Tagarchief: Jan De Nul Group

Jan De Nul haalt installatiecontract binnen voor Deense offshore windparken Vesterhav Nord & Syd

Jan-De-Nul-Group-kopiëren
Lees het gehele artikel
  • Jan De Nul zal 41 windturbines van elk 8.4 MW transporteren en installeren voor de Deense kust.
  • Deze windmolenparken zullen jaarlijks 380.000 Deense gezinnen van groene energie voorzien.
  • Het einde van de werken is voorzien voor augustus 2023. 

Jan De Nul Group zal in opdracht van Vattenfall instaan voor het transport en de installatie van de windturbines voor de offshore windparken Vesterhav Nord & Syd. Eens operationeel, zullen deze Deense windparken voorzien in het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 380.000 gezinnen. Jan De Nul zal voor dit project het jack-up installatieschip Vole au vent inzetten. 

In totaal zal Jan De Nul 41 Siemens Gamesa windturbines installeren. Om de componenten van deze turbines zeevast te kunnen transporteren, is een ontwerp op maat nodig. Jan De Nul zal zelf instaan voor dit ontwerp, toezien op de fabricage ervan en de effectieve ombouw van het scheepsdek uitvoeren. Verder ontfermt Jan De Nul zich ook over de nodige gerelateerde studies  voor de installatie van de windturbines. 

Jan Van Impe, Area Manager Offshore Renewables Jan De Nul Group: “We zijn vereerd met de toekenning van dit contract. Het bevestigt de vaste waarde en betrouwbare partner die we in de hernieuwbare offshore sector zijn. Recent installeerden we nog 72 windturbines voor het grootste offshore windpark in Denemarken, Kriegers Flak. We kijken ernaar uit om samen met Vattenfall verder te bouwen op deze ervaring.”

Bart Willems, Commercieel verantwoordelijke Offshore Wind Jan De Nul GroupDenemarken trekt zwaar de kaart van de groene energieproductie. Dit project is een mijlpaal en het maakt ons trots dit samen met hen te mogen realiseren. We hebben het materieel, de ervaring en motivatie om dit soort uitdagende projecten te realiseren.” 

Beide windparken situeren zich voor de Deens oostkust en zullen tegen eind 2023 operationeel zijn.

Bouw tweede bouwkuip voor stormvloedkering in Nieuwpoort bereikt eindfase

Overzichtsfoto-februari-2021-leegmaken-bouwkuip-RO-en-landh-1
Lees het gehele artikel

De stormvloedkering zal de noodzakelijke bescherming bieden aan de haven, de stad Nieuwpoort en haar hinterland. In een tijdelijke maatschappij nemen Jan De Nul Group en Herbosch-Kiere het indrukwekkende project bij de horens. Nadat in een eerdere fase al de bouwkuip op linkeroever werd gerealiseerd, heeft ook de bouwkuip op rechteroever nu een eindfase bereikt. “Het ontwerp en de plannen, de beschoeiingen, de funderingen, en de betonwerken worden allemaal uitgevoerd met eigen middelen en eigen knowhow”, klinkt het trots.

Om de kust en het hinterland te beschermen tegen zware stormvloeden keurde de Vlaamse Regering in 2011 het Masterplan Kustveiligheid goed. Stormvloeden vormen immers één van de belangrijkste natuurlijke bedreigingen in de Noordzeeregio. De kusthavens zijn vandaag het meest bedreigd met overstromingsgevaar in geval van zwaar stormweer. Ook Nieuwpoort en haar hinterland zijn niet voorbereid op de hoge waterstanden die met zware stormen gepaard gaan. Om Nieuwpoort en omgeving te beschermen stelt het Masterplan de noodzaak voor de bouw van een stormvloedkering op de monding van de IJzer voorop. Na grondige studies en een architecturaal ontwerp werd gekozen voor een horizontale sectorschuif met een doorvaartbreedte van 38 m.

Tijdelijke maatschap

Voor het project in Nieuwpoort werd de TM Herbosch-Kiere/Jan De Nul opgericht. Deze bouwt in opdracht van het agentschap MDK (Maritieme Dienstverlening en Kust) van de Vlaamse overheid een beweegbare stormvloedkering – beweegbare keringen in waterwegen, riviermondingen en zeearmen die in geval van extreem hoogwater sluiten – op de monding van de IJzer. De kering in Nieuwpoort is een beweegbare stalen constructie die in ‘parkeerstand’ verdiept ligt in een betonnen drempel op de bodem van de IJzer. Wanneer er een stormvloed voorspeld wordt kan de kering 90° gedraaid worden. Deze roteert rond twee gietstalen assen die aan beide landhoofden zijn verankerd. Voor het onderhoud kan deze nog eens 90° extra draaien, dus 180° in totaal. Zo wordt de goede werking ervan steeds gegarandeerd.

Overzichtsfoto – februari 2021 – leegmaken bouwkuip: De stormvloedkering zal de noodzakelijke bescherming bieden aan de haven, de stad Nieuwpoort en haar hinterland.

Vandaag is de bouwkuip op rechteroever klaar om het landhoofd in op te bouwen. 53 stalen buispalen en evenveel damplanken zorgen ervoor dat de arbeiders in het droge kunnen werken. In de kuip zijn nog eens 42 buispalen geheid als fundering voor het landhoofd. Het onderwaterbeton werd gestort, de bouwkuip werd droog gezet en in de paasvakantie werd de wapening voor de vloerplaat geplaatst. De aanvoer van alle materialen gebeurde zoveel mogelijk buiten de diensturen van het veer. “De bouwkuip op rechteroever is eigenlijk een exacte kopie in spiegelbeeld van de bouwkuip op linkeroever”, vertelt Arnold Feys, projectleider bij Jan De Nul Group. “Door de kennis en ervaring van de werken op linkeroever hebben we de uitvoeringsmethode kunnen optimaliseren.”

Drempel

Als alles volgens planning verloopt, worden in de loop van juni de torenkranen geplaatst om te starten met het bekistingswerk van het landhoofd op rechteroever. “Het landhoofd op linkeroever is reeds klaar, op de dakplaat na”, licht Koen Ameye, hoofdwerfleider bij Herbosch-Kiere, toe. “Als ook het landhoofd op rechteroever klaar is, wordt de drempel – de verbinding tussen beide landhoofden – gerealiseerd. De drempel is een betonnen constructie die we tot onder het bodempeil van de ijzer laten zakken. De constructie wordt volgens de planning in het voorjaar van 2022 gemaakt op een afzinkponton op het terrein van Herbosch-Kiere. Nadat de drempel op een ponton naar Oostende is gevaren, neemt de hijskraan het over om de drempel naar de juiste locatie in Nieuwpoort te verplaatsen.”

Weersafhankelijk

In een latere fase, in 2023 en 2024, wordt alles op het vlak van elektromechanica, hydraulica en staal geïntegreerd. Voor de start van het totale project moeten we intussen al ruim drie jaar terug in de tijd. Arnold Feys: “Over het algemeen zijn we zeker tevreden over hoe dit project vordert. We hadden al verder kunnen staan, maar er zijn uiteraard altijd onvoorziene omstandigheden waar we geen vat op hebben. Zo zijn we bijvoorbeeld heel erg weersafhankelijk. De locatie is zeer windgevoelig en bij stevige deining en hoge golven kunnen we geen heiwerken uitvoeren of slib afvoeren. Ook bij het uitgraven van de bouwkuip kwamen we onvoorziene dingen tegen in de grond. Dat zijn allemaal zaken die we niet in de hand hebben, maar uiteindelijk heeft dit zeker niet voor grote problemen gezorgd. Ook omdat we organisatorisch kunnen bijsturen. We hebben wel gevraagd om komende zomer tijdens het bouwverlof te blijven verwerken. De plaatsingsdatum van de drempel, in mei 2022, is namelijk een cruciale datum omdat de voorbereidingswerken in de vaargeul voor de nodige hinder voor de scheepvaart zullen zorgen.”

Uitdagingen

Voor zowel Jan De Nul als Herbosch-Kiere, twee ervaren spelers in het vak, past deze opmerkelijke opdracht perfect binnen hun kraam. “Maar dat betekent niet dat we niet voor uitdagingen komen te staan”, vertelt Koen Ameye. “Er zijn behoorlijk wat bijzondere technieken die worden toegepast, zoals het onder water afbranden van buizen. Ook de heiwerken waren allesbehalve alledaags omwille van de locatie, in combinatie met moeilijke weersomstandigheden. Veder komt er ook heel veel specifiek duikwerk aan te pas.” Arnold Feys bevestigt en benadrukt het unieke karakter van het project. “Voor België is deze stormvloedkering een absolute primeur.       

In Europa zijn er maar enkele van dit soort keringen te vinden. Ook de omvang van de landhoofden en de grote diepte maken het zeer specifiek. Net als de elektromechanica en de plaatsing van de grote stalen klep in een latere fase. Als we puur kijken naar grootorde en het financiële plaatje, dan hebben we al grotere opdrachten afgewerkt, maar op technisch vlak is dit zeker een opmerkelijk project.”

De beweegbare stalen kering is een constructie die om een horizontale as roteert. De kering ligt in parkeerstand verdiept in een betonnen drempel op de bodem van de IJzer en roteert tussen twee gietstalen assen die verankerd zijn in een betonnen landhoofd. Deze twee landhoofden zijn dus verbonden met de oevers van de IJzer. Bij een voorspelde stormvloed of voor een proefsluiting wordt de kering 90 graden geroteerd naar de kerende positie. Voor onderhoud kan de kering naar de onderhoudspositie van 180 graden geroteerd worden. In de drie standen – parkeren, keren en onderhoud – kan de stormvloedkering vergrendeld en ontgrendeld worden met behulp van een afstandsbediening.

Veel ervaring

Aan beide zijden wordt de stormvloedkering voorzien van een bewegingsmechanisme zodat in één ononderbroken beweging van parkeerstand tot kerende stand of onderhoudsstand geroteerd kan worden. De capaciteit van het mechanisme is voldoende groot om, zelfs indien maar één van beide mechanismen in werking is, de kering nog steeds bij elke mogelijke waterstand van parkeerstand naar de kerende positie te roteren. “Zowel Herbosch-Kiere als Jan De Nul hebben zeer veel ervaring op het vlak van waterwerken en heiwerken. We vullen elkaar prima aan en niet onbelangrijk: we beschikken naast ervaring ook over voldoende materieel en manschappen”, vertelt Koen Ameye, die wordt bijgestaan door Arnold Feys: “Een grote troef is dat we alle kennis in huis hebben, van de civiele werken tot de meest complexe mechanica en hydraulica. Voor ieder onderdeel kunnen we een beroep doen op onze eigen specialisten. We voeren dit project uit met onze eigen knowhow en dat is ook voor de opdrachtgever een grote meerwaarde.”  


Zeegrasvelden beschermen kust en beperken klimaatimpact

PLANT a Million sEagrasses - copyright @tbep_source unsplash-dot-com_hires kopiëren
Lees het gehele artikel

UGent heeft met steun en medewerking van Jan De Nul Group, DEME Group, en het Portugese maritieme instituut CCMAR een Baekeland-mandaat ontvangen voor haar doctoraatstudie ‘PLANT ME’. Dit onderzoek naar een duurzame bescherming van kwetsbare kustgebieden richt zich op het gebruik van zeegrassen. De aanwezigheid van zeegrassen vermindert wereldwijd, als gevolg van slechte waterkwaliteit, plantenziektes, klimaatveranderingen en kusterosie. Met het innovatieproject ‘PLANT ME’ wil het onderzoeksteam dit ecosysteem helpen herstellen door een nieuwe planttechniek voor zeegrassen te ontwikkelen.

De onderzoekspartners UGent, Jan De Nul Group, DEME Group en CCMAR bundelen hun expertise als onderzoekers en waterbouwers, om de biodiversiteit van de planeet een duwtje in de rug te geven. De partners werken ook samen in het Coastbusters project, een onderzoeksproject rond een natuurgebaseerd type van kustverdediging. Hier ontstond het ‘PLANT ME’-concept dat zich toelegt op het beschermen van kuststroken door het aanplanten van zeegrasvelden. 

Al decennialang verdwijnen zeegrasvelden drastisch als gevolg van slechte waterkwaliteit, plantenziektes, klimaatveranderingen en kusterosie. Zeegrasvelden zijn echter van groot belang voor ondiepe zeekustlijnen, want ze bieden een leefomgeving voor een zeer verscheiden onderwaterfauna en -flora en ze vangen meer CO2 op dan regenwouden. Bovendien zorgen zeegrassen ervoor dat golven tot 75% van hun kracht verliezen waardoor erosie aanzienlijk afneemt. 

Met ‘PLANT ME’ willen de onderzoekers dit kostbare kustecosysteem helpen herstellen door een nieuwe planttechniek voor zeegrassen te ontwikkelen. Het grote voordeel van deze methode is dat ze goedkoop te produceren is en dat de gebruikte materialen bovendien biologisch afbreekbaar zijn. Met deze nieuwe techniek kunnen eenvoudig en snel nieuwe zeegrasvelden op de zeebodem in ondiepe wateren worden aangelegd.

Emile Lemey, Ingenieur Projectontwikkeling bij Jan De Nul Group: “Zeegrassen zijn een van de belangrijkste gewassen in de zee. Ze bieden onderdak aan jonge vissen en beveiligen de ondergrond waarop ze groeien. Met ‘PLANT ME’ wil Jan De Nul bijdragen aan het behoud van dit waardevolle mariene ecosysteem door onderzoek te doen naar nieuwe groei- en planttechnieken.”

Tomas Sterckx, project manager bij DEME: “Als onderdeel van onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid wil DEME ecosystemen op zee, langs de kust, in binnenwateren en aan land bouwen en nieuw leven inblazen, naast een breed spectrum natuurgebaseerde oplossingen. Dit initiatief past perfect bij onze eigen duurzaamheidsdoelstellingen en we willen onze expertise ten volle benutten om dit innovatieve project te ondersteunen.”

Riccardo Pieraccini, doctoraatsstudent UGent: “Zeegrassen komen voor in alle kustgebieden, op ieder continent, behalve op Antarctica. Zeegrasvelden creëren unieke habitats die de biodiversiteit van onze kustecosystemen ondersteunen, wat zowel mens als dier ten goede komt. Zeegrassen fungeren als ecosysteemingenieurs, stabiliseren de zeebodem en verminderen kusterosie. Het ‘PLANT ME’-project heeft de ambitieuze missie om het verlies van zeegrasecosystemen ongedaan te maken door een innovatieve, grootschalige hersteltechniek te creëren op basis van natuurlijke biologisch afbreekbare substraten die begroeid zijn met zeegras.”

Aschwin Engelen, researcher bij CCMAR: “De unieke samenwerking tussen wetenschap en industrie zet in op het ontwikkelen van nieuwe, op grote schaal toepasbare duurzame technieken voor zeegrasherstel. Dit project zal sterk bijdragen aan het nodige herstel van deze zeegrasvelden en de mariene biodiversiteit aan de kust.”

Natuurgebaseerde oplossing

Klimaatveranderingen en kusterosie vormen grote uitdagingen. ‘PLANT ME’ past in een nieuwe stroming van onderzoeken naar innovatieve oplossingen om de kusten op een duurzame en efficiënte manier te beschermen. Vroeger werden golfbrekers en dijken gebouwd, maar die verstoren in vele gevallen de natuurlijke aanvoer van zand. Vandaag werken wetenschappers rond oplossingen die ook de natuur betrekken: natuurgebaseerde oplossingen. Elementen die door de natuur worden aangereikt, worden op een innovatieve, duurzame en veerkrachtige manier ingezet om diezelfde natuur te beschermen. Hierdoor wordt niet alleen de mens beschermd, maar wordt tegelijk de biodiversiteit op de grens tussen land en water bevorderd. 

Future proof en in lijn met de Sustainable Development Goals

Het project ‘PLANT ME’ is een van een reeks projecten die de industrie drijft om te innoveren voor future proof en duurzame oplossingen voor een betere wereld. De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties vormen hiervoor een waardevol referentiekader. Met ‘PLANT ME’ levert het onderzoeksteam een bijdrage aan een set van doelstellingen die focussen op klimaat en biodiversiteit. Bovendien verenigt dit project de academische en bedrijfswereld met als doel tot concrete resultaten te komen. 

‘Nul-O-Plastic’ gaat historische vervuiling in Galgeschoor te lijf

nul-o-plastic-will-remove-plastics-in-the-port-of-antwerp-kopieren
Lees het gehele artikel

Vernieuwende stofzuiger verwijdert plastic uit natuurgebied in Antwerpse haven

Vanaf 19 september 2020, de World Cleanup Day, maakt de ‘Nul-O-Plastic’, ontworpen door Envisan (Jan De Nul Group), komaf met de historische vervuiling in natuurgebied Galgeschoor in de haven van Antwerpen. Deze stofzuiger is het winnende ontwerp van de Galgeschoor Plastic challenge en is nu klaar om miljoenen plastic korrels en andere plastics in dit natuurgebied te verwijderen.  

In 2019 lanceerde Port of Antwerp een wedstrijd voor nieuwe opruimtechnieken voor plastics die zich hebben opgehoopt in natuurreservaat Galgeschoor. Ondanks jaarlijkse opruimacties, blijven er nog miljoenen kleine plastic deeltjes achter die niet met de hand kunnen worden opgeruimd. Dit is het gevolg van historische vervuiling door plastic afval afkomstig van steden en gemeenten langs de Schelde en industriële plastic pellets die verloren zijn gegaan in de haven. Jaar na jaar worden deze plastics meegevoerd langsheen de 350 km lange rivier om zich uiteindelijk te nestelen in slikken en schorren.

De Galgeschoor Plastic challenge daagde deelnemers uit tot het bedenken van een haalbare oplossing op technisch, budgettair, logistiek en milieukundig gebied. Doel was tot een oplossing te komen om een moeilijk toegankelijk getijdengebied met unieke vegetaties en bedreigde vogelsoorten proper te maken met minimale impact op de flora en fauna. Een jury van innovatie- en milieuexperts koos de plasticzuiger van Envisan (Jan De Nul Group) uit meer dan 50 inzendingen. Samen met de Haven van Antwerpen ontwikkelde Envisan het concept verder. De Nul-O-Plastic, een grote, manoeuvreerbare stofzuiger op rupsbanden, gaat vanaf morgen die kleine plastics op dit moeilijk toegankelijk terrein efficiënt opzuigen.

An Smet, Directeur van Envisan: “Innovatie is onze drijfveer en een van de pijlers van onze strategie om te komen tot circulaire oplossingen voor een betere planeet. Hierbij focussen we voortdurend op het verlagen van onze ecologische voetafdruk. Niet alleen op onze sites en in kantoren, maar ook op projectniveau. We zijn dan ook zeer opgetogen dat we de Nul-O-Plastic nu effectief in gebruik kunnen laten gaan. Onze innovatieve Nul-O-Plastic zal voor het eerst ook alle kleine plastic deeltjes uit dit natuurgebied kunnen verwijderen. We kijken ernaar uit om de Nul-O-Plastic ook in andere gebieden binnen de haven in te zetten.”

Port Clean-up: www.duurzamehavenvanantwerpen.be/nl/portcleanup

Samen met andere stakeholders werkt Port of Antwerp aan preventieve oplossingen, opruimacties en innovaties om onze leefomgeving plasticvrij te maken. Een van die initiatieven is de jaarlijkse opruimactie in het Galgeschoor natuurreservaat, met de steun van Natuurpunt en Mooimakers. Honderden vrijwilligers – werknemers uit de haven, omwonenden en leden van natuurorganisaties en de industrie – steken de handen uit de mouwen. Via deze actie willen we bewustzijn creëren rond de problematiek van zwerfvuil en plasticvervuiling. Door de coronacrisis werd de editie van 2020 omgevormd tot een digitale clean-up actie. Op 24 augustus lanceerde Port of Antwerp daarom een wekelijkse challenge die je alleen, met je bubbel of binnen je bedrijf op een veilige en leuke manier kon aangaan. De Nul-O-Plastic vormt de perfecte aanvulling op deze opruimacties: deze unieke installatie zal ook plastics verwijderen die we niet met de hand kunnen opruimen.

Havenschepen Annick De Ridder: “Kunststoffen hebben een plaats in de haven, maar die plaats is niet in de Schelde, het dokwater of de natuur. Met dit initiatief willen we als haven onze maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen en verder inzetten op een duurzame haven en omgeving. Deze innovatie van Jan De Nul is een mooi voorbeeld van hoe samenwerking en partnerships resulteren in oplossingen voor de uitdagingen van vandaag én morgen. We zijn trots daar opnieuw een pionier in te zijn.”

Jan De Nul opnieuw bekroond voor duurzaam ondernemen

sustainable-and-energy-efficient-construction-shed-of-jan-de-nul-group-kopieren
Lees het gehele artikel

Voor het derde jaar op rij mag Jan De Nul Group het Voka Charter Duurzaam Ondernemen als erkenning voor de uitvoering van zijn duurzaamheidsplan in ontvangst nemen. De afgelopen twee jaar deed het bedrijf dat via zijn milieudochter Envisan. Dit jaar engageerde ook het filiaal Jan De Nul nv zich om zijn duurzaamheidsambities via het Charter te valoriseren.

Met het Charter Duurzaam Ondernemen ondersteunt ondernemersnetwerk Voka Oost-Vlaanderen organisaties uit haar provincie bij het behalen van hun duurzaamheidsdoelen. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s) vormen daarbij het universeel kader.

Mede dankzij dit Charter werkte Jan De Nul Group de afgelopen drie jaar intensief verder aan duurzaam ondernemerschap. Het bedrijf zette meerdere acties op waarbij alle SDG’s belicht werden.

“Onze deelname aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen is een driver om de SDG’s te begrijpen en toe te passen binnen de strategie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Het maakt de SDG’s tastbaarder binnen onze eigen context en voor onze medewerkers,” licht Isabelle Herteleer, MVO Manager bij Jan De Nul Group toe. “Het Charter ligt geheel in het verlengde van onze bedrijfsstrategie. Met gefundeerde acties hebben we het afgelopen jaar weloverwogen ingezet op alle facetten van de SDG’s, met een duidelijke focus op energie, emissies en klimaat.”

Acties met focus op energie, emissies en klimaat

Jan De Nul zet in België en wereldwijd in op onderbouwde acties om de negatieve impact van zijn activiteiten te reduceren. De MVO-strategie is opgebouwd rond drie grote pijlers: de impact van de bedrijfsactiviteiten op lucht en water reduceren, op menselijk kapitaal inzetten en innovatie als drijfveer gebruiken. De acties, klein en groot, sensibiliseren alle collega’s om samen te werken aan de wereld van morgen. Dit gaat van fietsleasing voor de medewerkers, sensibiliseringsacties met betrekking tot ieders printgedrag, uitvoeren van beach clean-ups door de teams wereldwijd, tot zelfs een vergroening van de energieconsumptie door te blijven investeren in hernieuwbare energiebronnen in de kantoren en bedrijfshallen.

Circulaire oplossingen

Milieudochter Envisan mag deze award voor een derde keer op rij op haar naam schrijven. Envisan zet in op circulaire oplossingen voor een betere planeet en wil op die manier zijn ecologische voetafdruk continu verbeteren. Door verontreinigde en onderbenutte terreinen (brownfields) te saneren en te herontwikkelen, biedt Envisan een antwoord op de steeds toenemende landschaarste. Zowel bij bodem- en grondwatersanering, milieubaggeren, als bij grond- en sedimentbehandeling wordt steeds maximaal ingezet op valorisatie en hergebruik van grond- en reststoffen, minimaliseren van transporten en hernieuwbare energie. Dankzij research & development rond unieke en innovatieve oplossingen kan Envisan zich door zijn duurzame aanpak en ontwikkeling onderscheiden. Envisan houdt hierbij steeds zijn CO2-voetafdruk nauw in de gaten en tracht in elk project reductie te verwezenlijken.

“Jan De Nul Group is future proof en werkt voortdurend aan de wereld van morgen. We zoeken onze grenzen op en verleggen ze elke dag. We streven steeds naar het beste resultaat voor de mens en de planeet. Dat doen we door niet alleen sterk in te zetten op innovatie en energie, maar ook op kwaliteit, mensen en maatschappelijk bewustzijn. Duurzaam in de ruimste zin van het woord,” besluit Isabelle Herteleer, MVO Manager bij Jan De Nul Group.

Jan De Nul Group 2019: Solide prestaties zorgen voor een breed draagvlak

fy-20192-kopieren
Lees het gehele artikel

Diversificatie van de activiteiten draagt bij tot solide financials

In lijn met eerdere jaren bleef 2019 een uitdagend jaar voor de internationale baggeractiviteiten. De marktomstandigheden vertoonden nog geen substantiële heropleving van de publieke en private investeringen. Het offshore segment kende echter wel een sterk verhoogde activiteit. De markt van offshore hernieuwbare energie blijft groeien aan een hoog tempo. Deze markt beperkt zich bovendien niet enkel meer tot Europa: Jan De Nul Group bouwt ook windmolenparken in Taiwan en binnenkort in de Verenigde Staten. De civiele activiteiten van de groep houden goed stand dankzij een sterke vastgoedmarkt in combinatie met enkele belangrijke projecten op de infrastructuurmarkt. De milieudivisie blijft als kleinste activiteitentak van Jan De Nul Group, stabiel presteren.

naamloos-2-kopieren

Jan De Nul Group kon in 2019 opnieuw de kaap van 2 miljard euro jaaromzet overschrijden. De EBITDA bedroeg 342 miljoen euro of 16,84% van de omzet, een prestatie in de kopgroep van de sector. Jan De Nul Group blijft zich onderscheiden door zijn ultra sterk balansprofiel, met een eigen vermogen van meer dan 2,9 miljard euro wat resulteert in een solvabiliteit van maar liefst 68%. De groep steunt bovendien op een belangrijke liquiditeitspositie met een netto cash overschot van 465 miljoen euro.

Jan De Nul Group blijft zijn reputatie gestandhouden als sterk investerend bedrijf en sloot 2019 af met een totale investeringswaarde van de lopende investeringen in nieuwbouwschepen van meer dan 700 miljoen euro. Nadat eerder in 2015 en 2018 de offshore jack­up installatieschepen Vole au vent en Taillevent in de vloot kwamen, bestelde Jan De Nul Group in 2019 een derde next generation installatieschip, de Voltaire. Dit schip zal windmolens tot 270 meter hoog kunnen installeren, uniek in de markt. Eind 2019 kwam Les Alizés, een kraanschip voor drijvende installatie, erbij. Les Alizés is uitgerust met een hoofdkraan met een hefvermogen van 5.000 ton en al even indrukwekkende hijshoogtes. Beide schepen komen in 2022 in de vaart. Voltaire zal na oplevering meteen aan de slag gaan voor de bouw van het offshore windmolenpark Dogger Bank in het Verenigd Koninkrijk. De bestelling van beide schepen bevestigt Jan De Nul’s geloof in de toekomst van deze markt.

Jan De Nul Group blijft dus een constante koers varen van een gezonde financiële positie in combinatie met gerichte investeringen. Dat loont en vertaalt zich eind 2019 in een orderboek van 3,4 miljard euro. 


ACTIVITEITEN IN 2019

De maritieme bagger- en offshore sector blijft ook in 2019 de hoeksteen van Jan De Nul’s activiteiten, goed voor 77% van de totale omzet van de groep.

In 2019 was Jan De Nul Group onder meer actief op grote kustbeschermingsprojecten zoals in Benin, waar het instond voor het design en de bouw van een onderwatergolfbreker als bescherming tegen kusterosie. Daarnaast voerde Jan De Nul Group ook havenbaggerwerken uit. In India werkte Jan De Nul Group mee aan het verdiepen en verbreden van het toegangskanaal naar Jawaharlal Nehru Port in Mumbai. In Mauritanië baggerde Jan De Nul voor de verdieping en verbreding van Nouadhibou, een grote exporthaven van ijzererts. In Argentinië werd de haven van Quequén tot -15 meter uitgediept. In Vietnam baggerde Jan De Nul Group voor de havenfaciliteiten van Long Son Petrochemicals Complex op Long Son Island en in Qatar voor de uitbreiding van het toegangskanaal tot Old Doha Port.

De offshore divisie was opnieuw betrokken bij de bouw van meerdere offshore windparkprojectenin Europa en daar buiten. In België realiseerde Jan De Nul Group Northwester 2, in Duitsland Trianel Windpark. Buiten Europa, meer bepaald in Taiwan, bouwde Jan De Nul Group twee offshore windparkprojecten: Changhua en Formosa 1 Fase 2. Voor de contracten Northwester 2 en Formosa 1 Fase 2 stond Jan De Nul Group ook in voor de kabelinstallatiewerken. In 2019 haalde Jan De Nul Group het project Formosa 2 binnen. De bouw van dit offshore windmolenpark met een totale capaciteit van 376 MW en 47 Siemens turbines van 8 MW elk, zal in 2020 van start gaan. De installatie van offshore windturbines in de Verenigde Staten is in volle voorbereiding en wordt in 2020 uitgevoerd.

Verder voerde de offshore divisie algemene offshore diensten uit, zoals de bouw van een aanlanding in Italië en Albanië voor een onderzeese trans-Adriatische pijpleiding, maar ook trenching- en rotsinstallatiewerken voor een pijpleiding voor het BP Tangguh Expansion Project in Indonesië. In Hainan, China, verrichte Jan De Nul Group rotsinstallatiewerken om een elektriciteitskabel tussen het vasteland en Hainan eiland te beschermen. Jan De Nul Group voerde dezelfde werken uit in Korea voor de bescherming van een elektriciteitskabel tussen de eilanden Jeju en Jindo.

Met 20% van de totale omzet blijven de civiele activiteiten een stabiel en constant deel uitmaken van Jan De Nul Group. Het palet aan civiele bouw- en onderhoudsprojecten is heel divers en bestaat uit onder andere residentiële gebouwen, scholeninfrastructuur, zorginstellingen, wegeninfrastructuur, viaducten, kaaimuren en sluizen. In België werkte Jan De Nul Group mee aan de renovatie van de Leopold II-tunnel in Brussel. In Nederland werd de Beatrixsluis in Nieuwegein succesvol opgeleverd en in Luxemburg stad renoveerde en verbreedde Jan De Nul Group de historische Pont Passerelle.

Envisan, de milieudivisie van Jan De Nul Group, focust zich op milieutechnologische oplossingen. De activiteiten blijven stabiel op 3% van de totale omzet. Ter ondersteuning van deze milieuactiviteiten bezit en beheert de groep zes reinigings- en valorisatiecentra in België en Frankrijk. Net zoals in de voorgaande jaren werkt de milieuafdeling nauw samen met de maritieme en civiele afdeling, en in het bijzonder met de projectontwikkelaar van de groep: PSR Brownfield Developers, gespecialiseerd in de herbestemming van brownfields.

HOGE SOLVABILITEIT EN NETTO SCHULDENVRIJ

Jan De Nul Group hield in het financiële jaar 2019 zijn hoge solvabiliteitspositie aan met een ratio van 68%. Het eigen vermogen steeg van 2.859 miljoen euro in 2018 naar 2.941 miljoen euro in 2019, dankzij een volgehouden politiek van volledige winstreservatie.

Sinds 2014 is Jan De Nul Group netto schuldenvrij. Dit is vrij uniek gezien het sterke investerings-DNA van de groep. De netto cash positie nam verder toe in 2019 tot een niveau van 465 miljoen euro (376 miljoen euro in 2018). Dit solide balansprofiel is een grote troef van Jan De Nul Group in het kader van economische volatiliteit, toekomstige investeringen en competitieve sterkte.

GEOGRAFISCHE OMZETVERDELING

Hoewel de wereld zijn markt is, blijft Jan De Nul Group sterk aanwezig in Europa: 45% van de omzet in 2019 werd gerealiseerd op het Europese continent. De activiteit van de groep steeg echter het snelste in de regio Azië en Midden-Oosten. Het aandeel van deze regio in de omzet steeg van 18% in 2018 naar 27% in 2019. De stijging is hoofdzakelijk te danken aan de bouw van de drie belangrijke offshore windmolenparken in Taiwan. Voorts was Jan De Nul Group in 2019 actief in Amerika (17%), Afrika (7%) en Australië (4%).

ORDERPORTEFEUILLE GROEIT TOT 3,4 MILJARD EURO

Klanten blijven de verscheidenheid in Jan De Nul Group’s expertise erg appreciëren. Dat vertaalde zich in een gestandhouding, zelfs lichte stijging van het orderboek van 3,3 miljard euro eind 2018 naar 3,4 miljard euro eind 2019. Het orderboek van Jan De Nul Group bevat onder meer volgende belangrijke projecten:

  • In Ecuador ondertekende Jan De Nul Group in 2018 de concessie voor de verdieping en het onderhoud van het 95 km lange kanaal naar de haven van Guayaquil. In 2019 voltooide Jan De Nul Group de verdiepingsbaggerwerken, waarna de onderhouds- en exploitatieperiode voor de komende 24 jaar startte.

 

  • In de haven van Takoradi, Ghana, is Jan De Nul Group in opdracht van Ibistek verantwoordelijk voor een verdere uitbreiding van de haven. In Benin bouwt Jan De Nul een onderwaterdijk en versterkt het de stranden door zandopspuiting om de kust te beschermen tegen erosie. Begin 2020 voltooide Jan De Nul Group de onderhoudsbaggerwerken in de haven van Maputo, Mozambique, in opdracht van de Maputo Port Development Company. Jan De Nul Group blijft ook in 2020 aanwezig in Mozambique met de baggerwerken in Palma voor de ontwikkeling van een LNG-terminal.

 

  • De offshore afdeling heeft eveneens een sterk geografisch gespreid orderboek. InDenemarken won Jan De Nul Group het contract voor het transport en de installatie van offshore windturbines in het Kriegers Flak offshore windmolenpark. Daarnaast ondertekende Jan De Nul Group zijn eerste offshore windcontract in Frankrijk, waar de groep zal instaan voor het transport en de installatie van 80 offshore windturbines voor het Saint-Nazaire offshore windmolenpark. Het offshore installatieschip Vole au vent maakt momenteel de oversteek naar de Verenigde Staten voor het Virginia Coastal windmolenpark.

In april 2020 ondertekende Jan De Nul Group met zijn partner de contracten voor de levering en installatie van hoogspanningskabels die de Nederlandse offshore windmolenparken Hollandse Kust Noord en Hollandse Kust West Alpha met het elektriciteitsnet aan land zullen verbinden. De offshore installatiewerken zullen plaatsvinden in 2022-2023.

 

  • In Taiwan kon Jan De Nul Group in 2019 de bouw van het offshore windmolenpark Formosa 1 Fase 2 met een capaciteit 120 MW met succes afronden. Jan De Nul Group bouwt er nu volop aan zijn tweede windmolenpark: Changhua Offshore Wind Farm met een capaciteit van 109 MW. Jan De Nul Group is er verantwoordelijk voor het design, de fabricatie en installatie van de funderingen, de installatie van de windturbines, alsook de levering en installatie van de kabels. De installatiewerken vinden plaats in 2020. Daarna start een onderhoudsperiode van 5 jaar.

    Jan De Nul Group’s derde offshore windmolenpark in Taiwan, Formosa 2 Offshore Wind Farm, zal uit 47 Siemens turbines van elk 8 MW bestaan en een totale capaciteit van maar liefst 376 MW hebben. Jan De Nul Group treedt er op als EPCI-contractor, verantwoordelijkvoor het ontwerp, de levering en de installatie van jacket funderingen en onderzeese kabels. De bouw start in 2020 en tegen eind 2021 zal het windpark operationeel zijn.

    Het windmolenpark Formosa 2 bevindt zich op 3,8 tot 9,5 km voor de kust en op 40 zeemijl van de haven van Taichung, in de provincie Miaoli (Noordwest-Taiwan). Het windmolenpark Formosa 1 Fase 2 werd in 2019 door Jan De Nul Group gebouwd en ligt naast Formosa 2. Het Changhua windmolenpark bevindt zich verder naar het zuiden.

    Voor de planning van Formosa 2 zal Jan De Nul Group kunnen putten uit zijn ervaringen met deze naburige offshore windprojecten, alsook uit zijn Europese ervaringen met offshore windprojecten in België, Engeland, Zweden, Denemarken, Finland en Duitsland.

 

  • In België vond in 2019 de eerstesteenlegging plaats voor de bouw van het grootste ziekenhuis van het land, het Grand Hôpital in Charleroi. Het ziekenhuiscomplex van 145.000 m² wordt gebouwd op een terrein van 17 hectare en zal in totaal 900 bedden tellen. De opening is gepland voor 2024. Jan De Nul kreeg in 2019 in consortium ook het contract Constitution toegewezen, wat onder meer de bouw van metrostations Toots Thielemans en Lemonnier, en 575 meter ondergrondse tunnels inhoudt. Deze werken zijn in volle voorbereiding en zullen effectief van start gaan in de tweede helft van 2020.

 

  • De milieudivisie startte samen met haar partners in 2019 het grootste saneringsproject ooit in de haven van Antwerpen op: Fort Filips. Deze zwaar vervuilde ruïne zal worden ingekapseld met een ondoorlatende wand en afdeklaag. Een verhoogde waterkering zal het havengebied beter beschermen tegen overstromingen.

 

EEN BELANGRIJK INVESTERINGSPROGRAMMA MET OOG VOOR DUURZAAMHEID

Jan De Nul Group handhaaft zijn huidige investeringsprogramma voor het behouden van een moderne vloot. Het programma is gespreid over de verschillende segmenten van de groep, met als doel het behoud of de uitbreiding van het marktaandeel, met nadruk op klimaatvriendelijke technologie.

De focus ligt daarbij op vervangingsinvesteringen in kleine en middelgrote baggerschepen, en uitbreidingsinvesteringen in schepen voor de offshore windsector.

  • In maart en april 2019 werden de drie 3.500 m³ sleephopperzuigers Afonso de Albuquerque, Diogo Cão en Tristão da Cunha opgeleverd door Keppel Shipyard in Nantong, China. De schepen zijn momenteel actief in Zuid-Amerika, Europa en het Verre Oosten.

 

  • De scheepswerf Keppel Offshore & Marine in Singapore leverde in 2019 de 6.000 m³ sleephopperzuiger Sanderus op. Het zusterschip Ortelius volgt midden 2020.

 

  • In december 2019 liet Jan De Nul de 18.000 m³ sleephopperzuiger Galileo Galilei te water op de COSCO scheepswerf in Dalian, China. De oplevering van het schip is voorzien in de loop van 2020.

 

  • In oktober 2019 verwierf Jan De Nul Group via het hoogste bod in een openbare veiling het schip Willem van Rubroeck in Kroatië. Deze cutterzuiger werd enkele jaren terug door Jan De Nul Group besteld bij de scheepswerf Uljanik. Deze laatste werd in 2019 failliet verklaard. Uiteindelijk werd de eigendom over het onafgewerkte schip aan Jan De Nul Group overgedragen in februari 2020. Het schip werd in april 2020 overgebracht naar de scheepswerf Remontowa in Polen, waar het verder zal worden afgewerkt. De verwachting is dat het schip in 2021 in de vaart zal komen.

 

  • In april 2019 bestelde Jan De Nul Group bij de scheepswerf COSCO Shipping Heavy Industry in China een groot offshore jack-up installatieschip, de Voltaire. Dit jack-up schip zal worden uitgerust met een hoofdkraan met een hefvermogen van meer dan 3.000 ton en zal in waterdieptes van meer dan 80 meter kunnen werken. Het schip zal in staat zijn om de nieuwe generatie van zeer grote offshore windturbines te installeren. Momenteel bevindt de bouw zich nog in engineeringfase. De effectieve bouw zal starten in mei 2020. De oplevering van het schip wordt verwacht voor 2022.

 

  • Eind 2019 bestelde Jan De Nul nog een groot kraanschip, Les Alizés. Dit schip zal worden gebouwd door China Merchants Industry Holding Co. Ltd., op hun scheepswerf in Haimen. Les Alizés zal beschikken over een kraan met een hefvermogen van 5.000 ton, een draagvermogen van 61.000 ton en een dekruimte van 9.300 m². Met dit schip zal Jan De Nul Group grote en zware funderingen voor windturbines op grote diepte kunnen installeren. Oplevering is voorzien in 2022.

 

Les Alizés en Voltaire zijn complementaire schepen. Deze investering is een antwoord op de globale trend binnen de offshore windenergiesector om steeds grotere windturbines te installeren. De nieuwste generatie van turbines kunnen meer dan 270 meter hoog zijn, met wieken tot 120 meter lang, en rusten op funderingen tot wel 2.500 ton.

Net zoals de nieuwe sleephopperzuigers zullen Voltaire en Les Alizés uitgerust zijn met een eigen ontwikkeld ingenieus filtersysteem om schadelijke substanties uit de uitlaatgassen te elimineren. Deze uitlaatgasfiltertechniek voldoet aan de strenge Europese EURO STAGE V-richtlijnen inzake emissies op het land en op binnenwateren.

Beide schepen worden hiermee de eerste zeewaardige installatieschepen ter wereld met extreem lage emissie (Ultra-Low Emission vessel of kortweg ULEv). Bovendien krijgen beide schepen een Cleanship NDO7 label en Green Passport EU label. Het eerste label bevestigt dat het schip het afvalwater en alle andere restafval controleert en minimaliseert. Het tweede label houdt in dat alle materialen en gevaarlijke stoffen al in de bouwfase in kaart worden gebracht om recyclage van het schip achteraf te bevorderen. Een onafhankelijk gespecialiseerd bureau reikt beide certificaten uit. 

GROENE FINANCIERING

Les Alizés en Voltaire zullen hoofdzakelijk voor de hernieuwbare energiesector werken en zijn uitgerust met een geavanceerd emissiebehandelingssysteem. Daarom komen deze investeringen in aanmerking voor een groene lening.

Jan De Nul Group sloot voor de financiering van beide investeringen op 5 juli 2019 een overeenkomst voor een groene lening met een consortium van vijf banken, geleid door KBC Bank (het consortium van vijf banken bestaat uit KBC Bank, BNP Paribas Fortis, ING Luxemburg, Rabobank en Belfius Bank).

Voor Jan De Nul Group is het de eerste groene gesyndiceerde lening.

De groene lening werd gestructureerd volgens de ‘Green Loan Principles’ zoals opgesteld door de Loan Market Association (de sectorvereniging waarin banken, advocaten en andere financiële partijen zijn vertegenwoordigd). Het doel ervan is om investeringen in groene projecten te bevorderen door aan de banken en de ondernemingen richtlijnen te bezorgen rond de karakteristieken van een groene lening.

Naast deze groene lening van 300 miljoen euro werd ook een lange termijn revolving credit facility geïnstalleerd voor 250 miljoen euro met hetzelfde consortium van banken.

COVID-19

Op het moment van deze publicatie wordt de wereld geconfronteerd met de gevolgen van COVID-19. De effecten van deze pandemie zijn niet zichtbaar in de financiële resultaten van 2019. Jan De Nul Group stelt alles in het werk om de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers wereldwijd te garanderen, zijn kostenstructuur te optimaliseren en zijn excellente werkkapitaalpositie te behouden. Zoals hierboven vermeld werd in 2019 een gecommitteerde Green Term Loan opgezet om de grote investeringen in schepen de komende jaren te financieren. Bovendien heeft Jan De Nul Group een excellent balansprofiel en een orderboek van 3,4 miljard euro.

Pierre Vandammesluis na grondige renovatie weer klaar voor gebruik

transporthorizontaal_4-kopieren
Lees het gehele artikel

Op 9 juli plaatste het hijsschip Rambiz in de haven van Zeebrugge de gerenoveerde sluisdeur van de Pierre Vandammesluis terug op haar plaats. De sluisdeur werd op 22 maart 2018 losgekoppeld, uit het water getild en overgebracht naar de achterhaven voor onderhoudswerken. Zowel het transport als de renovatiewerken werden uitgevoerd door de THV Soetaert-Jan De Nul.

De renovatie van de Pierre Vandammesluis is een grootscheepse en zeer complexe operatie. En dat vraagt een goede samenwerking tussen de verschillende partners. De THV Soetaert-Jan De Nul fungeert als hoofdaannemer en werkt samen met verschillende onderaannemers, meerdere afdelingen van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en diverse externe partijen, zoals het studiebureau SBE en het havenbedrijf Zeebrugge (MBZ).

Nieuwe systemen

Met een gewicht van 2.500 ton, de oppervlakte van een kwart van een voetbalveld (66 m x 11 m) en een hoogte van 25 m, mag het terugplaatsen van de sluisdeur best een huzarenstuk genoemd worden. Na het loskoppelen werd de sluisdeur in de achterhaven volledig gerenoveerd. “Oesters en slib werden verwijderd en de deur werd volledig gereinigd”, aldus Dieter Van Boeckel, projectleider burgerlijke bouwkunde bij Jan De Nul Group. “Ook de mechanische onderdelen werden nagekeken en nieuwe technologieën en systemen zijn geïnstalleerd. Zo’n sluisdeur krijgt veel te verduren en vraagt dan ook een zeer robuust systeem. Tot slot kreeg de deur ook een nieuwe laag verf.”

Niet alleen de sluisdeur werd gerenoveerd. Ook de sluis zelf werd door de THV Soetaert-Jan De Nul onder handen genomen. In de sluis zelf werden aan de deurkamer en de deurloop reinigings- en schilderwerken uitgevoerd en werden de rails en geleidingsrails vernieuwd. Dieter Van Boeckel: “Dat was absoluut nodig. Voordat de werken werden aangevat, werkte de sluis niet meer naar behoren. Een grondige renovatie van zowel de deur, de deurkamer als de rails drong zich op.”

Het was een uitdaging om alles binnen een bestaande constructie terug te plaatsen.

 

Operatie van 14 uur

Voor het terugplaatsen werd de sluisdeur in de achterhaven vanop de kaai opgetild, richting het sluiscomplex getransporteerd en daar opnieuw in de deurkamer geplaatst. Het gaat om de meest zeewaartse deur, die het meest te lijden heeft onder de getijden. Voor de operatie werd gebruik gemaakt van het hijsschip Rambiz, een drijvende bok die een gewicht van 3.300 ton kan tillen. De hele liftingsoperatie nam zo’n 14 uur in beslag en er waren ongeveer 50 mensen bij betrokken. Tijdens de operatie werden om veiligheidsredenen geen toeschouwers toegelaten op het sluisplateau. Het scheepvaartverkeer was gestremd van 7u tot 19u.

Uitdaging

Alle werken werden volgens een strakke tijdsplanning en binnen budget uitgevoerd. “Jan De Nul is, net als Soetaert, uiteraard werken van een bepaalde grootorde gewend, maar zo’n operatie blijft toch altijd een uitdaging”, vertelt Dieter van Boeckel. “Vooral omdat alles binnen een bestaande constructie teruggeplaatst moet worden. Dat is zeker niet evident. Zeker niet in combinatie met een strakke planning. Maar alles is prima volgens plan verlopen. Na het terugplaatsen werd de koppeling tussen de machinekamer en de deur tot stand gebracht en in september zal de sluisdeur weer actief zijn.”

Buiten enkele kleine onderhoudswerkzaamheden gedurende de eerste jaren zit het werk er voor de THV dan op. “En we mogen met trots terugkijken op dit project. Weldra zal ook de aanbesteding voor de renovatie van sluisdeur 1 op de site op tafel liggen. We gaan zeker meedingen om ook die opdracht binnen te halen”, aldus Dieter Van Boeckel.

De sluisdeur werd op 22 maart 2018 losgekoppeld, uit het water getild en overgebracht naar de achterhaven voor onderhoudswerken. In september 2019 zal de sluisdeur weer actief zijn.

 

120 miljoen euro

“De haven van Zeebrugge is een belangrijk maritiem kruispunt en economische motor voor Vlaanderen”, meldt het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Vooral wagens, aardgas en dagelijkse gebruiksgoederen worden er behandeld. De Pierre Vandammesluis (°1984) is vandaag de enige toegang tot de Zeebrugse achterhaven. Ze bestaat uit 2 sluishoofden met elk 2 roldeuren en 2 beweegbare bruggen. Sinds 2010 gebeuren er continu structurele renovatiewerken aan de sluis. Ook de komende jaren zal nog een sluisdeur worden losgekoppeld, in de achterhaven gerenoveerd en daarna terug in de kamer geplaatst. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken schat de volledige renovatie af te ronden tegen de zomer van 2023. De totale renovatiekost zal ongeveer 120 miljoen euro bedragen.