Voor de waterdichting van het nieuwe wegdek deed hoofdaannemer BAM Contractors een beroep op IKO nv. “In twee fases werd er door onderaannemer Viabuild om en bij de 30.000 m² IKO polybridge waterdichtingsmembraan geplaatst”, vertelt Patrick Jonckers, commercial director special liquids bij IKO.
De Vlaamse Regering wil het verkeer op de E314 tussen Brussel en Aarschot vlotter laten rijden. Om die doelstelling te realiseren werd in 2016 besloten om een spitsstrook aan te leggen tussen Herent en Aarschot. Als voorbereiding op die spitsstrook wordt eerst het viaduct van Wilsele volledig gerenoveerd. De renovatie van het viaduct maakt deel uit van ‘Leuven Noord’, een reeks van elf infrastructuurprojecten ten noorden van Leuven tussen 2018 en 2023. Het viaduct van Wilsele is intussen voorzien van een volledig nieuw wegdek en een extra rijstrook in de rijrichting van Lummen.
Eerst werd de volledige bovenkant van het viaduct gestript: het asfalt, de waterdichting in gietasfalt en de veiligheidsinrichting (leuningen en veiligheidsstootbanden) werden verwijderd. Daarna werd bovenop de betonnen liggers en het betonnen brugdek een nieuw wegdek gebouwd, bestaande uit een wegverharding met waterdichting en verschillende asfaltlagen. Ook de leuningen en veiligheidsstootbanden worden vervangen. Wat de waterdichting betreft werd gerekend op de productexpertise van IKO. “Bij de renovatie van brugdekken is waterdichting steeds een zeer belangrijk onderdeel”, aldus Patrick Jonckers. “Voor dit grote project kwam de hoofdaannemer bij IKO aankloppen. Er werd gekozen voor het intussen zeer gekende IKO polybridge, een waterdichtingsmembraan samengesteld uit plastomeer (APP) bitumen en een polyester-glasvlies combinatie inlage.” De polybridge werd geplaatst bovenop een egaliseerlaag. Bovenop de polybridge werd dan het gietasfalt geplaatst en uiteindelijk het finale wegdek. Een eerste fase, vorig jaar, werd ruim 15.000 m² polybridge geplaatst en dit jaar kwam daar aan de andere kant van het viaduct nog eens 15.000 m² bij. Patrick Jonckers: “Dat valt voor ons onder de noemer ‘grote projecten’, maar mits de nodige planning zijn dit productiehoeveelheden die wij zeker aankunnen.”
De bovenzijde van de IKO polybridge is afgewerkt met talk en de onderzijde is voorzien van een wegbrandfolie. Het waterdichtingsmembraan, gecombineerd met een bescherming in gietasfalt of wegenisasfalt, biedt al jaar en dag een adequate oplossing om parkeerdaken, brugdekken en tunnels te voorzien van een gekleefd waterdichtingssysteem, dat onmiddellijk na plaatsing bereden kan worden. IKO polybridge laat een directe toepassing toe van gietasfalt aan een verwerkingstemperatuur van ongeveer 250° C en een wegenasfalt met een temperatuur tussen 160 en 200° C. Verder wordt een degelijke hechting tussen het membraan en de gietasfalt, en een goede hechting van het membraan aan de betonnen ondergrond verzekerd.” Patrick Jonckers: “Je kan het product vergelijken met dakroofing, maar dan met één groot verschil: de aanwezigheid van speciale, sterkere inlages. In dit project stond Viabuild in voor de plaatsing van het membraan en die plaatsing is uiteraard cruciaal voor een goede werking. Patrick Jonckers: “De details worden met de hand geplaatst en gebrand, maar de grote oppervlakken worden machinaal aangebracht. Eenvoudig is dat niet, maar voor ervaren aannemers is dit doorgaans geen probleem. Indien nodig geeft IKO uiteraard technische ondersteuning op de werf.”
Voor waterdichting- en isolatiespecialist IKO was dit een project volledig op het lijf geschreven. De grote spelers in de wegenissector vinden steevast de weg naar IKO. “Het is vaak dat we bij grotere infraprojecten en overheidsopdrachten worden betrokken. Van bruggen en viaducten tot spoorwerken. De grotere spelers kennen ons en onze producten. En ze weten dat IKO grote productiehoeveelheden aankan. IKO polybridge zelf is ook een vaste waarde binnen de waterverdichting. Het product bestaat nu ongeveer 20 jaar en is doorheen de jaren verder doorontwikkeld tot een zeer betrouwbaar product, met uiteraard een ATG-keuring”, besluit Patrick Jonckers.