Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
“De uitdagingen zijn niet min maar samen kunnen we het tij keren”
Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit & Openbare Werken

“De uitdagingen zijn niet min maar samen kunnen we het tij keren”

Minister van Mobiliteit & Openbare Werken Lydia Peeters is vastberaden om de komende jaren de uitdagingen op het vlak van mobiliteit en openbare ruimte met beide handen te grijpen. Voor deze jubileumeditie strikte Grond/Weg/Waterbouw de minister voor een interview. Het werd een optimistisch gesprek over ambities, innovatie, duurzaamheid, veiligheid, investeringen en nog veel meer. En de minister had ook een mooie eindejaarswens: “Een goed gevuld orderboekje, voor elke aannemer groot en klein zodat we ook volgend jaar samen met mijn verschillende administraties en jullie lezers kunnen werken aan een verkeersveiliger, welvarend en nog duurzamer Vlaanderen.”

We kunnen er niet om heen. De voorbije 20 maanden werden onze levens voor een groot stuk bepaald door corona. Hoe groot (of klein) was de impact van corona tot vandaag op het mobiliteitsbeleid?

“De impact was groot, maar niet altijd negatief op het vlak van mobiliteit. Zo zagen we een echte fietsreflex bij de Vlaming: veel mensen (her)ontdekten de fiets. Die trend moeten we verderzetten, daarom investeer ik in 2021-2022 650 miljoen euro in comfortabele en veilige fietsinfrastructuur, een recordbedrag. Wat het openbaar vervoer betreft, zagen we inderdaad een verlies aan inkomsten uit tickets. We zitten daar met de opdracht om de reiziger terug te winnen. Ook de Vlaamse havens en de nautische keten bleven ondanks Corona 100 % operationeel. De mondiale economische schokken zoals de verstoring van het internationale scheepvaartverkeer, of het tekort aan chips en andere onderdelen laten zich echter voelen.”

Minister Peeters is vastberaden om de komende jaren de uitdagingen op het vlak van mobiliteit en openbare ruimte met beide handen te grijpen.

Is het relanceplan Vlaamse Veerkracht in dat opzicht een mooi voorbeeld van hoe weerbaar de sector is? Niet bij de pakken blijven zitten, maar meteen de rug rechten en opportuniteiten zoeken?

“Absoluut. De bouwsector is een belangrijke actor om mee het vliegwiel aan te zwengelen, om mee het verschil te maken op vlak van tewerkstelling, innovatie en duurzaamheid.”

Uit dat relanceplan wordt ongeveer 885 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken voor de jaren 2021 en 2022. Deze komen bovenop de reguliere investeringsmiddelen van ruim 2 miljard euro. Hoe zal dit geld verder besteed worden in 2022?

“Het budget wordt verdeeld over 4 grote werven: verkeersveiligheid, fiets, duurzaamheid en hervormingen. Dit betekent voor de eerste 3 werven elke een budget van bijna 300 miljoen euro. Infrastructuurwerken zijn traditioneel een belangrijke motor van onze economie. De investeringen betekenen dat er de komende jaren over heel Vlaanderen veel gewerkt wordt. Het zal leiden tot een heropleving van de bouwsector en een boost voor de economie. De geselecteerde initiatieven hebben bovendien een diverse grootorde waardoor de heropleving zowel bij grote als kleinere aannemingsbedrijven zichtbaar zal zijn en zowel bij studiebureaus als de wegen- en waterbouw aannemingen.”

Een passend antwoord bieden op alle economische, maatschappelijke, technische en klimatologische uitdagingen is voor vele sectoren vandaag een belangrijk en moeilijk vraagstuk. Welke rol kunnen mobiliteit en openbare werken daarin spelen?

“Wetende dat de uitstoot van het verkeer meer dan een derde van de totaal Vlaamse broeikasgasemissie betreft, is het essentieel om het transport te vergroenen. Maar daarnaast moeten we ook het aantal duurzame verplaatsingen opdrijven. Inzetten op beide sporen is essentieel als we een CO2-reductie van 40 % in 2030 willen realiseren. Daarnaast blijven we ook investeren in combimobiliteit. Het wijzigende klimaat en weer zorgen sowieso voor nieuwe uitdagingen, ook in de wegenbouw. Innovatie en duurzaamheid zijn kernwoorden om een passend én economisch en maatschappelijk urgent antwoord op deze uitdagingen te formuleren. Door bijvoorbeeld onze weginfrastructuur duurzamer en innovatiever te maken, kunnen we ons voorbereiden op de mobiliteit van de toekomst. Ook in de wegenbouw is duurzaamheid alsmaar belangrijker geworden om zo de ecologische voetafdruk van infrastructuurwerken te verkleinen.”

“Het is belangrijk om aandacht te hebben voor circulaire economie en innovatieve duurzame materialen, machines en technieken. Daarnaast voert de Vlaamse Regering met de Blue Deal de strijd tegen droogte en waterschaarste op. Een intensief plan met grootschalige investeringen, regelgevende wijzigingen en meer dan 70 maatregelen wordt de komende jaren uitgerold. We evolueren ook verder naar duurzame overheidsopdrachten. Naast de prijs en kwaliteit van de offertes willen we in de toekomst ook het aspect ‘duurzaamheid’ integreren. We nemen de nodige stappen, onder meer via enkele testprojecten, om te kijken hoe we dit kunnen integreren voor toekomstige opdrachten die in de markt worden gezet.”

“Fiets, verkeersveiligheid en duurzaamheid vormen de drie prioriteiten binnen mijn beleid en dat zal ook zo blijven in de volgende jaren.”

Assetmanagement bruggen en tunnels, onze waterweginfra (zeer actueel na recente overstromingen), veiligheid … Wat zijn volgens u op dit moment de grootste uitdagingen op het vlak van mobiliteit? Zijn al deze punten ‘even’ belangrijk of moeten we prioriteiten stellen?

“Het is mijn ambitie om de historische onderhoudsachterstand van onder andere bruggen, tunnels en keermuren (samen kunstwerken genoemd) aan te pakken. 

Vlaanderen telt 2.777 van dergelijke kunstwerken waarvan het gros dateert van de jaren ‘60 en ‘70. Vele kunstwerken zijn sterk verouderd waardoor de veiligheid in het gedrang komt. Omdat voor mij die veiligheid absoluut primeert doe ik deze legislatuur een grote inhaalbeweging in het herstellen en vervangen. Om de achterstand efficiënt weg te werken werk ik met een plan van aanpak 2020-2030 waarvoor deze legislatuur een bedrag van 1,6 miljard euro wordt uitgetrokken om te voorzien in renovatie, onderhoud en modernisering.”

“Wat de waterinfrastructuur betreft is het belangrijk dat wij voorbereid zijn op extreme weersomstandigheden en klimatologische uitdagingen. Daarom werkt De Vlaamse Waterweg nv in samenwerking met het Waterbouwkundig Laboratorium aan een ‘wat-als-scenario’. De eerste analyse is zeer verontrustend. De schade zou geraamd worden op 2 miljard euro waarbij 50.000 à 100.000 personen getroffen zouden worden. We moeten ons wapenen tegen frequente periodes van (extreem) hoge neerslag en daarom stellen we een multidisciplinair expertpanel samen onder voorzitterschap van Henk Ovink. De totale kost van de waterbeheersingsprojecten die voor de bevaarbare waterwegen in beheer van De Vlaamse Waterweg nv nog op stapel staan is geraamd op 1,3 miljard euro. Dat bedrag is quasi gelijk aan de maatschappelijke kost in Wallonië na de waterbom. Daarom ben ik absolute voorstander om de historische achterstand inzake waterveiligheid en -beheersing versneld weg te werken. De belangrijkste projecten hierin zijn de verdere investeringen in de gemeenschappelijke Maas, het Sigmaplan (inclusief de Schelde, Demer en de Scheldekaaien), de Dender en een aantal waterbeheersingsprojecten elders in Vlaanderen.”

“Op het vlak van veiligheid zijn de cijfers niet goed. Zelfs in een ‘verkeersarm’ 2020 vielen er 241 dodelijke slachtoffers op Vlaamse wegen. Vier op de tien zijn actieve weggebruikers. In 2020 zijn 75 fietsers en 30 voetgangers gestorven in het verkeer. Enkel inzetten op een reactieve aanpak, waarbij gevaarlijke punten en knelpunten worden aangepakt, volstaat dan ook niet langer. Ik wil ook verder inzetten op een proactieve aanpak van knelpunten. Zo kunnen we voorkomen dat bepaalde punten ooit op een lijst met gevaarlijke punten terecht komen, want dan is het wederom te laat en zijn er eerst meerdere slachtoffers moeten vallen vooraleer werd ingegrepen. Daarom heb ik reeds gevraagd aan de lokale besturen om de knelpunten op schoolroutes op gewestwegen door te geven.” 

Weke rol kan digitalisering hierin spelen? Hoe kan technologie onze mobiliteit verbeteren en veiliger maken? 

“Met MIA (Mobiliteit Innovatief Aanpakken) gaan we een stap verder. Binnen de MIA-proeftuinen waarvoor we 12 miljoen euro hebben voorzien, wordt geëxperimenteerd met nieuwe technologie om proactief risicosituaties te detecteren én aan te pakken. Het is de bedoeling om deze aanpak na positieve evaluatie over Vlaanderen uit te rollen. Er moet inderdaad flink geïnvesteerd worden in de verkeersveiligheid, maar het is niet dat je met een miljoen euro een dodelijk slachtoffer terugbrengt. Nabestaanden van slachtoffers hebben lak aan die cijfers. Voor hen komt dit allemaal te laat. Laten we nu proberen om voorsprong te nemen. Wanneer je ’s morgens de deur achter je dicht trekt, moet je ze ’s avonds terug kunnen openen. Iedereen moet veilig thuiskomen. Niemand verdient het om te sterven op de openbare weg.” 

“Een goed gevuld orderboekje, voor elke aannemer groot en klein zodat we ook volgend jaar samen met mijn verschillende administraties en jullie lezers kunnen werken aan een verkeersveiliger, welvarend en nog duurzamer Vlaanderen.”

Digitalisering en technologie kosten geld. En geld is er maar beperkt. Is het moeilijk om een investeringsevenwicht te vinden tussen innovatie en digitalisering enerzijds en (hoog)dringende projecten anderzijds?

“Data en dataconnectiviteit op het vlak van mobiliteit zijn het nieuwe asfalt, daar geloof ik echt in. Niet enkel kunnen we zo de verkeersveiligheid verhogen en een vlotte doorstroming verzekeren maar zorgen we via dit open mobiliteit-ecosysteem dat diverse spelers en stakeholders de data kunnen gebruiken om slimme mobiliteitsoplossingen aan te reiken. Ook binnen MIA (Mobiliteit Innovatief Aanpakken) gebruiken we technologische innovaties om de verkeersveiligheid te verbeteren dit zowel in samenwerking met instituut voor Mobiliteit (IMOB) van de Universiteit Hasselt en door het Data Science Team van DMOW. Zo zullen drones en cameratechnologie worden ingezet om proactief verkeerssituaties te screenen zodat er, indien nodig, bijsturingen kunnen gebeuren.

Zo vermijden we dat er op deze plaats veel ongevallen gebeuren én voorkomen we dat dit punt ooit op de lijst met gevaarlijke punten terecht komt. Voorkomen is immers beter én goedkoper dan genezen. Er gaan dus ook zeker middelen naar digitalisering en technologie deze legislatuur, vaak ook in samenwerking met het Agentschap Innovatie. Ook zetten we in op digitalisering om fraude tegen te gaan met documenten inzake rijopleidingen. In deze sector wordt nog vaak met papieren documenten gewerkt om bijvoorbeeld een voorlopig rijbewijs te kunnen bekomen.  De eerste stappen inzake digitalisering zijn intussen ook hier gezet waardoor het op korte termijn quasi onmogelijk zal worden om nog te frauderen.”

Wat zijn de resterende jaren van de legislatuur voor u de absolute prioriteiten?

“Fiets, verkeersveiligheid en duurzaamheid vormen de drie prioriteiten binnen mijn beleid en dat zal ook zo blijven in de volgende jaren. Zo wil ik het aandeel van de fiets in de functionele verplaatsingen in Vlaanderen doen stijgen tot 20 % tegen ten laatste 2025. Qua verkeersveiligheid wil ik een reductie van het aantal verkeersslachtoffers van 25 % tegen 2025, van 50 % tegen 2030, geen voetgangers- en fietsdoden meer tegen 2040 en een vision zero tegen 2050, al blijf ik herhalen dat dit streefdoel wat mij betreft veel te ver in de tijd ligt. We moeten elke dag opnieuw streven naar geen dodelijke of zwaargewonde slachtoffers in het verkeer.” 

Als u een blik op de nabije toekomst werpt, ziet u de mobiliteit in België dan positief en strijdvaardig tegemoet of gaan er momenteel vooral veel alarmbellen af?

“De uitdagingen zijn niet min maar als we kijken naar het Vlaams Klimaatplan en onze ambities die daarin vervat zitten, ben ik zeker dat we via samenwerking het tij kunnen doen keren. Ik geloof in vooruitgangsoptimisme.” 

Met welke positieve en motiverende eindejaarboodschap zou u willen eindigen? 

Een goed gevuld orderboekje, voor elke aannemer groot en klein zodat we ook volgend jaar samen met mijn verschillende administraties en jullie lezers kunnen werken aan een verkeersveiliger, welvarend en nog duurzamer Vlaanderen.      

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details