Fietssnelwegen ijsvrij laten houden door één partij, zorgt voor minder kans op gladheid. Dat is het belangrijkste besluit van een proefproject in Limburg. Om Vlaamse fietssnelwegen mee op te nemen in de winterdienst van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is elk jaar minstens drie miljoen euro extra nodig.
Het ijs- en sneeuwvrij houden van de circa 1.600 kilometer (reeds gerealiseerde) Vlaamse fietssnelwegen is vandaag in handen van zowel de Vlaamse als de lokale overheden. Om te onderzoeken of een centrale winterdienst door één partij efficiënter en veiliger is – en welke mensen en middelen hiervoor nodig zijn – voerde het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) in samenwerking met De Vlaamse Waterweg nv, de stad Hasselt en de gemeente Diepenbeek afgelopen winter een proefproject uit op initiatief van de ontslagnemende Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
AWV hield – in plaats van meerdere partijen – een proefstrook op de fietssnelwegen F72 en F5 tussen Heusden-Zolder en Genk ijsvrij. Deze locatie was interessant omdat vandaag vier partijen het tracé onderhouden: AWV, de Vlaamse Waterweg nv en twee lokale besturen. De versnipperde winterdienst leidde in het verleden soms tot onvoorspelbaarheid voor fietsers: wanneer verschillende partijen samen een tracé strooien, kan de timing variëren met verschillende gladheidsrisico’s als gevolg.
Voor de 20 kilometer lange proefstrook zette AWV een extra fietspadstrooier in die werd aangepast aan de breedte van de fietssnelweg. Op de breedste stukken werd gewerkt met een grotere pekelstrooier voor wegen. Het resultaat was tijdens de eerste winterprik meteen zichtbaar: het tracé was over de volledige lengte ijsvrij en veilig voor fietsers om over te rijden. Ook het strooien met het milieuvriendelijkere pekel – in plaats van nat zout – werd goed geëvalueerd, ook door de fietsers die via QR-codes langs het traject hun feedback gaven.
Een centrale winterdienst op fietssnelwegen heeft niet enkel voordelen voor de verkeersveiligheid en het comfort van de fietsers. “Ook gemeentes hebben er baat bij,” zegt de uittredende Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken. “Zij hoeven zich niet langer te bekommeren over het ijsvrij houden van deze belangrijke fietsassen. Door op grotere schaal te werken, drukt de overheid ook de kost van materialen en mensen. En er is de duidelijkheid voor de fietser: die heeft bij klachten of meldingen over gladheid nog maar één aanspreekpunt via het Meldpunt Wegen.”
Ook de Fietsersbond ziet voordelen. “Voor iedereen die in winterse omstandigheden fietst, telt maar één ding: een veilig geruimd en sneeuwvrij fietspad om zonder extra drempels op je bestemming aan te komen,” zegt Wies Callens. “Tijdens het proefproject waren onze leden enthousiast over de aanpak. Een uniforme aanpak op alle fietssnelwegen in Vlaanderen waarbij de fietser wint, daar kijken we naar uit. De Fietsersbond roept dan ook de volgende Vlaamse Regering op om de middelen hiervoor vrij te maken.”
De kostprijs van het proefproject bedroeg 108.000 euro, personeelskosten van AWV-medewerkers of partners niet meegeteld. In dat bedrag zitten vooral materiaalkosten en kosten voor de strooiacties door aannemers. Wanneer AWV de raming maakt voor alle fietssnelwegen, wordt duidelijk dat bij milde winters jaarlijks circa 3 miljoen euro extra investering door de Vlaamse overheid nodig is om de fietssnelwegen ijs- en sneeuwvrij te houden. Bij strenge winters kan dat jaarbedrag verder oplopen.
“De volgende Vlaamse Regering moet zich zeker buigen over de mogelijke voordelen van een centrale winterdienst op de fietssnelwegen door één partij, om de fiets als vervoermiddel zo nog veiliger en aantrekkelijker te maken, ook tijdens de wintermaanden. Dit proefproject biedt daarvoor alvast heel wat nuttige inzichten en handvatten,” besluit de uittredende minister.