 m per pijler. Dat is niet veel, natuurlijk.”
Wat ook tijdens de uitvoering naar boven kwam: de stroomsnelheid in die zone van de Schelde was vrij groot en de ondergrond waarin de spudpalen van het ponton werden verankerd – maar helaas ook niet konden indringen, wat juist de bedoeling is van dergelijke spudpalen – kon die stroming niet aan. Daardoor bleef het ponton niet goed vastzitten en dreef het iedere dag wat weg van zijn oorspronkelijke positie. De boot van Renotec moest het gevaarte zowel overdag als ‘s nachts opnieuw op zijn plaats brengen. Uiteindelijk werd het ponton zelfs vastgelegd aan de pijlers terwijl de boot voortdurend in de buurt moest blijven. Gelukkig bleef het driften van de vrachtschepen slechts beperkt tot één oever, wat de meest gevaarlijke uitdaging was. “Maar dat was wel de oever van de aanvangsfase. We moesten dus meteen vol aan de bak om de veiligheid te garanderen,” lacht Thomas.
Snel schakelen en intensief communiceren, dat was een vereiste voor dit project. “Maar het was duidelijk dat alle partners er een heel mooi project van wilden maken,” zegt Thomas. “Samen met bouwheer AWV en andere betrokken partijen zoals Infrabel en De Vlaamse Waterweg hebben we deze klus uiteindelijk erg vlot geklaard.”