Tagarchief: Railtechnieken

Vernieuwde spoorbundel optimaliseert treinverkeer rond Leuven

Werf-Leuven-1
Lees het gehele artikel

Vlakbij het station van Leuven heeft Infrabel zopas een omvangrijke spoorbundel laten vernieuwen. De Witte-Vandecaveye had amper 75 dagen buitendienststelling nodig om ruim 12 km aan verouderde sporen uit te breken en vier nieuwe sporen voor reizigersverkeer, acht nieuwe sporen voor goederenverkeer en een nieuw stockageplein aan te leggen. Ook de vernieuwing van de seininrichting hoorde erbij. “Dankzij de vlotte samenwerking en ons uitgebreide machinepark hebben we de strikte timing vlot gehaald”, aldus Davy Himpe, projectleider bij De Witte-Vandecaveye.

De Witte-Vandecaveye klaarde de klus grotendeels in eigen beheer, met eigen mensen en materieel.

Vernieuwing drong zich op voor de bewuste spoorbundel naast het Leuvense station aangezien de bestaande sporen er verouderd bij lagen. De Witte-Vandecaveye kreeg de opdracht van Infrabel om de spoorbundel integraal te vernieuwen, inclusief de seininrichting. Meer bepaald zijn vier sporen aangelegd voor de tijdelijke stockage van reizigerstreinen die bijvoorbeeld enkele uren moeten wachten of ’s nachts niet uitrijden. Deze sporen zijn net zoals de hoofdlijnen geëlektrificeerd. Daarnaast zijn ook acht werksporen geplaatst voor stockage van goederentreinen. Infrabel maakte van de gelegenheid gebruik om de hele site herin te richten. Door de sporen te verplaatsen, kwam er ruimte vrij voor een stockageplein. Dat dient voor het laden en lossen van goederentreinen en de opslag van materiaal bestemd voor latere vernieuwingswerken aan de sporen in Leuven. De vlakbij gelegen bierproducent AB InBev zag in het project een opportuniteit om een van zijn goederensporen aan te sluiten op de nieuwe spoorbundel.

De uitdaging: het grondverzet

“De voornaamste uitdaging bij dit project betrof het grondverzet”, vertelt projectleider Davy Himpe. “Vooraleer we konden starten aan de eigenlijke spoorwerken hebben we op de site 60.000 ton oude ballast moeten weggraven. Daarna hebben we nieuwe grondstoffen aangevoerd vanuit de steengroeves: meer bepaald ging het om 34.000 ton ballast, 10.000 ton steenslag 0/32, 8000 ton steenslag 0/80 en dan nog eens 3000 ton voor de aanleg van de voetpaden naast en tussen de sporen. Als je bedenkt dat één vrachtwagen maximum 30 ton kan vervoeren, weet je dat er veel transport bij kwam kijken. Eigenlijk hebben onze vrachtwagenchauffeurs continu materiaal aan- en afgevoerd.”

Infrabel had nood aan vier nieuwe sporen voor reizigersverkeer, acht nieuwe sporen voor goederenverkeer en een nieuw stockageplein.

Alles in eigen beheer

De Witte-Vandecaveye klaarde de hele klus in amper 75 dagen buitendienststelling. “We hebben 7 dagen op 7, 24 uur op 24 gewerkt om dat te kunnen realiseren, en dat met eigen mensen en materiaal”, vertelt Davy Himpe. “Tal van onze kraanmachines waren actief op deze werf, waaronder rupskranen van 5 tot 57 ton en spoorkranen om de sporen te ballasteren. Daarnaast hebben we ook onze tracklayer ingezet om de spoorwissels te plaatsen en onze eigen onderstopper om de sporen vast te zetten. Alle sporen zijn tot op de millimeter juist geplaatst dankzij de landmeters die we in eigen dienst hebben. Zij hebben alles uitgezet op coördinaten en waren mee aan de slag op de werf om de machines te begeleiden tijdens de werkzaamheden.”

Dubbel succesvol

“Dankzij de goede samenwerking, zowel intern als met Infrabel, hebben we deze nieuwe spoorbundel vlot kunnen realiseren, binnen de gevraagde termijn. Deze werf is quasi gelijktijdig uitgevoerd met de spoorvernieuwing in Manage. In Leuven en Manage hebben we twee grote, succesvolle projecten gerealiseerd met een zeer mooi eindresultaat”, besluit Davy Himpe. Om ook bij toekomstige projecten die succesvolle aanpak te blijven garanderen, is De Witte-Vandecaveye steeds op zoek naar nieuwe werkkrachten om het team verder te versterken.

“Het belang van digitalisering kan nauwelijks onderschat worden”

foto_5-kopieren
Lees het gehele artikel

Wereldwijd is er een digitale transformatie aan de gang. En ook de bouwsector moet mee. Geen makkelijke oefening in een sector die teert op tradities, maar de digitale bal wordt groter en rolt steeds sneller. Dat bewijst onder andere Infrabel. De Belgische spoorwegbeheerder zet sterk in op digitalisering: “We zijn in onze sector en in vergelijking met onze Europese collega’s zelfs een voorloper in de digitale revolutie”, klinkt het bij CEO Luc Lallemand.

Infrabel ondergaat al enkele jaren een digitale transformatie. Hoe belangrijk is digitalisering?

Luc Lallemand: “Het belang van digitalisering kan nauwelijks onderschat worden. Onze maatschappij, in het algemeen, maakt al geruime tijd de overstap van mechanisch naar digitaal en de spoorwegen, in het bijzonder, kunnen uiteraard niet achterblijven. Heel wat mensen denken nog steeds dat het spoor een oubollige industrie is, maar het tegendeel is waar.”

Luc Lallemand, CEO Infrabel. (Beeld: Benjamin Brolet)

 

Heeft u het gevoel dat Infrabel tijdig op die trein is gesprongen?

“Ik zal zelfs meer zeggen. We zijn in onze sector en in vergelijking met onze Europese collega’s zelfs een voorloper in de digitale revolutie. We hebben de voorbije jaren in dit domein zelfs al verschillende prestigieuze prijzen gewonnen en dat zeg ik met gepaste trots. Verschillende buitenlandse infrastructuurbeheerders komen bij ons in België op bezoek om te kijken hoe wij dit aanpakken. Een tijdje geleden kregen we zelfs bezoek vanuit Japan. Japanse ingenieurs kwamen bij ons een systeem bekijken om wissels te meten dat ze ook bij hen willen toepassen.”

In juni organiseerde Infrabel de Digital Days.

 

Begin 2014 startte Infrabel met de digitalisering van het hele Belgische spoorwegnet dankzij het project Smart Railway. Hoe trots mogen jullie zijn op dat project?

“Smart Railway is iets waar we bijzonder trots op zijn. Het is trouwens het perfecte voorbeeld hoe technologie en digitalisering ten dienste kan staan van onze klanten, de gebruikers van het spoor. Ik vergelijk het altijd met de auto. Wie vandaag een wagen koopt, weet dat die vol met elektronica zit. Als je naar de garage gaat, wordt je auto aangesloten op een computer die aangeeft wat er onderhouden moet worden. Wij doen iets gelijkaardigs met onze sporen. We digitaliseren ze. We meten ze digitaal en we plaatsen overal sensoren die data verzamelen. Die grote hoeveelheden gegevens worden centraal verzameld en op basis daarvan worden onderhoudsploegen uitgestuurd. Je zou dus kunnen zeggen dat onze ‘Slimme Sporen’ (Smart Railway) met ons praten en aangeven wanneer onderhoud nodig is. Dat heet voorspellend onderhoud. Op die manier kunnen we problemen oplossen nog voor ze zich stellen. Dat is beter voor de veiligheid en de stiptheid van het treinverkeer.”

In juni organiseerde Infrabel de Digital Days. Zijn jullie tevreden over de respons op dit event?

“Onze Digital Days waren een succes. Er was heel wat belangstelling van de pers, onze klanten en stakeholders. Mensen die onze Digital Days bezochten zagen Infrabel van zijn meest vernieuwende kant. Extern is dat belangrijk. Zeker omdat we nieuwe mensen willen aantrekken om bij ons te komen werken. Wie met digitalisering, Big Data en innovatie bezig is, wil toch graag werken bij een bedrijf dat op die vlakken een voorloper is. Maar ook intern was dit een gouden zet. Dit evenement bood ons de kans om aan het personeel te tonen waar we op vlak van digitalisering mee bezig zijn en hoe we de toekomst zien.”

Ook digitale brillen met augmented reality bieden opportuniteiten.

 

Infrabel pleit ook voor Open data. Hoe ver kan je daarin gaan?

“Open data zit er aan te komen voor iedereen. Binnen afzienbare tijd zal het sowieso wettelijk verplicht worden. Als bedrijf moeten we daarop voorbereid zijn. Dat is de reden waarom wij nu al beslist hebben om heel wat van onze gegevens, zoals bijvoorbeeld onze stiptheidscijfers, openbaar te maken en beschikbaar te stellen voor het brede publiek. Die transparantie vind ik belangrijk en dus wil ik daar best ver in gaan. Er zijn natuurlijk wel grenzen aan die transparantie. Het spreekt voor zich dat we geen gegevens delen die de privacy van iemand in het gedrang brengen, net zoals we ook geen gevoelige data delen over onze kritische infrastructuur en dat in het kader van de veiligheid.”

Hoe belangrijk is het dat digitalisering zich niet alleen doorzet in de kernactiviteiten, maar ook in de ondersteunende units?

“De digitalisering van Infrabel heeft zich steeds op beide domeinen doorgezet, zowel op de ondersteunende activiteiten als de kernactiviteiten. Je kan ze ook niet loskoppelen van elkaar. De digitalisering van de ondersteunende units zoals financiën, aankopen, productie, opslag en distributie en personeelsbeheer is 9 jaar geleden gedigitaliseerd met de invoering van één geïntegreerd ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) dat meer dan 100 oude applicaties en bijhorende databases verving. Deze ERP hebben we de laatste jaren uitbereid met cloud-gebaseerde toepassingen die draaien op alle mogelijk eindgebruiker-platformen zoals tablets, laptops en smartphones.  Deze digitalisering gaat ook over de bedrijfsgrenzen heen. Een voorbeeld is hierbij dat we reeds enkele jaren interne aankopen kunnen doen op webshops van onze leveranciers zonder dat onze eindgebruiker dat beseft.”

De digitalisering van Infrabel heeft zich steeds op beide domeinen doorgezet, zowel op de ondersteunende activiteiten als de kernactiviteiten.

 

Dat digitalisering en technologische innovatie hoog op de prioriteitenlijst van Infrabel staat, bewijst ook de uitrol van het ETCS-systeem.

“Het grote voordeel van ETCS is dat het zorgt voor een volledige beveiliging van de treinrit. Aan de ene kant verkleint het systeem de kans op een seinvoorbijrijding drastisch. Met ETCS weet een treinbestuurder lang op voorhand wanneer een sein op rood zal staan. ETCS houdt daarbij ook rekening met de remcurve. Bedoeling is dat we met behulp van dit systeem kunnen vermijden dat een trein een sein voorbijrijdt. Aan de andere kant waakt ETCS voortdurend over de snelheid van een trein. Als een trein sneller rijdt dan toegelaten, komt het systeem tussen en voert automatisch een noodremming uit.

Met ETCS 1, 2 en 1 limited supervision zijn er drie niveaus. Hoe verschillen de drie systemen van elkaar?

Elke trein die in ETCS rijdt, krijgt noodzakelijke informatie over de seinen en de maximum toegelaten snelheid in de stuurpost binnen, ongeacht het niveau en of de trein in Full of Limited Supervision rijdt. Bij ETCS Level 1, zowel bij Full als Limited Supervision, komt die info binnen via golven die worden uitgezonden via vaste bakens die we tussen de sporen installeren.      

Bij ETCS 2 komt die informatie niet via bakens, maar via GSM-R-masten binnen die langs de sporen staan. In ETCS Limited Supervision krijgt de boordcomputer de info die we naar de trein doorsturen over een minder grote afstand binnen dan bij Full Supervision. Ook is bij Limited Supervision die informatie niet zichtbaar op het scherm van de treinbestuurder. ETCS Limited Supervision is een systeem dat op de achtergrond meeloopt. De treinbestuurder kijkt naar buiten en volgt de seinen, zoals in situaties zonder ETCS.”

Wat zegt de uitrol van dit systeem over de ambities van Infrabel?

“Met ons Masterplan ETCS tonen we ons heel ambitieus. Alle EU-lidstaten moeten van Europa ETCS installeren op hun deel van de goederencorridors, de belangrijkste goederenspoorlijnen in Europa. Maar wij behoren tot de landen die meer willen doen dan enkel hun deel van de corridors uitrusten met ETCS. Aan de hand van ons Masterplan ETCS gaan we het hele Belgische spoornet uitrusten met ETCS. Dat is een ambitieuze keuze waarmee we ons binnen Europa tonen als een van de voortrekkers op vlak van ETCS. Ook op andere momenten hebben we ons al regelmatig getoond als ETCS-pionier. Zo waren we de eerste lidstaat van de EU dat haar deel van de goederencorridors had uitgerust met ETCS. We waren ook het eerste land met ETCS L2 FS op een grensovergang. En van alle landen met een plan om hun volledige netwerk uit te rusten met ETCS, waren we het eerste land om een conventionele spoorlijn uit te rusten met ETCS L2 FS bovenop de bestaande laterale seininrichting.”

Infrabel startte hiermee in 2009. Wat is de stand van zaken anno 2019?

“We hebben al een groot deel van ons Masterplan ETCS gerealiseerd. De eerste doelstelling, de versnelde uitrol van TBL1+, hebben we eind 2015 gehaald. En ondertussen hebben we ETCS uitgerold op meer dan 1.500 kilometer spoor, 24 % van ons hoofdspoornet om precies te zijn. Daarmee zijn we bij de koplopers in Europa.”

Blijft Infrabel de komende jaren stevig investeren in digitalisering?

“We moeten dit van dichtbij volgen en kritische vragen blijven stellen zoals “welke technologie is nuttig voor Infrabel?”, “wat verhoogt de veiligheid en de stiptheid?”, “waar kunnen we efficiënter worden?” en “wat laat toe om kosten te verminderen?”. Heel concreet stellen we ons nu bijvoorbeeld vragen over hoe het 5G mobiele netwerk ons kan helpen. Of hoe digitale kleding nuttig kan zijn. Denk daarbij aan een jas die oplicht of schoenzolen die trillen bij naderend gevaar. Ook digitale brillen met augmented reality bieden opportuniteiten, technisch onderhoudspersoneel heeft twee handen vrij om te werken en heeft tegelijk toegang tot technische plannen via die speciale bril. Het is belangrijk om te beseffen dat digitalisering een nauwgezet traject is dat op stevige fundamenten moet staan. Iets dat stap voor stap gerealiseerd moet worden. De grote uitdaging is hoe we onze mensen en digitale toepassingen op elkaar af stemmen. Bij digitale transformatie moet de mens, hoe dan ook, centraal blijven staan. Opleiding en begeleiding van onze mensen op het terrein bij het gebruik van al deze digitale hulpmiddelen is enorm belangrijk. Infrabel zal hier zwaar op blijven inzetten.”