Fluvius gunt nieuwe aannemers voor versterking elektriciteitsnetten

Netbedrijf Fluvius heeft twee groepen nieuwe aannemers gegund om de versterking van de lokale elektriciteitsnetten in Vlaanderen tijdig te kunnen realiseren. Ze gaan de komende jaren aan de slag om -waar nodig- extra laagspanningskabels aan te leggen en elektriciteitscabines te voorzien van sterkere transformatoren. Ze volgen daarbij specifieke ‘laagspanningsplannen’ per gemeente. Vanaf 2025 komt de uitvoering daarvan op kruissnelheid.

De upgrade van het laagspanningsnet vraagt werken in heel wat Vlaamse steden en gemeenten. Om die snel en efficiënt aan te kunnen pakken, stelde Fluvius de nieuwe aannemers aan voor een periode van 5 jaar. Ze hebben elk een specifieke specialisatie.

De eerste groep aannemers focust op de proactieve aanleg van extra 400 volt-kabels. Die kabels zullen de huidige laagspanningsnetten versterken. Concreet voorzien ze een extra kabel waarop klanten kunnen aansluiten zodra ze meer vermogen nodig hebben, zoals bij de aankoop van een elektrische wagen, de plaatsing van een warmtepomp of een iets grotere installatie zonnepanelen. Ze volgen daarbij de gemeentelijke plannen die eerder werden uitgewerkt. Voor deze opdracht werden vier aannemersbedrijven gegund: TM UltraQS (Tasoz, EBN-Tech, Bro-Technics, Clinckx, Telcom, GS Solutions, IGM, Euroboringen), TM Power4All (Cas-Vos en Besix Connect), APK Group en Solutions 30 Field Services. Vanaf volgend jaar zouden ze op volle kruissnelheid moeten komen.

De tweede groep aannemers legt zich toe op de plaatsing van sterkere transformatoren in de distributiecabines van Fluvius. Dat gaat gepaard met een geplande stroomonderbreking bij de betrokken bewoners van een halve of volledige dag, afhankelijk van de situatie. Acht aannemersbedrijven zullen daar de komende jaren aan werken: APVC bv, Equans NV, Fluentis NV, Jacops NV, TM SVES, TM SYN-TECHS, Verbraeken infra NV en Welec NV. Vanaf volgend jaar moeten op die manier 1 600 cabines per jaar worden versterkt.

Om de klimaatopwarming tegen te gaan, moeten we tegen 2050 afstappen van fossiele brandstoffen zoals stookolie of aardgas. Die energietransitie zal vooral impact hebben op onze elektriciteitsnetten, die almaar meer warmtepompen, elektrische voertuigen en zonnepanelen moeten aankunnen. Daarnaast zal ook de industrie almaar meer elektriciteit verbruiken. Daarom zijn de komende jaren heel wat netversterkingen nodig, ook in het laagspanningsnetwerk dat loopt tot bij elke woning in Vlaanderen. Liefst 40% van die laagspanningsnetten en 1 op 3 elektriciteitscabines in Vlaanderen moet tegen 2032 een upgrade krijgen. Dat is een onderdeel van een groter investeringsplan van Fluvius. Meer info daarover staat op www.fluvius.be/netwerkenvoormorgen. ​ 

“Om daar zo goed mogelijk op te anticiperen, brengen we voor elke stad en gemeente nauwkeurig in kaart waar er precies kabelaanleg en cabineversterkingen nodig zijn in de komende jaren”, zegt Bram Van Eeckhout, hoofd Nettransitie bij Fluvius. “Dat gebeurt concreet door inschattingen over de groei van het aantal zonnepanelen, warmtepompen en elektrische voertuigen bij gezinnen in de buurt, gecombineerd met diepgaande computersimulaties. Zo weten we waar we best nu al aan de slag gaan. Met die analyses onder de arm kloppen we aan bij de betrokken steden en gemeenten om de werken in te plannen met een gezonde spreiding en zo beperkt mogelijke hinder. De steden en gemeenten kunnen ook hun input geven bij onze inschattingen. Voor heel Vlaanderen staan er vandaag al meer dan 160 gemeentelijke plannen in de steigers. Belangrijk: we onderzoeken altijd uitgebreid waar we onze timing kunnen afstemmen op werken van andere nutsbedrijven of geplande wegenwerken. Zo vermijden we opeenvolgende graafwerken en hinder.“

“In heel Vlaanderen staan we voor zeer grote uitdagingen om de energietransitie te realiseren en onze netten zo efficiënt mogelijk te versterken,” zegt Frank Vanbrabant, CEO van Fluvius. “Deze nieuwe aannemerscontracten zullen ons helpen om voldoende tempo te maken bij de versterking van onze laagspanningsnetten, meer specifiek voor de aanleg van 400 volt-kabels en het versterken van transformatoren in onze cabines. Daarnaast zijn er ook samenwerkingen nodig met heel wat partijen, zoals steden en gemeenten die ons ondersteunen en cruciale lokale accenten leggen bij de uitwerking van onze plannen. Maar ook met andere nutsbedrijven, leveranciers van materialen en heel wat andere stakeholders bundelen we de krachten. Samen bouwen we volop aan de netwerken voor morgen.”