Tagarchief: Riolering

Waar stroomt de 400 miljoen euro voor riolering naartoe?

Vlariodag_2022_persmoment-2
Lees het gehele artikel

Een doorsnee gezin in Vlaanderen verbruikt 73 m³ leidingwater per jaar. Hiervoor betaalt het in totaal 395 euro, waarvan 104 euro voor de afvoer van het afvalwater, de zogenoemde saneringsbijdrage. Jaarlijks wordt er op die manier meer dan 400 miljoen euro geïnd via de drinkwaterfactuur, geld dat wettelijk gezien besteed moet worden aan het onderhoud en de aanleg van gemeentelijke rioleringen.

In 2017 werd een studie uitgevoerd over de besteding van deze saneringsbijdrage. Daaruit bleek een gebrek aan transparantie: het was niet altijd duidelijk of het budget wel helemaal terugvloeide naar de rioleringen. Deze studie deed destijds heel wat stof opwaaien en zette de sector aan tot actie.  5 jaar later maken we een stand van zaken op: de Universiteit Hasselt onderzocht in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij en VLARIO het gebruik van de gemeentelijke saneringsbijdrage door de rioolbeheerders aan de hand van de boekhoudkundige gegevens van de gemeenten en rioolbeheerders.

De conclusies samengevat:

  • Uit de studie blijkt dat ongeveer de helft van de kosten gelinkt is aan investeringen (52%) en om en bij een kwart aan exploitatie (27%). De overheadkosten en indirecte personeelskosten bedragen gemiddeld 8%. Aangezien er overheadkosten gerapporteerd kunnen zijn onder bijvoorbeeld andere operationele kosten, ligt het vermoedelijk percentage aan werkelijke overheadkosten wellicht hoger dan 8%. 
  • Uit deze cijfers blijkt dat rioolbeheerders wel degelijk investeren en dat er aandacht besteed wordt aan het onderhoud van de riolen. Het is echter onmogelijk om uit te maken of dit voldoende is voor een goed beheer van het bestaande stelsel. Het is wél duidelijk dat dit investeringsritme niet volstaat om alle projecten uit te voeren die nodig zijn om uiterlijk tegen eind 2027 de doelstelling uit de Europese Kaderrichtlijn Water te halen, namelijk het garanderen van een goede waterkwaliteit. De gemeentelijke rioolbeheerders zouden hiertoe immers nog 3,1 miljard euro moeten investeren in de verdere uitbouw van hun rioleringsnet. 
  • De financiële transparantie in de sector is sterk verbeterd, maar toch zitten er grote verschillen in de manier van financiële rapportering die het vergelijken van de resultaten bemoeilijkt. Zo ontbreekt bijvoorbeeld afstemming van definities bij de rapporteringen, methodieken, kostenallocatie en afschrijvingstermijnen. “Er is volgens VLARIO duidelijk draagvlak in de sector om daar in overleg met de overheid verdere stappen in te zetten” zegt Wendy Francken, directeur van VLARIO.
  • Theo Jans van UHasselt: “Uit de financiële analyses blijkt dat de rioolbeheerders over het algemeen een positief boekhoudkundig resultaat neerleggen, maar dat hun kasposities in de meeste jaren negatief zijn (ze doen meer uitgaven dan dat er inkomsten zijn). Er is dus externe financiering nodig om het investeringsritme aan te houden”. Volgens VLARIO moet de piste van solidarisering tussen gemeenten bekeken worden en dient de zoektocht naar externe financiering geïntensiveerd te worden. 
  • De onderzoekers pleiten ervoor om  de controle- en analysecapaciteit van de economische toezichthouder (VMM) te versterken, én om de link te maken met het inhoudelijke toezicht. VLARIO steunt dat pleidooi: “We moeten er ten alle tijden op kunnen toezien en vertrouwen dat de gemeentelijke saneringsbijdrage effectief voor het beheer en onderhoud van riolering wordt gebruikt”, concludeert Wendy Francken.

Ook Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir waardeert de input van de onderzoekers. “We hebben in het regeerakkoord al opgenomen dat het rioleringslandschap sterker moet worden opgevolgd en gereguleerd door de Vlaamse Milieumaatschappij. Deze aanbevelingen sterken ons in de idee dat we daarmee de juiste weg inslaan. Het is nu zaak om deze aanbevelingen en het regeerakkoord verder uit te werken op het terrein. Want elke druppel telt, niet in het minst in een verharde regio als Vlaanderen .Ik verwacht van alle actoren in de watersector dat ze die handschoen ten volle mee opnemen”, aldus minister Demir.

​Specialist bedenkt aangepaste oplossing om rioolbuizen in poreus beton te kuisen

DSC_0095
Lees het gehele artikel

Behalve de klassieke activiteiten zoals reinigen, visueel inspecteren, luchtdichtheidstesten en renoveren, kan je bij het familiebedrijf ook terecht om beton uit leidingen te halen en geaccrediteerde deformatiecontroles of ander maatwerk te laten uitvoeren. “De recente toepassing van rioleringsbuizen uit poreus beton, die mee de strijd tegen te lage grondwaterstanden moet voeren, biedt ook nieuwe uitdagingen”, klinkt het.

Group Peeters’ voornaamste cliënteel is de industrie rond de havens van Antwerpen, Gent en Rotterdam. Het bedrijf biedt totaaloplossingen op vlak van reiniging, afvalbeheer, stralen en schilderen en rioolbeheer. Die laatste activiteit kent de laatste jaren een bijzondere groei, zowel in de breedte als in de verscheidenheid aan oplossingen voor elk probleem.

Als VCA P-, ISO 9001-, ISO 14001- en ISO 17025-gecertificeerd bedrijf, met uitsluitend SIR-gekeurde wagens met ADR-certificaat, legt Group Peeters de lat altijd hoog. Ook toen enkele jaren geleden voor het eerste de vraag kwam een oplossing te bedenken om rioolbuizen uit poreus beton niet alleen vrij te maken van inwendig slib, maar ook de poriën vrij te maken zodat de drainerende functie wordt hersteld. 

Roterende spuitkoppen

“Roterende spuitkoppen zien we eerder zelden in rioleringen, omdat die van origine gebouwd zijn om harde vervuilingen te verwijderen – zoals kalk, ijzerafzettingen of coatings – onder hogere druk (250-3.000 bar), terwijl rioleringen moeten ontdaan worden van slib, wat klassiek gebeurt met een vaste spuitkop met lage druk en hoog debiet die het slib ‘meeneemt’ naar de zuigslang”, vertelt Ken Wuyts, Business Unit Manager bij Group Peeters. “De poreuze betonbuizen kunnen daar echter hun drainerend effect door verliezen. Daarom zijn wij toch gaan kijken in de richting van roterende spuitkoppen. Door een doordachte positionering van verschillende lanzen op de roterende kop, zowel ten opzichte van de buiswand als t.o.v. elkaar, creëren we lokaal een significant vacuüm. Door dit vacuüm wordt het slib, dat door de eerste rij lanzen is losgespoten, uit de poriën gezogen en vervolgens door de tweede rij lanzen afgevoerd. De kop wordt gemonteerd op een centralizer, een op maat van de leiding te maken geleidingssysteem dat de afstand van de lanzen tot de wand gelijk houdt.”

De roterende koppen werken met water of perslucht of zijn oliegeremd. Ken Wuyts: “Voor verschillende diameters en verschillende vervuiling kan steeds geschakeld worden tussen verschillende aandrijvingen. Hiervoor ontwikkelden wij verschillende tabellen die de operatoren kunnen raadplegen om een optimaal resultaat in elke situatie te bereiken. Hoewel we al ver staan in het aanreiken van een oplossing, staan wij steeds open voor input van alle belanghebbenden, om samen een optimale dienstverlening te bereiken.”   


De voordelen en opmars van PE nazichtsputten

Naamloos-1
Lees het gehele artikel

Bij de gepatenteerde productiemethode komt geen verlijming meer aan te pas en is de volledige put 100 % recycleerbaar. “Het is de bedoeling om met dit product op termijn het volledige gamma van PVC nazichtsputten te vervangen”, vertelt zaakvoeder Tom Henneman.

Met de ontwikkeling van nazichtsputten uit polyethyleen (PE) onderstreept DS Plastics zijn rol als productinnovator.

De nieuwe PE nazichtsput is een uniek product dat DS Plastics volledig in huis ontwikkelde. Tom Henneman: “De productietechniek hebben we dan ook gepatenteerd. We hebben een reeks modellen ontwikkeld als antwoord op de standaard inspectieputten uit PVC. Dat is de markt die we beogen. Voor de traditionele PVC putten met diameters 250 mm, 315 mm en 400 mm is er nu al een DS Plastics-alternatief in de markt. We willen uiteindelijk het gamma volledig uitbouwen om zo het aanbod aan PVC volledig te kunnen vervangen.”

De voordelen van PE ten opzicht van PVC zijn volgens Tom Henneman zeer duidelijk: “PE is een heel milieuvriendelijk materiaal. In tegenstelling tot PVC dat chloride bevat en dus een belastende productie kent. Bovendien is de recyclage van PVC nazichtsputten moeilijk en milieubelastend. Zo’n put bestaat vaak uit verlijmde elementen waardoor het geen zuiver materiaal is. Ecologisch betekenen de PE nazichtsputten dus een grote stap vooruit.”

Voor een project in Koekelare deed Deseure Bouwwerken een beroep op de PE nazichtsputten van DS Plastics.

Functionele verbetering

Daarnaast zijn ook de functionele eigenschappen veel beter. Tom Henneman: “PVC putten worden steeds gemaakt uit een buis, gecombineerd met een assemblage van verschillende onderdelen om tot een eindresultaat te komen. De PE putten worden van nul opgebouwd, rekening houdend met de latere functie. De profielen worden zo volledige mogelijk uit één stuk gevormd en zijn dus geen samenraapsel van losse elementen. De PE modellen worden gekenmerkt door een betere profielbodem, die ongeveer al een halve buis vormt. De doorstroming is dus veel beter dan bij PVC, waar de aansluiting niet altijd goed aansluit op de profielbodem en er steeds een klein hoogteverschil is waar vuil zich kan ophopen.”

Geen lekken

Verder wordt bij de PE sifonputten de sifon volledig geïntegreerd. “En dat is een stuk beter want door die volledige integratie kan de klep binnenin niet meer loskomen, iets wat een vaak voorkomend probleem is bij PVC nazichtsputten”, verduidelijkt Tom Henneman. “Een ander belangrijk voordeel is dat er bij PE nazichtsputten geen enkele verlijming nodig. Het risico op lekken is dan ook nihil. Verlijming is een manuele handeling en een productiefout is nooit uitgesloten. Tot slot is PE ook een veel flexibeler materiaal dan PVC. Iedereen die met PVC putten werkt, weet dat het materiaal bij koude temperaturen zeer fragiel is en kan breken door manipulatie of door een val. Bij het veel flexibelere PE wordt dat risico drastisch beperkt.”

Momenteel zitten de door DS Plastics gepatenteerde PE putten al in de courante verkoop. Tom Hennemans: “En het toepassingsgebied strekt zich uit van particuliere woningen tot grote projecten. We verkopen de PE nazichtsputten ongeveer sinds een jaar en breiden het gamma stelselmatig uit. Om de paar maanden lanceren we nieuwe modellen om het gamma te vervolledigen. Momenteel zijn het vooral de grote spelers in de rioleringssector die het product opnemen in hun assortiment. Het is belangrijk om nu ook het vertrouwen te winnen van de kleinere, lokale handelaar.”

Esthetische meerwaarde

Voor een project in Koekelare deed Deseure Bouwwerken een beroep op de PE nazichtsputten van DS Plastics. En dat om verschillende redenen. “De prijs-kwaliteitverhouding was een belangrijke factor voor Deseure Bouwwerken om voor onze PE nazichtsputten te kiezen. Een groot bijkomend voordeel voor de klant is zeker de profielbodem die standaard is ingewerkt in de put. De profielbodem vloeit mooi over in de vorm van de buis, met een betere vloei en geen kans op obstructies als positief gevolg. Doordat er geen verlijming is, is het putje ook waterdicht. En verder zijn ook plaatsingsgemak en -snelheid belangrijke factoren voor Deseure Bouwwerken want time is money. En opvallend: ook het esthetische werd in dit verhaal als groot voordeel beschouwd. De solide putjes geven ook qua uitzicht vertrouwen aan zowel architect, bouwheer als aannemer”, besluit Wouter Otte, accountmanager bij DS Plastics.    

Levenscyclusplannen en onderhoudsprogramma’s voor rioolstelsels

img_2560
Lees het gehele artikel

De laatste jaren is er binnen de rioleringssector, naast het aanleggen van nieuwe riolen, steeds meer aandacht voor het inventariseren van de bestaande rioolstelsels en het opmaken van de nodige levenscyclusplannen en onderhoudsprogramma’s. Dit zorgt voor  een budgettaire verschuiving van (ver)nieuwbouw- naar asset management-programma’s. Een groot aandeel hiervan gaat naar het renoveren van bestaande stelsels.

Steinzeug-Keramo is al decennia lang één van de grootste producenten in Europa voor gres rioleringssystemen en probeert proactief op deze ontwikkelingen in te spelen door een renovatieoplossing aan te bieden die naadloos aansluit bij haar reeds bestaande activiteiten. Die renovatielijn van Steinzeug-Keramo komt uit onder de naam DURA en heeft als doel om een duurzame, hoogwaardige oplossing te bieden voor verouderde of in verval geraakte mantoegankelijke riolerings- of andere afwateringssystemen. De oplossing bestaat uit schelpen – de zogenaamde cunettes – of volledige schaaldelen in vrijwel eender welke vorm uit polymeerbeton. 

De renovatie van het moerriool kreeg in 2018 de NSTT-No-Dig Award prijs.

Kwarts

Net zoals men klei gebruikt als natuurlijke basisgrondstof voor de keramische Steinzeug-Keramo gresbuizen, gebruikt men ook voor DURA een minerale grondstof, namelijk kwarts. Deze kwarts wordt verlijmd door middel van een hars, waardoor het eindproduct eenvoudig geproduceerd kan worden door het ingieten in een mal, met interessante levertermijnen als gevolg. Voor de wat grotere en zwaardere constructies worden oplossingen op maat aangeleverd voor het inbrengen van de elementen in de bestaande leidingen. De grootte van de elementen wordt aangepast aan de toegangsmogelijkheid tot het te renoveren kanaal. “Hierdoor kan DURA aangewend worden om oude rioleringssystemen snel, eenvoudig en op maat te renoveren, met als resultaat een nieuw performant en duurzaam afvoerkanaal met een zeer lange levensduur”, klinkt het bij Steinzeug-Keramo.

Flexibiliteit en kwaliteit

Oude bestaande riolen hebben vaak een specifieke, niet gestandaardiseerde en onregelmatige vorm. Doordat de DURA-producten een uitzonderlijke flexibiliteit bieden op het vlak van mogelijke vormen, is het product erg geschikt voor dit soort toepassing. Verder biedt het product een brede waaier aan afwerkingsmogelijkheden, doordat het paneel gemakkelijk voorzien kan worden van ankerpunten voor het fixeren van de panelen of injectiepunten voor het aanbrengen van grout. Door zijn rigide lichaam en groot pH-bereik biedt het tevens een grote mechanische en hoge chemische resistentie aan het gerenoveerde riool.

Knowhow en service

Steinzeug-Keramo treedt op als exclusieve verdeler voor het grootste deel van de Europese markt. “We beperken ons echter niet tot de distributie van deze oplossing”, klinkt het. “Steinzeug-Keramo verleent ook de nodige kwaliteitsvolle technische ondersteuning, zowel in de voorbereiding van als tijdens de uitvoering van een project. Ondertussen zijn er ook in de Benelux al enkele mooie grote en kleine projecten succesvol opgeleverd, zoals de Sint-Stevensstraat in Zelzate en het moerriool in Arnhem. De renovatie van het moerriool kreeg in 2018 zelfs de NSTT-No-Dig Award prijs.

“Onze projecten in Arnhem en Zelzate hebben bewezen dat we met DURA een snelle en eenvoudige oplossing kunnen aanbieden aan de rioolbeheerders, waarbij we hen een enorme flexibiliteit kunnen aanbieden en projecten op maat kunnen afhandelen, volledig afhankelijk van de wensen en vereisten van de klant” aldus Dieter Schreurs, sales engineer voor regio Benelux. “Verder zien we ook een toenemende interesse voor structurele renovaties van inspectieputten. Dit is vaak één van de meest kritische plaatsen als gevolg van de aanwezige chemische reagentia. Met het DURA-assortiment kunnen we echter een nieuwe, rigide putwand creëren als duurzame en chemisch resistente oplossing, zodat de levensduur van de inspectieput substantieel verlengd kan worden in vergelijking met andere technieken.”   

Besloten ruimtes, overal en nergens!

veldegem_auteur-vermelden_michel-vanneuville
Lees het gehele artikel

Werfsituaties zijn per definitie zeer veranderlijk. Veiligheidsrisico’s, al dan niet door interactie van verschillende activiteiten, kunnen in de loop van de werkzaamheden sterk variëren. Zeer gekende veiligheidsrisico’s bij het aanleggen, vernieuwen en/of renoveren van rioleringen zijn: werken in sleuven en putten, biologische agentia (aanwezig in vervuilde grond en afvalwater), chemische agentia, nutsleidingen, werfmachines, verkeer … Veel minder bekend is het risico van besloten ruimtes. Dit is een begrip dat eerder gelinkt wordt aan opslagtanks en installaties in de chemische nijverheid. Maar besloten ruimtes in werfsituaties, kom nou?

Bijkomende moeilijkheid bij het bespreekbaar maken en/of detecteerbaar maken van besloten ruimtes in werfsituaties is dat er in de wetgeving geen definitie van een besloten ruimte opgegeven wordt. In het ARAB worden er wel voorbeelden van besloten ruimtes opgegeven (art. 53). Er is sprake van: welputten, regenputten, kuilen, vergaarbakken, kuipen, ondergrondse controleplaatsen, gistkamers, riolen, gasleidingen, rookkanalen en andere soortgelijke plaatsen. 

Om tot een werkbare definitie te komen heeft de Vlariowerkgroep Veiligheid verschillende naslagwerken geraadpleegd en bediscussieerd. Als belangrijkste elementen werden twee risicodomeinen weerhouden. Risico’s van beslotenheid (moeilijke toegang/evacuatie) en atmosferische risico’s (H2S, nutsleidingen – bijv. gas, grondverontreiniging, chemicaliën, oxidatieprocessen…): een besloten ruimte is een ruimte die niet geschikt is voor langdurig verblijf, die besloten is (nauwe toegang en/of moeilijke evacuatie) én waar een gevaarlijke atmosfeer is of kan zijn (al dan niet door gebrekkige ventilatie). Niet alle elementen moeten samen aanwezig zijn om te kunnen spreken over een besloten ruimte. De nadruk ligt op het woordje “of” (zie ook figuur 1 – beslissingsschema).

De keuze voor het voorzien van een deftige toegang (trap/trappentoren) i.p.v. een ladder kan al een groot verschil geven. (Beeld: RD)

Checklist

Om uitvoerders in de praktijk te helpen de risico’s van besloten ruimtes in te schatten heeft Vlario een checklist ontworpen. Deze checklist heeft als eerste doel het bewustzijn inzake besloten ruimtes te vergroten. En dit van bij het ontwerp tot in de uitvoeringsfase. De checklist wil vooral volgende actoren ondersteunen: leidend ingenieur, werftoezichter, werfleider, projectleider, veiligheidscoördinator en preventieadviseur. Het invullen van de checklist is echter geen specialistenwerk. In enkele stappen wordt men naar het besluit geleid dat aangeeft of er sprake is van beslotenheid en welke risico’s er aanwezig kunnen zijn. Het invullen gebeurt best op een participatieve wijze. Daarna kunnen gepaste preventiemaatregelen geïmplementeerd worden. 

Gepaste maatregelen

Door toepassing van de checklist zal het veiligheidsbewustzijn groeien en kunnen gepaste maatregelen genomen worden om ongevallen te voorkomen. Ter verduidelijking enkele voorbeelden van gepaste maatregelen: het geven van gepaste opleidingen en toolboxen, het voorzien van noodzakelijke beschermings- en evacuatiemiddelen: gasdetectie, vluchtmaskers, driepikkels met valblokken en evacuatielier, valbeschermingsharnassen… En organisatorische maatregelen: tijdige werkvoorbereiding die niet alleen focust op technische aspecten maar ook op veiligheidsrisico’s en preventiemaatregelen.

Werken in diepe sleuven met verbrandingsmotoren kan atmosferische risico’s opleveren, naast andere risico’s van beslotenheid door instorting/verschuiven van grond en bodem. (Beeld: RD)

Opheffen beslotenheid

Het is nog altijd het best om de risico’s bij de bron te bestrijden en/of weg te nemen. In die zin pleit Vlario er voor om na te gaan of de beslotenheid kan opgeheven worden. Net omdat werven tijdelijke en wisselende werkomstandigheden opleveren, dient men na te denken over het opheffen van de beslotenheid. Bij operationele in dienst genomen installaties zal de beslotenheid veeleer een vast gegeven zijn.

De Vlariowerkgroep Veiligheid meent door deze benaderingswijze het juiste evenwicht te hebben gevonden tussen de zwaarte waarmee het begrip besloten ruimte doorgaans benaderd wordt enerzijds én een pragmatische werkwijze met betrekking tot de risico’s, in functie van de dynamiek en veranderlijkheid van een werfsituatie, anderzijds. Daarbij werd bewust gekozen om niet verschillende begrippen en/of graden van besloten ruimtes te hanteren. Zo wordt vermeden dat er begripsverwarring en downscaling van preventiemaatregelen ontstaan.

Deschacht biedt als eerste rioleringsspecialist een ‘Building Information Modeling aan

deschacht
Lees het gehele artikel

Binnenkort gaan twee werven van start waarvan de plannen, bestekken en begrotingen met de BIM-bibliotheek van Deschacht zijn aangemaakt. Hiermee zet Deschacht inzake Building Information Modeling de stap van theorie naar praktijk. Vanaf nu zullen architecten, ingenieurs en studiebureaus gebruik kunnen maken van een almaar completere bibliotheek met intelligente objecten waarmee ze hun plannen, lastenboeken en prijsberekeningen kunnen ontwikkelen en beheren. Het gebruik van BIM laat aannemers en installateurs toe om zowel in de ontwerpfase als op de werf substantieel tijd te besparen en ontwerpfouten met de daaraan verbonden faalkosten te voorkomen.

Beginnen met riolering & afvoer

Deschacht is de eerste en vooralsnog enige rioleringsspecialist die een BIM-bibliotheek aanbiedt en daarvoor zelfs een BIM-manager in zijn rangen telt. In een eerste fase worden de verschillende producten uit het gamma riolering en waterafvoer geïntegreerd in de BIM- bibliotheek, te beginnen met de infiltratie- en buffersystemen. Geleidelijk aan zullen alle rioleringsartikelen – toezichtputten, leidingen, geulen, regenwater- en septische putten – aan bod komen, totdat het complete Deschacht assortiment vertaald zal zijn in BIM-objecten.

“Een en ander kadert binnen onze keuze voor innovatie en specialisatie met het oog op een nog betere service naar aannemers, architecten- en studiebureaus, installateurs en andere bouw gerelateerde bedrijven. Onze studiedienst is daar een voorbeeld van. Digitalisering van onze diensten hoort daar ook bij. Onze doelstelling is het gebruiksgemak van onze producten en oplossingen nog te verbeteren”, vertelt Filip Ausloos, Business Unit Manager bij Deschacht.

Volledig rioleringstraject uittekenen met één bibliotheek

Dat een rioleringsspecialist als Deschacht, die per definitie een zeer groot assortiment aanbiedt, een BIM-bibliotheek ontwikkelt, heeft nog een extra meerwaarde voor klanten. Fabrikanten bieden enkel voor hun eigen producten een BIM-bibliotheek aan. Elk gebruikt daarvoor zijn eigen software en die pakketten communiceren niet vlot met elkaar. De bibliotheek van Deschacht zal daarentegen het volledige rioleringsgamma omvatten, over de merken heen. Een aannemer of zijn studiebureau zal uit de BIM van Deschacht slechts één file moeten downloaden om zo bijvoorbeeld een rioleringstraject compleet te kunnen ontwerpen. Vervolgens kan vanuit het BIM ontwerp zéér eenvoudig een meetstaat worden opgeladen in de webshop van Deschacht, zodat er meteen ook een begroting of prijsofferte kan worden opgemaakt.

Wijzigingen automatisch zichtbaar in alle tekeningen

“Voor de architect, ingenieur en bouwkundig tekenaar die onze producten wil integreren in het ontwerp betekent onze BIM-bibliotheek echt wel een vooruitgang in efficiëntie en gebruiksgemak”, aldus Dirk Stuyven, Project Manager bij Deschacht. “Met de 2D- programma’s moest je alles, elke buis, elke bocht manueel opmeten. In BIM gebeurt dat automatisch. BIM biedt ook meer soepelheid en bewegingsvrijheid inzake wijzigingen aan het model. In 2D ontwerppakketten vereisen laattijdige wijzigingen nog een tijdrovende revisie van tekeningen en documenten. Omdat de objecten binnen BIM gekoppeld zijn, worden wijzigingen onmiddellijk gereflecteerd in de diverse tekeningen. Dit verhoogt de efficiëntie en dialoog tussen de bouwpartners. De 3D BIM modellen worden uiteindelijk vertaald naar praktische 2D installatieplannen voor op de werf.

BIM. Intelligent ontwerpen om bouwfouten te vermijden

Building Information & Modeling, in het Nederlands Bouwwerkinformatiemodel, is een vorm van 3D computerontwerp. Het verschil met klassieke, 2D ontwerpprogramma’s is dat de gebruikte objecten (bv. een afvoerleiding) in BIM intelligent zijn. D.w.z. ze houden rekening met elkaar, zodat conflictsituaties tussen verschillende objecten vermeden worden. Concreet: een situatie waarbij een afvoerleiding die – als puntje op de werf bij paaltje komt – dwars door een betonnen steunbalk blijkt te moeten gaan, is met BIM vrijwel uitgesloten.

Een tweede voordeel van BIM is dat aan de verschillende objecten informatie gekoppeld is zoals te gebruiken producten, maatvoering, rekenmodellen, tot en met het kostenplaatje.

Meer investeringen in riolering en waterzuivering

gescheiden-rioleringsstelsel-foto-infrax-1
Lees het gehele artikel

Onlangs heeft de Vlaamse regering aangekondigd een extra half miljard euro veil te hebben voor rioleringsprojecten. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) is verheugd over deze beslissing aangezien er tegen 2027 nog een hele weg dient afgelegd te worden. Eerder dit jaar heeft de Vlaamse overheid berekend dat er om en bij de vier miljard euro nodig is om zijn engagementen bij de bevolking en om de Europese richtlijn na te komen. 

Het versterken van het rioleringsstelsel en de verwerking van afvalwater is cruciaal aangezien in 20 % van Vlaanderen het afvalwater ongezuiverd in de natuur loopt. Voorts onderlijnt de VCB dat er ook in onze kernen en centra heel wat investeringen in de waterhuishouding zullen nodig zijn om kwaliteitsvolle verdichting in de toekomst verder mogelijk te maken. Dat kostenplaatje zit nog niet vervat in de vermelde budgetten. De financiële injectie van de Vlaamse regering is hoognodig om de rioleringswerken in onze regio opnieuw vlot te trekken. We dienen immers een strak ritme aan te houden om tegen 2017 een rioleringsgraad te behalen van 95 %. En die graad is essentieel om conform de ‘Europese Kaderrichtlijn Water’ de kwaliteit van oppervlaktewater te optimaliseren. 

Lokale besturen
VCB wijst bij deze demarche op de cruciale rol van de lokale besturen die dit mee dienen mogelijk te maken. Dat betekent niet alleen de versterking en uitbreiding van de huidige riolering en het aanleggen van gescheiden rioleringsstelsels tussen regen- en afvalwater, maar ook het verder mogelijk maken van individuele zuiveringsinstallaties voor verder afgelegen woningen. De voorbije decennia heeft ons land bovendien te weinig geïnvesteerd in zijn infrastructuur. Niet het minst in vergelijking met buurlanden zoals Nederland en Frankrijk. Al sinds het midden van de jaren 90 slaagt de overheid er niet meer in met haar jaarlijkse investeringen de natuurlijke slijtage aan infrastructuur tegen te gaan.

Inzetten op waterrobuuste centra
Waterhuishouding is van groot belang om onze kernen en centra voor te bereiden op meer kwaliteitsvolle verdichting. Meer verdichting betekent nog meer verharding binnen de al verharde en soms waterzieke kernen. Vooral de afvoer van regenwater zal in de toekomst een uitdaging worden. Een goede verdichting waar mens en natuur kunnen samenleven op een beperkte oppervlakte, vereist veel planning en investeringen in groen en meer buffers voor wateropvang. Dit om de leefbaarheid te garanderen en gezinnen niet alleen aan te trekken in steden maar ze ook te behouden. Momenteel is het nog koffiedik kijken welke budgettaire middelen onze overheden zullen dienen vrij te maken. 

Nieuwe lokale besturen moeten riolering op agenda plaatsen!

logo_vlario
Lees het gehele artikel

Om de Europese doelstellingen te halen, moet het afvalwater van een extra half miljoen Vlamingen tegen 2027 gezuiverd worden.

Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water, moeten onze waterlopen en rivieren tegen uiterlijk 2027  – zuiver zijn of zich in “een goede ecologische toestand” bevinden.  Vandaag haalt geen enkele Vlaamse rivier die norm.

Meer nog, 87% van onze waterlopen wordt als ronduit slecht of ontoereikend beoordeeld. Eén van de oorzaken hiervan is de aanhoudende vervuiling door de huishoudens. 84% van de Vlaamse inwoners zijn aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie. Het  afvalwater van 1 op 8 Vlamingen wordt dus nog steeds ongezuiverd geloosd. Dit is onaanvaardbaar en moet snel verholpen worden.

De 1ste uitdaging: tegen uiterlijk 2027 een half miljoen Vlamingen extra aansluiten op de waterzuivering
De Vlaamse Milieumaatschappij berekende dat het afvalwater van een half miljoen Vlamingen bijkomend gezuiverd moet worden – tussen nu en 2027.  Hiermee dragen de huishoudens hun deel bij aan het bereiken van de Europese doelstellingen inzake proper water.  Daarnaast moeten ook de industrie en de landbouw een beduidende bijdrage leveren.

Vlaanderen heeft de afgelopen jaren hard gewerkt en de resultaten mogen gezien worden. Het einde is in zicht en de laatste grote stap naar propere waterlopen is niet onoverbrugbaar mits er sneller gehandeld en gewerkt wordt.

De gemiddelde doorlooptijd van een rioleringsproject (van initieel ontwerp tot en met de uitvoering van de werken) bedraagt meer dan 6 jaar. Dat is veel te lang, en daardoor stijgt de Vlaamse  zuiveringsgraad te traag.  De jongste  zes jaar werd  amper vijf procent vooruitgang geboekt, tussen 2006 en 2012 was dat nog 16%.  We moeten dus weer sneller werken!  En dat geldt voor iedereen.  Alle actoren in de waterzuivering moeten hier hun verantwoordelijkheid opnemen.

De financiële impact: 4 miljard euro.

Nog een half miljoen Vlamingen aansluiten op de waterzuiveringsinfrastructuur zal ongeveer 4 miljard euro kosten.  1.3 miljard euro is reeds gereserveerd voor vastgelegde projecten. Dit betekent dat er nog 2.7 miljard euro moet geïnvesteerd worden in nieuwe projecten.

Vlario vraagt hier een aantal garanties.

In eerste orde zijn de lokale besturen nu aan zet, want het zijn de gemeenten, intercommunales en infrastructuurbeheerders die moeten investeren in nieuwe infrastructuur.  Het is uitermate belangrijk dat de nog te leveren inspanning wordt vertaald in de meerjarenplanning en dat ervoor gezorgd wordt dat de inkomsten via de waterfactuur ook daadwerkelijk en uitsluitend hierin geïnvesteerd worden.

Maar ook voor de Vlaamse overheid ligt er nog werk op de plank: er zijn politieke beslissingen nodig over de solidarisering, over het koppelen van de Vlaamse subsidies aan de doelstellingen en over de prijsregulering. VLARIO vraagt daarover duidelijkheid in het volgende regeerakkoord.

Verder vraagt VLARIO ook de invoering van de infiltratiebonus. 50 à 60% van de rioolkost wordt veroorzaakt door de afvoer van regenwater. Het regenwater wordt best zoveel mogelijk ter plaatse vast gehouden, herbruikt en/of geïnfiltreerd om wateroverlast te vermijden. Slechts 10% van het water dat de Vlamingen gebruiken, is regenwater – dat moet beter!

Met een transparante waterfactuur waar de kosten voor de afvoer (en zuivering) van hemelwater apart worden vermeld, krijgt de burger en de bedrijfsleider de mogelijkheid om van de infiltratiebonus te genieten en het hemelwater zinvol te gebruiken. Voor de rioolbeheerder betekent minder regenwater, minder kosten.

De 2de uitdaging: vaker en zwaardere wateroverlast
Niemand ontsnapt de komende jaren aan de gevolgen van de klimaatverandering. We krijgen met extremer weer te maken.  Meer hitte, meer droogte, maar tegelijk ook afgewisseld met meer regen en storm, in vormen en intensiteiten die we nog niet kennen!  Vandaag vinden we buien waarbij in een uur 40 tot 60 mm neerslag valt al heftig. Maar volgens deskundigen moeten we in de toekomst rekening houden met buien van 90 mm neerslag en méér per uur. Dat betekent dus zware wateroverlast en dat vraagt lokaal ingrijpende maatregelen om ons hiertegen te wapenen. En precies hier ligt een belangrijke taak voor gemeenten, in samenwerking met bewoners, bedrijven, polders, wateringen en rioolbeheerders.

VLARIO pleit al jaren voor de opmaak en uitwerking van een hemelwaterplan in iedere gemeente. Bij de opmaak van het hemelwaterplan moet er niet enkel aandacht worden besteed aan het openbare domein, maar ook aan toekomstige verkavelingen en andere projectontwikkelingen aangezien de gemeente na overdracht van deze dossiers meestal beheerder wordt van deze projecten.

De 3de uitdaging: onderhoud rioleringen
De riolen die er liggen moeten we ook onderhouden. Ons bestaand rioleringsnet is oud. De gemeentelijke netwerken dateren voor het grootste deel uit de jaren 40 tot 60 van de vorige eeuw. In de steden zijn ze gemiddeld nog een eeuw ouder. Ze stammen dus uit het midden van de negentiende eeuw, toen België nog maar net onafhankelijk was geworden. Van die historische erfenis zijn we nog lang niet verlost en de gevolgen zijn navenant. Rioleringen barsten open, boomwortels dringen er in door, dichtingen laten het afweten. Dat leidt tot zinkgaten, maar heeft ook een nefaste milieu-impact: afvalwater sijpelt in de bodem en veroorzaakt er verontreiniging. Alle gemeenten en rioolbeheerders dienen werk te maken van een degelijk Assetmanagementplan.

Samen voor zuiver water, dit is waar VLARIO voor pleit!